Inleiding
Beste mensen het is vandaag dinsdag 9 juli 2024. Ik begin met een vrolijk makend liedje: https://www.youtube.com/watch?v=lgCZN1rU5co Heerlijk. Ik ga zo meteen naar DSP Groep in Amsterdam: https://www.dsp-groep.nl/ om daar deze (aangepaste) presentatie te geven: https://www.researchgate.net/publication/342803309_Het_beeld_van_de_criminaliteit_in_Nederland_anno_2024_Trends_achtergronden_en_verklaringen Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Dat is een wat bijzonder onderwerp namelijk een systematisch overzicht van de bestaande kennis over het toevoegen van voedingssupplementen aan het eten en het effect hiervan bij het terugdringen van agressie. Het betreft zogenaamde Omega 3-vetzuren, dat zijn meervoudig onverzadigde vetzuren. De bekendste zijn alfa-linoleenzuur (ALA) en de visvetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA).
Eerder deed het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) hier een systematisch onderzoek naar: https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/206/Cahier_2018-11_2620_Volledige_tekst_tcm28-368118.pdf?sequence=2&isAllowed=y Onderzoek naar het ontstaan van delinquent en crimineel gedrag is lange tijd sterk psychosociaal georiënteerd geweest. In de laatste decennia neemt de belangstelling voor andere verklaringen echter sterk toe. Zo raakt de criminologie steeds meer gewend aan de neurobiologische verklaringen van delinquent en crimineel gedrag, soms als alternatieve verklaring, soms als aanvulling op bestaande theorieën. Trouwens, veel van die theorieën zijn niet meer geldig omdat ze de significante daling in de criminaliteit niet kunnen verklaren:
Tot deze recente ontwikkeling hoort ook nieuwe kennis vanuit de voedingswetenschap. Deze kennis is echter nog niet eerder systematisch in beeld gebracht. De hierboven genoemde WODC-kennissynthese beoogt deze lacune te vullen. In die kennissynthese wordt een aantal onderwerpen behandeld. Enkele hiervan zijn algemeen. Er wordt uitleg gegeven over wat onder adequate voeding en tekorten wordt verstaan, daarnaast wordt ingegaan op mogelijke effecten van tekorten op gedrag. Meer specifiek wordt beschreven wat er vanuit de voedingswetenschap bekend is over behandelmogelijkheden bij tal van gedragsproblemen. Een apart hoofdstuk is gewijd aan voedingsinterventies bij justitiabelen, vooral gedetineerden. Tot slot wordt de justitiële context waarbinnen voeding een belangrijke rol speelt besproken.
Bijgesloten ´kennisparel´ kan gezien worden als een update van het hierboven besproken WODC-onderzoek maar dan specifiek gericht op het terugdringen van agressie. Wat blijkt uit bijgesloten ´kennisparel´? Er wordt beweerd dat omega-3-suppletie agressie vermindert en dat wordt netjes uitgezocht. Er is een meta-analyse uitgevoerd op 28 RCT’s (randomized controlled trials) met 3918 deelnemers en dat is qua omvang bijzonder te noemen. Het blijkt dat Omega-3 (een bescheiden maar significant) effect heeft op het verminderen van agressie zowel bij kinderen als volwassenen. Er worden effecten gevonden voor verschillende vormen van agressie. Omega-3 is een veilige, goedkope en gezonde interventie om agressie te verminderen. Goed nieuws lijkt mij!
Bron
Raine, Adrian & Lia Brodrick (September / October 2024). Omega-3 supplementation reduces aggressive behaviour: A meta-analytic review of randomized controlled trials. Aggression and Violent Behavior, vol. 78, September-October, pp. 1-9. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1359178924000466?via%3Dihub
Samenvatting
There is increasing interest in the use of omega-3 supplements to reduce aggressive behaviour. This meta-analysis summarizes findings from 29 RCTs (randomized controlled trials) on omega-3 supplementation to reduce aggression, yielding 35 independent samples with a total of 3918 participants. Three analyses were conducted where the unit of analysis was independent samples, independent studies, and independent laboratories. Significant effect sizes were observed for all three analyses (g = 0.16, 0.20, 0.28 respectively), averaging 0.22, in the direction of omega-3 supplementation reducing aggression.
There was no evidence of publication bias, and sensitivity analyses confirmed findings. Moderator analyses were largely non-significant, indicating that beneficial effects are obtained across age, gender, recruitment sample, diagnoses, treatment duration, and dosage. Omega-3 also reduced both reactive and proactive forms of aggression, particularly with respect to self-reports (g = 0.27 and 0.20 respectively). It is concluded that there is now sufficient evidence to begin to implement omega-3 supplementation to reduce aggression in children and adults – irrespective of whether the setting is the community, the clinic, or the criminal justice system.
We recognize that some may reasonably disagree with this conclusion. Such objections however bear the heavy burden of specifying how many more RCTs, over how many more decades, showing what specific effect size, at what level of safety, will it take for any intervention to begin to be deemed suitable for implementation to reduce aggression. Given the additional psychological and physical benefits of omega-3 supplementation and ease of implementation, we believe the time has come both to execute omega-3 supplementation in practice and also to continue to scientifically investigating its longer-term efficacy.
Afsluitend
En dat is natuurlijk mooi nieuws voor een ieder die betrokken is bij het terugdringen van agressie binnen verschillende (justitiële) populaties. De hoofdconclusie is dat Omega-3 een veilige, goedkope en gezonde interventie om agressie te verminderen. Gezien de forse economische en psychologische kosten van agressie en geweld in de samenleving moeten zelfs kleine effectgroottes serieus worden genomen. Met betrekking tot de klinische implicaties, op basis van de bevindingen uit de ´kennisparel´, is het een weloverwogen beslissing nu er voldoende bewijs is om te beginnen met het implementeren van omega-3-suppletie om agressie bij kinderen en volwassenen op een bescheiden niveau te verminderen.
Dit ongeacht of de setting bijvoorbeeld de vrije gemeenschap, de (intramurale) kliniek is of het strafrechtsysteem. De auteurs betogen dat omega-3-suppletie op zijn minst moet worden beschouwd als een aanvulling op andere interventies. Het maakt dan niet uit of deze psychologisch (bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie) of farmacologisch (bijvoorbeeld risperidon) van aard zijn. Het is daarom zaak dat zorgverleners worden geïnformeerd over het potentiële voordeel van deze omega-3-suppletie interventies. Een mooie taak voor het ministerie van Justitie & Veiligheid lijkt mij.