Inleiding en context
Goede morgen allemaal, het is vandaag donderdag 1 februari 2024. Een geheel nieuwe maand ligt voor ons. Maak er allemaal wat moois van. Ik begin de dag in ieder geval met een mooi liedje: https://www.youtube.com/watch?v=HF1tyjvH9is Mooi. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Die gaat over het beëindigen of stoppen met criminaliteit of een criminele carrière en de daarmee gepaard gaande mechanismen. In de vakliteratuur wordt over ´desistance from crime´ gesproken. Vandaag een specifiek onderzoekoverzicht over het beëindigen of stoppen met een criminele levensstijl vanuit een zogenaamd intergenerationeel perspectief. Er wordt ook wel gesproken over de ‘intergenerationele continuïteit van crimineel gedrag’. En meer populair wordt er over ´criminele families´ gesproken. Hoe staat het met het stoppen of beëindigen van een criminele loopbaan vanuit dit perspectief? Welke mechanismen zijn waarneembaar? Hoe kun je die carrières ombuigen?
Kinderen lijken trouwens op allerlei manieren op hun ouders. Ik ben zelf vaak verrast door de gelijkenissen. Onderzoek laat zien dat verschillende kenmerken en gedragingen van generatie op generatie worden overgedragen, zoals sociaaleconomische status, opleidingsniveau en opvoedingsgedrag. Deze zogenaamde intergenerationele continuïteit geldt ook voor antisociaal gedrag: verschillende studies laten een substantieel risico zien op de overdracht van crimineel gedrag van ouders naar hun kinderen. Voor kinderen van ‘reguliere’ criminelen zijn de intergenerationele continuïteit en de verklaringen hiervoor goed onderzocht. Over het beëindigen van een criminele carrière heb ik eerder deze ´kennisparels´ verstuurd: 52;304;307;371;616; en 630. Allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Eerder verkennend onderzoek onder 25 Amsterdamse plegers van georganiseerde misdaad deed vermoeden dat het risico op intergenerationele continuïteit bij families die actief zijn in de georganiseerde misdaad groter is dan bij ‘reguliere’ criminelen. Ook leek het erop dat de gebruikelijke verklaringen hiervoor bij deze families niet of slechts ten dele opgaan. Zo spelen factoren als armoede en het hebben van schulden vermoedelijk minder een rol in deze families. De kinderen worden mogelijk wel vaker blootgesteld aan geweld binnen en buiten het gezin, en ook zijn de gezinssystemen vaak geslotener. In deze eerder verstuurde ´kennisparel´ is de intergenerationele continuïteit van een delinquente levensstijl specifiek voor gezinnen binnen de georganiseerde misdaad onderzocht: https://prohic.nl/2021/10/07/kennisparel-7-oktober-2021-intergenerational-continuity-of-crime-among-children-of-organized-crime-offenders-in-the-netherlands/
In het kader van de aanpak van (jeugd)criminaliteit zijn dit uiteraard zeer relevante bronnen voor zowel de preventieve als repressieve aanpak daarvan. Het psychosociaal volwassen worden wordt als belangrijke factor in ‘desistance’ benadrukt. Het proces van desistance wordt gezien als het verminderen van de waarschijnlijkheid van recidiveren in omvang en ernst. Uiteindelijk stoppen de meeste daders met het plegen van criminaliteit. Waarom stoppen mensen met hun betrokkenheid bij criminaliteit? Welke factoren helpen dit proces vorm te geven? Hoe kunnen beleid en praktijk de kansen van individuen om hun crimineel gedrag (voortijdig) te beëindigen vergroten? De bovengenoemde ´kennisparels´ bieden aanknopingspunten om die vragen te beantwoorden. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag waarin ook de nodige aanknopingspunten zijn te vinden vanuit het zogenaamde intergenerationeel perspectief.
Bron
Wildeman, Christopher & Robert J. Sampson (January 2024). Desistance as an intergenerational process. Annual Review of Criminology, vol. 7, pp. 85-104. https://www.annualreviews.org/doi/abs/10.1146/annurev-criminol-022422-015936
Samenvatting
Nearly 35 years ago, Sampson and Laub popularized the concept of desistance from crime and isolated core factors that promote and inhibit this process. In this article, we introduce the concept of intergenerational desistance and provide guidance on measuring and explaining this process, encouraging researchers to think of the life course of crime in terms of both individuals and generations. We first review research on the intergenerational transmission of family criminality and criminal justice contact, relying also on research outside of criminology to highlight how using broader conceptions of the family, including social parents, entire generations, and three (or more) generations could enliven this area.
Bridging this literature allows us to introduce the concept of intergenerational desistance then elaborate on the concept of intergenerational escalation and demonstrate how they can be measured using data from the Project on Human Development in Chicago Neighborhoods (PHDCN). We close by developing a research agenda for considering intergenerational desistance and escalation in ways that enhance our understanding of how the life course of crime, criminal justice contact, and other troubles in life (e.g., with alcohol, drugs, and mental health) progress through families.
Afsluitend
Het opgroeien in ´criminele families´ brengt vaak ongunstige ervaringen met zich mee. Die ervaringen in de kindertijd hebben significante nadelige gevolgen voor de ontwikkeling van criminaliteit en recidive onder jongeren. Deze vaak traumatische gebeurtenissen doen zich voor in de kindertijd vanaf de geboorte tot de leeftijd van 17 jaar en soms ouder. Het betreft de volgende tien negatieve ervaringen: emotioneel, fysiek of seksueel misbruik; emotionele of fysieke verwaarlozing; getuige geweest van huiselijk geweld; drugsmisbruik of geestelijke gezondheidsproblemen; scheiding van de ouders of vechtscheiding; gevangenisstraf / opsluiting van een lid van het huishouden. Al deze negatieve ervaringen kunnen met een scala aan bestaande interventies worden omgebogen: https://prohic.nl/2023/07/19/582-19-juli-2023-responding-to-the-trauma-that-is-endemic-to-the-criminal-legal-system-many-opportunities-for-juvenile-prevention-intervention-and-rehabilitation/
Ten slotte, met de meeste mensen die delicten plegen komt het wel goed. Uiteindelijk houden ze er bijna allemaal mee op. Onderstaande grafiek laat dat mooi zien. Een kleine groep van ´persistenten´ doet dit echter niet. Dat blijft voor de hulpverlening / reclassering een vaak hardnekkige groep waar slechts met grote inspanning succes kan worden behaald. Dat siert uiteraard de mensen die zich daar dagelijks mee bezig houden, want het is nooit te laat om een criminele carrière om te buigen. Dat geldt ook voor alle pogingen in Nederland om jongeren en jong volwassenen uit de georganiseerde misdaad te halen, maak vooral gebruik van de bestaande kennis over ´desistance´.
De leeftijdsverdeling van een criminele carrière laat het onderstaande patroon zien: