Inleiding en context
Beste lezers van de ´kennisparels´, het is vandaag woensdag 6 juli 2022. Vandaag een ´kennisparel´ geproduceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het betreft een secundaire analyse op het materiaal uit de Veiligheidsmonitor over de omvang van discriminatie onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. Deze song is trouwens een extreem voorbeeld van discriminatie: https://www.youtube.com/watch?v=Z-VQHChwabA De Veiligheidsmonitor is een grootschalig enquêteonderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder naar onder meer leefbaarheid, veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze rapportage bevat (trend)cijfers voor Nederland als geheel, en ook uitsplitsingen naar politieregio’s en de (middel)grote gemeenten en naar persoonskenmerken.
Hoe ervaren Nederlanders de leefbaarheid van hun woonomgeving? Voelen zij zich er veilig? Hoe vaak zijn ze slachtoffer van criminaliteit? Wat vinden ze van het functioneren van de politie? En welke maatregelen nemen ze om criminaliteit te voorkomen? De cijfers zijn gebaseerd op een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. In 2021 hebben 173 duizend personen de vragenlijst ingevuld. Dit grote aantal respondenten maakt het mogelijk om tot op een gedetailleerd niveau betrouwbare uitspraken te doen over de veiligheid in Nederland. Eerder verstuurde ik deze ´kennisparel´ bij het uitbrengen van de laatste editie van die Veiligheidsmonitor: https://prohic.nl/2022/03/01/353-1-maart-2022-veiligheidsmonitor-2021/
In 2021 zei 11 procent van de inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder dat ze zich in de afgelopen twaalf maanden gediscrimineerd hebben gevoeld. Van de mensen met een Surinaamse of Nederlands-Caribische herkomst voelden zich ongeveer 30 procent gediscrimineerd en van degenen met een Marokkaanse herkomst 35 procent. De meest genoemde gronden voor discriminatie waren ras of huidskleur en nationaliteit. Minder dan 1 op de 10 mensen die zich gediscrimineerd voelden, heeft dit ergens gemeld. Dit blijkt uit de Veiligheidsmonitor van het CBS en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, een enquête waaraan 173 duizend Nederlanders van 15 jaar en ouder hebben deelgenomen.
De 11 procent mensen die in 2021 zeiden dat ze in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek discriminatie ervoeren, zijn er omgerekend ruim 1,6 miljoen. Vrouwen ervoeren iets vaker discriminatie dan mannen, jongeren vaker dan ouderen, en homoseksuelen en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen.
Bron
Akkermans, Math & Rianne Kloosterman (juli 2022). Gediscrimineerd gevoeld? Statistische Trends, 4 juli, pp. 1-17. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2022/gediscrimineerd-gevoeld-
Samenvatting
Ruim 1 op de 10 Nederlanders (11 procent) van 15 jaar of ouder zegt in 2021 dat hij of zij zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd heeft gevoeld. Dat zijn omgerekend ruim 1,6 miljoen mensen. Vrouwen ervoeren iets vaker discriminatie dan mannen, jongere leeftijdsgroepen vaker dan oudere, en homoseksuelen en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Van de personen met een Marokkaanse, Surinaamse of Nederlands-Caribische herkomst voelden zich 3 op 10 of meer gediscrimineerd. De meest genoemde grond voor discriminatie was ras of huidskleur. Daarna komt discriminatie op grond van nationaliteit. De meest voorkomende manier waarop slachtoffers zich gediscrimineerd voelden is ongelijke behandeling, gevolgd door discriminerende opmerkingen. Minder dan 1 op de 10 mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd voelden heeft dit ergens gemeld.
Van de mensen met een Marokkaanse herkomst voelden ruim 3 op de 10 zich gediscrimineerd en van die met een Surinaamse of Nederlands-Caribische herkomst ongeveer 3 op de 10. Van de mensen met als herkomst overig Afrika of overig Azië gaven ruim 2 op de 10 dit aan. Van de personen met een Nederlandse herkomst voelde minder dan 1 op de 10 zich gediscrimineerd. Wat godsdienst of levensbeschouwing betreft, voelden 3 op de 10 islamieten zich gediscrimineerd en ruim 2 op de 10 joden, hindoes en boeddhisten. Minder dan 1 op de 10 rooms-katholieken en protestanten of gelovigen van een andere Christelijke kerk ervoeren discriminatie.
Discriminatie kan op een of meerdere gronden zijn ervaren. Ras of huidskleur werd met 4 procent het meest genoemd, gevolgd door discriminatie op grond van nationaliteit (3 procent), geslacht, leeftijd, en godsdienst of levensovertuiging (alle 2 procent). Van degenen die in 2021 een of meer ervaringen met discriminatie hadden, ging het bij 36 procent om discriminatie op grond van ras of huidskleur en bij 27 procent om nationaliteit. De discriminatiegronden verschillen tussen bevolkingsgroepen. Zo zegt ruim 3 procent van de vrouwen dat zij zich gediscrimineerd hebben gevoeld op grond van hun geslacht tegen 1 procent van de mannen.
Mensen ervaren op verschillende manieren discriminatie. De meesten (bijna 6 op de 10) ondervonden (onder andere) ongelijke behandeling, benadeling of het voortrekken van bepaalde groepen. Bijna 4 op de 10 ervoeren (ook) discriminerende opmerkingen. Ruim 3 op de 10 mensen met discriminatie-ervaring gaven aan dat ze zich (ook) gediscrimineerd voelden door een negatief beeld of stigmatisering, bijvoorbeeld in de media. Bijna 1 op de 10 mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd voelden, heeft dit gemeld bij een of meer instanties. 3 procent meldde het bij de eigen werkgever of opleiding, 2 procent bij de politie, 1 procent bij een meldpunt voor discriminatie, en minder dan een half procent bij het College voor de Rechten van de Mens.
Afsluitend
Opnieuw kennis voor beleid en praktijk waar concreet beleid op gevoerd kan worden. Nederland is rijk aan bestaande kennisbronnen en monitoren rond criminaliteit en rechtshandhaving waarmee het beleid en de toepassing daarvan in de (grillige) praktijk vorm kan worden gegeven. De Veiligheidsmonitor is daar een prima voorbeeld van. We kennen in Nederland een lange traditie met zogenaamde slachtofferenquêtes, die werden al medio jaren ´70 van de vorige eeuw afgenomen en destijds gepubliceerd door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. De Veiligheidsmonitor is daar een afgeleide van. Het is relatief één van de meest omvangrijke slachtofferenquêtes ter wereld. Een geweldige bron van kennis voor iedereen in Nederland die zich met criminaliteit en rechtshandhaving bezig houdt. Daar mag je best wel een beetje trots op zijn, op die traditie en de publicatie zelf.
‘De Veiligheidsmonitor is een alternatieve barometer voor de politieregistratie’. Het levert een schat aan data op over veiligheid met achtergrondkenmerken van slachtoffers en hun omgeving, zoals leeftijd, geslacht, herkomst, opleidingsniveau, stedelijkheid van gemeenten, etc. Dat maakt achtergrond- en diepteanalyses mogelijk, bijvoorbeeld naar probleemwijken, welke mensen het meest met geweldsdelicten te maken krijgen, hoe het gaat met hangjongeren in buurten, of meer politie op straat effectief is en zoals vandaag percepties van discriminatie en daadwerkelijk ondervonden vormen van discriminatie. Een prachtige en meer dan nuttige bron van kennis. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk. Het is een onmisbare bron om gericht criminaliteitsbeleid te voeren.