Inleiding en context
Goede morgen beste ontvangers van de ´kennisparels´, het is vandaag donderdag 18 januari 2024. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=sDf0IwXoOmY ´Preventieakkoord helpt niet genoeg in strijd tegen roken, drinken en overgewicht´ kopte de NOS gisteren: https://nos.nl/artikel/2505207-preventieakkoord-helpt-niet-genoeg-in-strijd-tegen-roken-drinken-en-overgewicht Het Nationaal Preventieakkoord om roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht tegen te gaan levert niet op alle punten het gewenste resultaat. Dat blijkt uit doorrekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het Nationaal Preventieakkoord kwam in 2018 tot stand en bestaat uit een reeks afspraken en doelstellingen tussen het kabinet en zo’n zeventig maatschappelijke organisaties en bedrijven. Het resultaat is dus een behoorlijke tegenvaller.
Waarom deze teleurstellende evaluatie als ´kennisparel´ zal een aantal van de ontvangers denken? Naar mijn mening kun je hier veel van leren. Er zijn namelijk vele overeenkomsten tussen de preventie van volksgezondheidsaspecten met het concept van criminaliteitspreventie: https://www.researchgate.net/publication/287994211_A_two-dimensional_typology_of_crime_prevention_projects_With_a_bibliography
De preventieve aanpak van criminaliteit staat naar mijn mening nog steeds in de schaduw van het klassieke, repressieve optreden in reactie op criminaliteit. De aanpak dus, waarbij het justitiële apparaat pas in beweging komt nadat een strafbaar feit is gepleegd. Meestal loopt de zaak al ‘dood’ voordat de laatste fase in de strafrechtketen wordt bereikt. Een hoofddoel van deze miljarden kostende operatie is onder meer te zorgen, dat de veroordeelde dader door de straf afgehouden zal worden van herhaling van zijn of haar criminele gedrag. Dit blijkt echter nauwelijks te lukken. Vroeger niet en nu niet. Investeer dus meer in criminaliteitspreventie. En dat geldt in dit geval ook voor de preventie van volksgezondheidsaspecten zoals roken, alcoholgebruik en obesitas.
Wat is een aantal overeenkomsten tussen gezondheidspreventie en criminaliteitspreventie?
1. Preventie richt zich op het wegnemen van oorzaken die gezondheidsproblemen veroorzaken en bij criminaliteitspreventie niet op het straffen van de dader maar op gelegenheidsbeperking (functioneel toezicht, sociale controle, toegankelijkheid, beschikbaarheid en ophogen van de (perceptie) van pakkans).
2. Preventie richt zich primair op de periode voordat gezondheidsproblemen zich manifesteren en bij criminaliteitspreventie voordat het delict wordt gepleegd en niet daarna.
3. Preventie van gezondheidsproblemen gaat uit van een veelheid van actoren (bij criminaliteitspreventie bijvoorbeeld politie, lokaal bestuur, maatschappelijk middenveld, individuen, en bedrijfsleven) in tegenstelling tot de politiële/justitiële aanpak gebaseerd op primair het strafrecht.
4 Preventie is slachtoffer-, situatie- en dadergericht, en dus breder dan de uitsluitend repressieve dadergerichte aanpak. In de gezondheidszorg gaat men uit van primaire, secundaire en tertiaire preventie (bevolking in het algemeen, risicogroepen en hoog risicogroepen).
5 Preventie werkt, er is meer dan genoeg overtuigend empirisch bewijs.
Is hiermee het strafrechtelijke instrumentarium weggepoetst? Geenszins. Een puur preventieve benadering is niet voldoende. Er zullen immers altijd personen zijn die zich niets blijven aantrekken van (in)formele controles. Zij reageren niet op preventieve maatregelen. Er zal dus altijd opgespoord, vervolgd, berecht en gestraft blijven worden. En dat geldt ook binnen de medische wereld, er zal altijd curatief werk verricht moeten worden. Curatieve zorg is gericht op het genezen van een ziekte of aandoening, in tegenstelling tot preventieve zorg die gericht is op het voorkomen ervan. Ten slotte zowel bij criminaliteitspreventie als bij preventie van gezondheidsproblemen geldt het volgende: een onsje preventie is meer waard dan een kilo repressie of curatieve zorg.
Bron
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (januari 2024). Impact van het Nationaal Preventieakkoord voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Bilthoven: RIVM, 14 pp. https://www.rivm.nl/nieuws/impact-nationaal-preventieakkoord-op-roken-overgewicht-en-problematisch-alcoholgebruik-nog
Samenvatting
De Nederlandse overheid wil dat er minder mensen roken, overgewicht hebben of problematisch alcohol drinken. Daarom werd in 2018 het Nationaal Preventie Akkoord (NPA) gesloten. De overheid maakte hierin met ruim 70 partijen afspraken om het percentage rokers, mensen met overgewicht en problematische drinkers te laten dalen in de periode tot 2040. Deze afspraken hebben naar verwachting onvoldoende impact, blijkt uit een modelberekening van het RIVM. De ambities voor 2040 worden bij alle drie deze thema’s niet gehaald. Het RIVM berekende voor het eerst uitgebreid of de ambities voor 2040, met de voortgang tot nu toe, worden gehaald. Er is berekend hoe de situatie in 2040 zal zijn met én zonder de afspraken. Duidelijk is dat, om de ambities te halen, er extra en stevigere maatregelen nodig zijn. Ook het intensiveren van de huidige maatregelen kan bijdragen.
Het aantal rokers zal in 2040 iets verder zijn gedaald met de afspraken dan zonder. Volgens de berekeningen rookt ongeveer 10% van de volwassenen dan nog, in plaats van de ambitie van maximaal 5%. Zonder de afspraken zou dit uitkomen op ongeveer 13%. Ook zal nog 4% van de 12- tot 16-jarigen roken, terwijl de ambitie is dat in 2040 geen enkele jongere meer rookt. Extra maatregelen zijn nodig om de ambities te bereiken. Denk aan extra prijsverhogingen, boven op de verhogingen die al zijn afgesproken.
Ook de ambitie om de stijging in overgewicht om te buigen in een daling, wordt volgens de berekeningen niet gehaald. De ambitie is dat in 2040 maximaal 38% van de volwassenen en maximaal 9,1% van de kinderen (4 t/m 17 jaar) overgewicht heeft. Maar volgens de berekeningen komt dit met de afspraken uit op ruim 55% van de volwassenen. Zonder afspraken zou dat 58% zijn. Het aantal kinderen met overgewicht zal in 2040 ongeveer 14% (met de afspraken) in plaats van 15% zijn (zonder de afspraken). Extra en stevigere maatregelen kunnen bijdragen aan het behalen van de ambitie. Denk aan gezond voedsel goedkoper maken, verkooppunten van ongezond voedsel beperken, of het verder beperken van reclame voor ongezond voedsel.
De berekening van het RIVM maakt verder duidelijk dat de afspraken die gemaakt zijn om problematisch drinken te verminderen in de praktijk onvoldoende impact hebben. De ambitie is 5% problematische drinkers in 2040. Uit de berekening blijkt dat deze groep met de afspraken nauwelijks daalt en uitkomt op ongeveer 8% in 2040. Extra en stevigere maatregelen, zoals prijsverhogingen, alcoholhoudende dranken minder beschikbaar maken en reclame beperken kunnen bijdragen aan het behalen van deze ambitie.
Deze doorrekening van het NPA deed het RIVM in opdracht van het ministerie van VWS(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ). Het RIVM heeft 2 inschattingen gedaan voor de situatie in 2040: een realistische inschatting van de impact van de afspraken en een positievere inschatting. Ook met de positievere inschatting worden de ambities voor alle thema’s niet gehaald.
Afsluitend
Het is duidelijk dat vanuit preventief oogpunt verschillende disciplines van elkaar kunnen leren, in dit geval vanuit de volksgezondheid en criminaliteitspreventie. In feite gaat het om het bereiken van wenselijk gedrag waarbij de volksgezondheidsschade en (materiële en immateriële) schade door criminaliteit wordt verminderd of voorkomen. Mijn favoriete aanpak van geweldscriminaliteit vindt plaats vanuit het volksgezondheidsperspectief waarbij geweld vanuit dat perspectief wordt aangepakt. De klassieker om kennis van te nemen is dit flagship rapport van de World Health Organization: https://iris.who.int/bitstream/handle/10665/42495/9241545615_eng.pdf?sequence=1
De volksgezondheidssector is rechtstreeks betrokken bij geweld, niet alleen vanwege het enorme effect ervan op de gezondheidszorg en de gezondheidsdiensten, maar ook vanwege de aanzienlijke bijdragen die volksgezondheidswerkers kunnen en moeten leveren om de gevolgen ervan te verminderen. De volksgezondheidaanpak kan de inspanningen op dit gebied ten goede komen omdat de nadruk ligt op preventie, een wetenschappelijke aanpak, het potentieel om multidisciplinaire en multisectoriële inspanningen te coördineren en een rol speelt bij het garanderen van de beschikbaarheid van diensten voor slachtoffers.
De volksgezondheid vormt een aanvulling op de bestaande benaderingen van geweld, die voornamelijk reactief zijn, door zich te concentreren op het veranderen van de gedrags-, sociale en omgevingsfactoren die aanleiding geven tot geweld. Deze visie is geworteld in tradities en concepten van de volksgezondheid die met succes zijn toegepast bij het terugdringen van geweld en andere volksgezondheidsproblemen zoals pokken, verwondingen door motorvoertuigen en polio. Er is steeds meer bewijs dat geweldpreventie werkt. De volksgezondheid legt ook sterk de nadruk op het gebruik van wetenschappelijk bewijs bij het maken van beleid.
Bij het succesvol voorkomen van geweld, moeten preventiebeleid en -programma’s stevig verankerd zijn in de wetenschap, net als bij andere succesvolle inspanningen op het gebied van de volksgezondheid. Geweldpreventieactiviteiten omvatten doorgaans partnerschappen tussen sectoren van de samenleving, wetenschappelijke disciplines en organisaties. De centrale rol van gemeenschappen bij het voorkomen van geweld is ook een gemeenschappelijk thema geworden.
De volksgezondheid zet zich al lang in voor het ondersteunen en helpen van gemeenschappen bij het oplossen van hun eigen gezondheidsproblemen. De volksgezondheid speelt ook een belangrijke rol bij het garanderen dat de noodzakelijke gezondheidszorgdiensten beschikbaar zijn in gemeenschappen. Deze rol kan worden uitgebreid naar de gezondheidszorgdiensten om de ernst en de duur van de fysieke of psychologische verwondingen en handicaps van mensen die gewond zijn geraakt bij gewelddadige incidenten te verminderen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat noodhulp- en traumasystemen een cruciale component van de gezondheidszorg vormen in een alomvattende aanpak van de preventie en beheersing van geweld. En zo is het maar net. Kortom, het justitiebeleid gericht op het voorkomen van criminaliteit in de brede zin van het concept kan veel leren van de preventieve gezondheidszorg.