Inleiding
Ik wens jullie allemaal een mooie dag toe op deze donderdag 7 november 2024. Ook nu begin ik maar weer met een vrolijk liedje om de stemming er wat in te houden: https://www.youtube.com/watch?v=aoRcpbsD-Vk Afgelopen dinsdag verstuurde ik een ´kennisparel´ over gokverslaving en geestelijke gezondheidsschade. Het toeval wil dat die middag het volgende onderzoek verscheen: Drie jaar legaal online gokken: Evaluatie van de Wet Kansspelen op afstand. En daar heb ik de bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag over gemaakt. Ik voeg de samenvatting bij want het hoofdrapport in nogal omvangrijk. Geïnteresseerde lezers kunnen dat hoofdrapport downloaden vanaf onderstaande link.
De Wet kansspelen op afstand (koa) moest ervoor zorgen dat bestaande en toekomstige online gokkers naar verantwoorde, betrouwbare en controleerbare legale goksites zouden worden geleid. Maar de waarborgen die online gokspelaanbieders moeten bieden om kansspelverslaving en andere gokschade bij spelers te voorkomen, schieten tekort. De regulering heeft wel geleid tot veel nieuwe online gokkers, waaronder veel jongvolwassenen die extra risico lopen om door gokken in de problemen te komen. Dit blijkt uit de evaluatie van de Wet koa door Dialogic, die in opdracht van het WODC is uitgevoerd. Onderzoekers concluderen dat de wet en de uitvoering daarvan op belangrijke onderdelen niet voldoen en doen daarom een aantal urgente aanbevelingen.
Bron
Blom, Tessel, Max Boiten Melvin Hanswijk Sophia Stone Joost Crielaard & Frank Bongers (oktober 2024). Drie jaar legaal online gokken: Evaluatie van de Wet Kansspelen op afstand. Utrecht: Dialogic, 198 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3407 en https://dialogic.nl/wp-content/uploads/2024/11/Evaluatie-van-de-Wet-Koa.pdf
Samenvatting
Het beleid veronderstelt dat een goed geïnformeerde speler zelf de goede keuzes maakt en zijn of haar speelgedrag in de hand houdt. Uit het onderzoek blijkt echter dat spelers vaak onvoldoende geïnformeerd worden over zowel de verslavingsrisico’s als hun eigen gokgedrag. Bij een verslavend product als gokken is die eigen verantwoordelijkheid teveel gevraagd van bepaalde groepen spelers, zoals jongvolwassenen. Ook werken beschermende maatregelen niet zoals beoogd, omdat ze niet aanbieder overstijgend zijn. Zo moeten spelers vooraf verplicht limieten instellen op hoeveel tijd en geld zij op een goksite kunnen of willen besteden. Maar omdat deze limieten bij iedere goksite apart ingesteld moeten worden, gaat deze bescherming verloren zodra een speler die tegen een limiet aanloopt bij een andere aanbieder doorgaat met gokken.
Aanbieders van online kansspelen hebben de verantwoordelijkheid om het speelgedrag te monitoren en in te grijpen als er onmatig gegokt wordt. De evaluatie laat zien dat zij die zorgplicht verschillend en vaak onvoldoende invullen. Ook de Kansspelautoriteit (Ksa) rapporteerde eerder al dat deze zorgplicht bij aanbieders tekort schoot. Dit roept de vraag op of aanbieders wel de juiste partij zijn voor de invulling van deze zorgplicht. Zij hebben immers een commercieel belang om spelers te werven en vast te houden. Ook de Consumentenbond waarschuwde in 2023 al dat aanbieders op sommige punten eerder aanzetten tot onmatig speelgedrag, dan dat zij dat voorkomen. De huidige reclameregels voor kansspelen voorkomen daarnaast niet volledig dat kwetsbare personen gokreclame te zien krijgen.
Een extra complicatie op het punt van verslavingspreventie is dat de Wet koa voorschrijft dat aanbieders met verslavingsdeskundigen moeten samenwerken om een preventiebeleid tegen verslaving vorm te geven, zodat de consument op de best mogelijke manier beschermd wordt tegen de risico’s van online kansspelen. Maar deze samenwerking komt zeer beperkt tot stand. Een deel van deze deskundigen ziet het namelijk niet zitten om met de kansspelsector samen te werken. Zij willen hun (financiële) onafhankelijkheid bewaren en vinden dat er in het verleden te weinig met hun input is gedaan.
De regulering van online gokken heeft zeer waarschijnlijk geleid tot een forse groep nieuwe spelers, zo bleek uit eerder onderzoek. Zo’n 7 van de 10 ondervraagde online gokkers zegt daarmee begonnen te zijn nadat het mogelijk werd om bij vergunde aanbieders te gokken. Vanwege de gebrekkige bescherming tegen gokverslaving is het aannemelijk dat een deel van de online gokkers gokschade oploopt, zoals schulden, relatieproblemen of ander persoonlijk leed. Hierbij speelt mee dat relatief veel jongvolwassenen online gokken. Deze leeftijdsgroep loopt extra risico om de controle over het eigen gokgedrag te verliezen. Wat de uiteindelijke effecten van de regulering van online gokken op het aantal mensen met gokverslaving zullen zijn, is nog niet duidelijk. Het duurt vaak jaren voordat iemand met gokverslaving hulp zoekt, maar de eerste cijfers over het aantal mensen dat hulp zoekt bij verslavingsinstellingen laten al wel een lichte stijging zien.
De evaluatie is positiever over de betrouwbaarheid van online kansspelen en het tegengaan van fraude, maar noemt ook daar aandachtspunten. Zo werkt de informatiedeling om matchfixing (gokken op gemanipuleerde sportwedstrijden) te voorkomen niet goed. Een knelpunt bij het controleren van goksites of -apps is dat de Ksa maar beperkt toezicht kan houden op de speelomgeving (dat wat de ingelogde spelers zien). De Ksa heeft namelijk bezwaren om van haar medewerkers te verlangen om met eigen persoonsgegevens in te loggen en eventueel te gokken binnen de speelomgeving van de aanbieders. De Ksa mag namelijk geen gebruik maken van valse identiteiten voor het aanmaken van speelaccounts. Ook kan de Ksa momenteel lastig optreden tegen het illegale aanbod van online gokspelen, mede omdat deze aanbieders vrijwel altijd vanuit het buitenland opereren en de Ksa niet bevoegd is om een illegale goksite op zwart te zetten.
In de evaluatie worden diverse aanbevelingen gedaan die volgen uit de geconstateerde knelpunten in de Wet koa en de uitvoering daarvan. De meest urgente aanbevelingen zijn:
- Schrijf de zorgplicht centraal voor en laat dit niet meer over aan de sector.
- Maak spelersdata beschikbaar voor onafhankelijk onderzoek ten behoeve van verslavingspreventie.
- Vergroot het instrumentarium van de ksa om toezicht te houden op het vergunde aanbod.
- Verbeter de aanpak om illegaal aanbod tegen te gaan. Een betere handhaving van de illegale markt zorgt ervoor dat illegale goksites minder goed vindbaar en minder aantrekkelijk zijn. Dat creëert ruimte om het vergunde aanbod strenger te reguleren zonder dat spelers naar het illegale aanbod bewegen.
- Scherm kwetsbare doelgroepen – meer dan nu het geval is – af van reclame, mailings en andersoortige promotionele acties.
Tot slot is een belangrijke aanbeveling om de kerndoelstelling ‘het voorkomen van gokverslaving’ te verbreden naar ‘het voorkomen van gokschade’. De redenatie is dat problematisch gokken ook andere negatieve gevolgen heeft dan een verslaving. De bredere focus op gok gerelateerde schade zou ervoor kunnen zorgen dat alle nadelige gevolgen van gokken beter in beeld komen en zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.
Afsluitend
Tja wat moet ik nog toevoegen aan deze duidelijke samenvatting en conclusies? Het is mooi dat het ministerie van Justitie & Veiligheid (J&V) een dergelijke evaluatie laat verrichten. In feite laat je in de eigen ´beleidskeuken´ kijken. En die keuken scoort in dit geval een flinke onvoldoende. Beleidsmatig valt daar veel van te leren. Het is te hopen dat die lessen inderdaad geleerd worden en tot de noodzakelijke beleidswijzigingen zullen leiden.
Eerder verstuurde ik trouwens deze ´kennisparels´ over kansspelen en gokverslaving: 247;449;514;628;712; en 787, gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/ De uitkomsten daarvan bevestigen in sterke mate de uitkomsten van de bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag. Een extra argument om het gokbeleid in Nederland stevig aan te passen lijkt mij. Zeker wanneer het ministerie van J&V pretendeert op evidentie gebaseerd beleid te voeren lijkt mij dit een mooie testcase. We gaan het hopelijk zien want ik stuur al deze ´kennisparels´ niet voor de zwijnen.