Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime

Inleiding en context

Man and wine are really most alike in their natures. Young wine and young men have to start fermenting and working off their violence … then … they settle down, and after that they stay agreeable to everyone. —Alexis (Ancient Greek Poet, 375 BC–275 BC). Kortom, met ´de jeugd´ komt het uiteindelijk wel goed, vroeger en nu. En natuurlijk ook allemaal een goede morgen op deze maandag 9 januari 2023. Voor velen onder jullie is dit de eerste werkdag van het nieuwe jaar, succes ermee. Om er een beetje de moed in te houden begin ik met een opwekkend liedje: https://www.youtube.com/watch?v=hw8MXhFupno

Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Dat is een mooie. Het betreft een beschrijving en duiding van de internationale afname van risicogedrag onder jongeren. In een groot deel van de ontwikkelde wereld is roken, drinken, seks op minderjarige leeftijd en jeugdcriminaliteit door adolescenten dramatisch gedaald tussen eind jaren negentig en 2015/2020. De oorzaken voor deze wijdverspreide en langdurige trend wordt echter niet goed begrepen. Een beter begrip van de oorzaak van de afname van risicogedrag is essentieel wanneer er geanticipeerd moet worden op toekomstige trends en de wijze om deze te beïnvloeden. De auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ gaan in op deze trends en de beschikbare verklaringen daarvan. Naar mijn mening voor iedereen die zich met jeugdcriminaliteit en ander risicovol gedrag van jongeren bezig houdt een must read.

Bron

Ball, Jude, Richard Grucza, Michael Livingston, Tom ter Bogt, Candace Currie & Margaretha de Looze (January 2023). The great decline in adolescent risk behaviours: Unitary trend, separate trends, or cascade? Social Science & Medicine, vol. 317, January, pp. 1-15. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0277953622009224

Samenvatting

In many high-income countries, the proportion of adolescents who smoke, drink, or engage in other risk behaviours has declined markedly over the past 25 years. We illustrate this behavioural shift by collating and presenting previously published data (1990–2019) on smoking, alcohol use, cannabis use, early sexual initiation and juvenile crime in Australia, England, the Netherlands, New Zealand, and the USA, also providing European averages where comparable data are available. Then we explore empirical evidence for and against hypothesised causes of these declines. Specifically, we explore whether the declines across risk behaviours can be considered 1) a ‘unitary trend’ caused by common underlying drivers; 2) separate trends with behaviour-specific causes; or 3) the result of a ‘cascade’ effect, with declines in one risk behaviour causing declines in others.

We find the unitary trend hypothesis has theoretical and empirical support, and there is international evidence that decreasing unstructured face-to-face time with friends is a common underlying driver. Additionally, evidence suggests that behaviour-specific factors have played a role in the decline of tobacco smoking (e.g. decreasing adolescent approval of smoking, increasing strength of tobacco control policies) and drinking (e.g. more restrictive parental rules and attitudes toward adolescent drinking, decreasing ease of access to alcohol). Finally, declining tobacco and alcohol use may have suppressed adolescent cannabis use (and perhaps other risk behaviours), but evidence for such a cascade is equivocal.

We conclude that the causal factors behind the great decline in adolescent risk behaviours are multiple. While broad contextual changes appear to have reduced the opportunities for risk behaviours in general, behaviour-specific factors have also played an important role in smoking and drinking declines, and ‘knock-on’ effect from these behavioural domains to others are possible. Many hypothesised explanations remain to be tested empirically.

The 20 years from 1999 to 2019 saw a major international decline in adolescent risk behaviours particularly cigarette smoking, alcohol use and juvenile crime, but also including cannabis use and sexual initiation. Emerging evidence suggests that common underlying drivers (e.g. less unstructured in-person socialising) have played an important role in this behavioural shift. Behaviour-specific factors also contributed to declines in tobacco and alcohol use. Nock-on effects from tobacco and alcohol to other behavioural domains are highly plausible, but definitive evidence is lacking. The complexity of the interplay of factors in the social context and in youth lifestyles suggests that a systemic and ecological approach is needed to fully understand the decline in risk behaviour among young people.

Afsluitend

Tja, in tegenstelling tot de vaak morele paniek over het criminele en risicovolle gedrag van jongeren blijkt het allemaal wel mee te vallen. Verhalen over ´toenemend geweld´, wapenbezit, verharding, verjonging, en toegenomen asociaal gedrag (b)lijken zwaar overtrokken. Zowel in Nederland als daarbuiten. Uiteraard niet om te bagatelliseren, er is sprake van kleine groepen jongeren die instrumenteel gewelddadig en risicovol gedrag vertonen, maar met de meerderheid van de jeugd gaat het goed.

Er is in Nederland en daarbuiten sprake van een langjarige forse daling in de jeugdcriminaliteit en jeugdig risicogedrag: https://www.researchgate.net/publication/314484605_Inleiding Op basis van onderstaande dia kan gesproken worden van ´verdampende jeugdcriminaliteit´. Hopen dat de beleidsmakers binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid in Den Haag hier notie van nemen. Dat heet namelijk ´evidence based beleid´ voeren. Wanneer je hier geen notie van neemt is eerder sprake van ´instinctbeleid´(dit begrip tref je trouwens niet aan wanneer je het op Google intikt). Ik zal er patent op aanvragen.

Toch blijft er iets knagen waar het de ontwikkeling in de jeugdcriminaliteit betreft. Zo steunt korpschef  Henk van Essen van de Nationale Politie gisteren een oproep van een criminoloog eerder deze week dat er meer onderzoek gedaan zou moeten worden naar de achterliggende redenen dat de jeugdcriminaliteit verhardt. Van Essen noemt dat fenomeen ‘een hele zorgelijke ontwikkeling’, zei hij in het tv-programma WNL Op Zondag: https://www.nd.nl/varia/varia/1158116/korpschef-steunt-oproep-meer-onderzoek-naar-jeugdcriminaliteit  Dat lijkt een prima idee, maar hopelijk wordt er dan wel notie genomen van  deze eerder verzonden ´kennisparel: https://prohic.nl/2022/11/17/494-17-november-2022-woon-en-pleegbuurten-van-geregistreerde-jeugdcriminaliteit-de-samenhang-met-buurtkenmerken-en-de-veranderingen-die-zich-daarin-voordoen-over-de-tijd/ en dit artikel: https://bureaubeke.nl/publicaties/verharding-van-de-jeugdcriminaliteit/

Dan blijkt dat vijf procent van de bekende daders verantwoordelijk te zijn voor 40 procent van bepaalde delicten. Ook geografisch is de criminaliteit niet evenredig verdeeld, er is sprake van zogenaamde ‘’hot places’’. Dit zijn buurten, locaties en bedrijventerreinen waar (georganiseerde) criminaliteit zich bovengemiddeld voordoet. Er is sprake van geconcentreerde ‘’criminele brandhaarden’’. En nu blijkt die concentratie zich ook voor te doen bij de woon- en pleegplaatsen van jeugdige delinquenten. Kortom: dit geeft de mogelijkheden om met een selectief en gericht criminaliteitsbeleid er veel meer preventief en repressief effectief worden opgetreden tegen allerlei vormen van criminaliteit, ook tegen jeugdcriminaliteit op buurtniveau. Focus en selectie op de criminaliteitsconcentratie is dan de kern van de preventieve en repressieve aanpak.  

Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die a.s. maandag in jullie mailbox valt.