Inleiding en context
Beste mensen, ik wens jullie allemaal een prettige dag toe op deze donderdag 22 februari 2024. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=i1TAzlmaM-Y Deze mannen houden blijkbaar niet zo van de politie. Afijn, ieder zijn mening. Vandaag als ´kennisparel´ een systematisch overzicht naar zogenaamde procedurele rechtvaardigheid en legitimiteit van het politieoptreden. De focus van het politieoptreden in Nederland is vooral gericht op de behoorlijkheid van de bejegening van het publiek waarmee de politie in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgt. Meer in het algemeen geldt dat veel burgers, bijvoorbeeld als verdachte, rechtzoekende, slachtoffer of gedetineerde te maken krijgt met justitie als publieke dienstverlener.
De laatste jaren is de kwaliteit van deze dienstverlening steeds belangrijker geworden, niet alleen voor de burger maar ook voor justitie zelf. Niet alleen de vraag óf de burger wordt geholpen, maar ook de wijze waarop en de omstandigheden waaronder zijn van belang. Worden slachtoffers voldoende geïnformeerd over hun rechtszaak, en hoe lang moeten zij wachten voordat ze worden geholpen? Krijgen gedetineerden voldoende zorg, is de tevredenheid over de inrichting goed? Voelen we ons veilig in de publieke ruimte en hebben we voldoende vertrouwen in de politie? Dit zijn allemaal vragen die met de kwaliteit van de justitiële dienstverlening te maken hebben en waar burgers en bedrijven belang aan hechten. Onder de noemer en het concept van procedurele rechtvaardigheid staat dat optreden en de dienstverlening bekend.
De procedurele rechtvaardigheidstheorie is een dominant paradigma geworden in het hedendaagse politieonderzoek. Vergeleken met het klassieke misdaadbeheersingsmodel van afschrikking wordt onder meer betoogd dat het vergroten van de legitimiteit via procedurele rechtvaardigheid meer kosteneffectief en duurzamer is in termen van het aanmoedigen van gezagsgetrouw en gewenst gedrag. De theorie stelt dat individuen autoriteiten, waaronder de politie, eerder als legitiem en betrouwbaar zullen beschouwen als ze het gevoel hebben dat ze door die autoriteiten op een eerlijke en respectvolle manier worden behandeld. Normatieve naleving wordt dus bevorderd door procedureel eerlijk politiewerk. Dit omdat het publiek de neiging heeft om meer mee te werken en zich aan wetten te houden als het sterke overtuigingen heeft over die politielegitimiteit.
Een ander centraal argument is dat procedureel eerlijke acties van autoriteiten belangrijke identiteit gerelateerde signalen naar burgers sturen en hiermee gedeelde waarden en normen communiceren. Een gevoel van gedeelde waarden en sociale gelijkheid bevordert op zijn beurt de legitimiteit. Een goed begrip van de psychologie van sociale identiteit is daarom van cruciaal belang wanneer de relatie tussen percepties en ervaringen van procedurele (on)rechtvaardigheid en politielegitimiteit wordt onderzocht. En daaromtrent geeft de ´kennisparel´ van vandaag een systematisch overzicht.
Trouwens, Tom Tyler (https://law.yale.edu/tom-r-tyler) is de grondlegger van het concept van procedurele rechtvaardigheid. Procedurele rechtvaardigheid staat in deze ´kennisparel´ in het teken van een eerlijke en respectvolle behandeling van burgers door de politie. Hoe kan de politie er voor zorgen dat het publiek waarmee ze in contact komt de politie vertrouwt en de wijze van optreden als rechtvaardig en eerlijk ziet? Dat is uiteraard een delicate balans tussen het oppakken van verdachten van misdrijven en het in bewaring stellen terwijl er ook voor gezorgd moet worden dat iedere inwoner het gevoel heeft dat ze eerlijk en oprecht wordt behandeld. Volgens sommige politieonderzoekers is dat een onmogelijke opdracht voor de politieorganisatie. Aan de ene kant moet de politie ´de ijzeren vuist hanteren´ bij de rechtshandhaving, en aan de andere kant de ´fluwelen handschoen´ hanteren bij het beschermen van het publiek. Maar nu snel naar de ´kennisparel´ van vandaag. Daar valt ook voor de Nederlandse politie en haar optreden veel van te leren. Op evidentie gebaseerde kennis dus.
Bron
Chan, Angus, Ben Bradford & Clifford Stott (December 2023). A systematic review and meta-analysis of procedural justice and legitimacy in policing: The effect of social identity and social contexts. Journal of Experimental Criminology, 11 December, pp. 1-58. https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-023-09595-5
Samenvatting
The objective of this systematic review is to systematically review the effect of social identity and social contexts on the association between procedural justice and legitimacy in policing. A meta-analysis synthesising data from 123 studies (N = 200,966) addressing the relationship between procedural justice and legitimacy in policing. Random effects univariate and two-stage structural equation modelling meta-analyses were performed.
Both procedural justice and social identity are found to be significantly correlated with police legitimacy. Moreover, social identity significantly mediates, but does not moderate, the association between procedural justice and legitimacy. People of younger age and from more developed countries tend to correlate procedural justice stronger with police legitimacy. This study demonstrates that social identity is an important antecedent of legitimacy and a critical factor in the dynamics of procedural fairness in policing. It also shows that the extent to which procedural justice and legitimacy are correlated varies across social groups and contexts. The theoretical implications of our findings are discussed.
It seems that procedural justice treatment from the police can shape people’s identification with the superordinate group embodied, or the social group represented, by the police, such that, in turn, the police as in group members tend to be perceived as more legitimate. Taken together, our findings demonstrate the potential importance of social identities and social contexts for understanding how and why procedural justice encourages legitimacy judgements. Our analysis of the available evidence suggests that social identity is an important component in the dialogue of legitimacy and that this social psychological factor interacts with context to play an important role in the interactional dynamics between police and citizens. Currently, PJT research has been dominated by survey methodology, where, inevitably, measures of identity are rather blunt and static. We suggest that studies could therefore fruitfully adopt more diverse methodologies in the future so that the types of embedded group identities likely to be important for legitimacy can be conceptualised more precisely.
Afsluitend
Het blijkt dat het vertrouwen in de politie wordt vergroot wanneer haar optreden als rechtvaardig wordt ervaren. Hiervoor is het belangrijk dat er een eerlijk besluitvormingsproces ten grondslag ligt aan de beslissingen die de politie neemt. Ongelijke behandeling, intimidatie en excessief geweldgebruik zijn zaken die afbreuk doen aan het vertrouwen in de politie. Daarnaast is het belangrijk dat burgers het gevoel moeten hebben dat de politie hen respectvol behandelt. Dit betekent onder meer dat burgers de mogelijkheid moeten hebben om hun kant van het verhaal te vertellen voordat de politie een beslissing neemt.
In het contact met de politie worden eigenschappen gewaardeerd als vriendelijkheid, beleefdheid, bezorgdheid, eerlijkheid, behulpzaamheid en rechtschapenheid. Burgers klagen vooral over grof, arrogant en onvriendelijk politieoptreden en over onredelijk of oneerlijk gedrag. De ´kennisparel´ van vandaag biedt opnieuw verse kennis over functioneren van de politie, de geïnteresseerde lezers verwijs ik graag naar deze reeds verschenen ´politiekennisparels´: https://www.researchgate.net/publication/359236763_Politiekennisparels_2020-2023_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerd_politiewerk
Het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) gaat over onderwerpen die het leven van mensen direct raakt: criminaliteit, veiligheid, rechtvaardigheid, migratie. J&V doet daarom verwoede pogingen om ‘’de burger’’ te bereiken, te betrekken, tevreden te stellen en serieus te nemen. Het streven is dan dat het beleid gedragen wordt door de samenleving en aansluit bij behoeften en praktijk. Andersom proberen ‘’burgers’’ via moedige pogingen overheden te bewegen om rekening te houden met hun wensen en suggesties.
Het streven is om een groter vertrouwen van burgers in de overheid te bewerkstelligen en te laten zien dat de overheid er voor hen is. Hoe kunnen we door burgers ervaren knelpunten bij de dienstverlening sneller verhelpen of aan de politiek melden? Dat kan bijvoorbeeld leiden tot vereenvoudiging van regelgeving, makkelijker toegang tot het recht, aandacht voor de buurt waar migranten opgevangen worden of het oplossen van knelpunten in de uitvoering of hardvochtigheden door wetten en regels aan te passen. Bijgesloten ´kennisparel´ biedt in dit geval handvaten hoe de grootste speler in de strafrechtketen, de politie, dat vertrouwen van burgers kan vergroten. Ik zou zeggen, beleidsmakers binnen het ministerie van J&V neem kennis van bijgesloten ´kennisparel´, gratis kennis voor goed beleid. Maak er vooral gebruik van.