Inleiding en context
Goede morgen allemaal op deze woensdag 1 mei 2024, de ´dag van de arbeid´. Ik begin weer met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=_kCVjHnpitc en deze als extraatje: https://www.youtube.com/watch?v=Z-VQHChwabA Vandaag een prima kakelverse ´kennisparel´ in jullie mailbox betreffende een systematisch overzicht rond zogenaamde ´hate crimes´ ´hate incidents´ en ´hate speech´. De Nederlandse wet kent het begrip ‘hate crime’ niet. Wel is er steeds meer aandacht voor haatuitingen of haatmisdrijven zowel in geschrift als gesproken woord. In Nederland kan vervolging worden ingesteld bij delicten die worden gepleegd met een discriminatoir motief (zogenoemde CODIS-feiten: https://wetten.overheid.nl/BWBR0041649/2019-01-01).
De gebeurtenissen van de afgelopen maanden rond antisemitisme hebben opnieuw laten zien welke gevolgen deze haatuitingen kunnen hebben. In feite wordt er gif in een democratische maatschappij gespoten die zeer bedreigend kan zijn voor het functioneren van de rechtsstaat. Alle zeilen bij dus om hier zowel via wetgeving, voorlichting en zogenaamde ´soft laws´ een einde aan te maken. Ik heb trouwens eerder al zes ´kennisparels´ over aspecten van haatmisdrijven verstuurd: 116;145;213;404;457;en 547. Allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Er bestaan nogal wat verschillen in definitie en reikwijdte die aan het begrip van haatmisdrijven wordt gegeven. Om meer duidelijkheid te verkrijgen worden in bijgesloten systematisch overzicht de wetenschappelijke publicaties uit verschillende disciplines systematisch beschreven. Het gaat dan om wetenschapsdisciplines zoals persoonlijkheids- en sociale psychologie, klinische psychologie, sociologie, criminologie en aanverwante disciplines. Het blijkt dat sprake is van in feite een uniek fenomeen vanwege de achtergronden die geworteld zijn in vooroordelen, identiteit en attitudes waarin het snijvlak van individuele, psychosociale en ecologische factoren in het bijzonder een rol spelen.
Bron
Vergani, Matteo, Barbara Perry, Joshua Freilich, Steven Chermak, Ryan Scrivens, Rouven Link, Daniel Kleinsman, John Betts & Muhammad Iqbal (June 2024). Mapping the scientific knowledge and approaches to defining and measuring hate crime, hate speech, and hate incidents: A systematic review. Campbell Systematic Reviews, vol. 20, no. 2, June, pp. 1-51. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/cl2.1397
Samenvatting
The difficulties in defining hate crime, hate incidents and hate speech, and in finding a common conceptual basis constitute a key barrier toward operationalisation in research, policy and programming. Definitions disagree about issues such as the identities that should be protected, the types of behaviours that should be referred to as hateful, and how the ‘hate element’ should be assessed. The lack of solid conceptual foundations is reflected in the absence of sound data. These issues have been raised since the early 1990s but they proved to be an intractable problem that continues to affect this research and policy domain.
Our systematic review maps out how hate crime, hate speech, and hate incidents are defined and measured, highlighting gaps and suggesting improvements for research and policy. An annex is provided, comprising complete lists of the original definitions and measurement tools that met our inclusion criteria. This compendium serves as a valuable tool for researchers and policymakers globally, guiding the selection of definitions and methodologies in future efforts to understand and combat hate.
Hate crimes, hate incidents, and hate speech are challenging to define and measure consistently. Research and policy work in this important area have developed in disciplinary silos, leading to varied definitions and measurement methods. These variations in definitions hinder how research, policies, and programmes are put into practice, resulting in inconsistent data quality and reporting. This lack of uniformity makes it difficult to build a strong evidence base needed to evaluate and create effective policies and interventions aimed at reducing hate-related behaviours. It also creates obstacles in setting legal standards to define what constitutes hate and in determining which groups need protection. This inconsistency affects the fair treatment of victims across different jurisdictions, hinders the development of suitable laws, and leads to confusion within communities about what actually counts as hate, which can discourage people from reporting such incidents. Our review examined academic articles, grey literature, and legislation across ten countries to understand these discrepancies and their implications, including Canada, the United States, the United Kingdom, Ireland, France, Germany, Italy, Spain, Australia, and New Zealand.
We included 423 academic definitions, 168 measurement tools in the literature, and 83 definitions in legislation. The quality of evidence varies, with many studies excluded due to a lack of transparency in methodology and data reporting. The findings suggest a need for interdisciplinary collaboration and standardisation in future hate research. Our review found significant diversity in definitions and tools for measuring hate crimes, incidents, and speech. There is a disproportionate focus on ethnic and religious identities, with other characteristics like gender and disability less covered, especially within hate speech. Most research originates from English-speaking countries, with limited collaboration across different disciplines. Many existing tools were excluded for opaque methodology, and a notable portion of studies lacked clear definitions, underlining the need for more rigorous standards.
The current landscape shows a research and policy gap in the protection of various identities and the standardisation of research methodologies. To elevate the quality and reliability of future research on hate, there is a pressing need for clearer methodologies and more comprehensive definitions that span a wider range of protected characteristics. Encouraging interdisciplinary collaboration could enhance the development of more robust research frameworks and tools.
Afsluitend
Mensen die het slachtoffer worden van gewelddadige haatmisdrijven hebben meer kans op psychische nood dan slachtoffers van andere geweldsmisdrijven. Specifiek: slachtoffers van misdrijven door vooringenomenheid gemotiveerd geweld hebben meer kans op posttraumatische stress, bezorgdheid over de eigen veiligheid, depressie, angst en woede dan slachtoffers van geweldsmisdrijven die niet worden ingegeven door vooringenomenheid. Haatmisdrijven zijn een extreme vorm van vooroordelen, die in omvang toenemen binnen de huidige context van sociale en politieke veranderingen. In de publieke en politieke discussie worden leden van onbekende of minderheidsgroepen in feite als minderwaardig weggezet. Daders van haatmisdrijven hebben vaak het gevoel dat hun levensonderhoud of manier van leven wordt bedreigd door demografische veranderingen. Daders worden vaak niet zozeer gemotiveerd door haat, maar eerder door angst, onwetendheid of woede. Psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat vooroordelen, stereotypering en discriminatie nadelige effecten kunnen hebben op zowel de slachtoffers als de daders zelf. Alle zeilen bij dus om de omvang en ernst van dit fenomeen te voorkomen.
Het is belangrijk om deze online haatmisdrijven aan te vechten, vooral omdat haatbewegingen steeds meer de (online) wereld zijn binnen gedrongen. Haat zaaiende uitlatingen/cyberhaat vormen een bedreiging voor de sociale orde door het schenden van sociale normen. Het blijkt dat de perceptie van sociale normen van zowel ondersteunende of tegengestelde vooroordelen een invloed hebben op hoe individuen (online )reageren. Overheden over de hele wereld worden geconfronteerd met een toenemende vraag naar het voorkomen en bestrijden van online haatdragende ideologieën en gewelddadig extremisme. De toegepaste strategieën benadrukken het belang van doorlopend onderzoek en analyse, het internationaal delen van kennis en beste praktijken voor het tegengaan van haatdragende ideologieën en propaganda.
Slachtofferschap van haatmisdrijven is inmiddels een serieus maatschappelijk probleem geworden. De wijdverspreide onenigheid die heeft groepen van elkaar verwijderd, democratische instellingen ondermijnd en verscheurd de structuur van onze samenleving. Nationaal en internationaal blijft het fenomeen groeien ondanks de steeds duidelijker wordende behoefte aan collectieve kracht tegenkracht om ongelijkheden in de wereld tegen te gaan. Aandacht voor slachtofferschap van haatmisdrijven is niet langer alleen een zaak van strafrechtprofessionals, het is de verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel om het wantrouwen en negatieve groepspositionering tegen te gaan. Dit vereist de inzet van sterke (politieke) leiders en instellingen om zinvolle veranderingen te bevorderen. Tegelijkertijd moet dit ook niet omslaan in een extreem ´nieuwe netheid´ waarbij een op feiten gebaseerde discussie niet uit de weg moet worden gegaan.