Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime
[805] 5 december 2024: Schade van criminaliteit tegen burgers: 2021 versus 2023

Inleiding

Goede morgen zonder zorgen het is vandaag donderdag 5 december 2024, de goede Sint is nu echt jarig. Daarom een ´van Kooten en de Bie´ als cadeautje voor de goede oude man, ze kunnen er wat van: https://www.youtube.com/watch?v=KTTgXLXBbz8&t=10s Bijzonder. Maar nu naar een kakelverse ´kennisparel´, dit keer een analyse van ons onvolprezen Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over schade van criminaliteit tegen burgers waarin een vergelijking wordt gemaakt met de meting over 2021 en die van 2023.

Twee jaar geleden verstuurde ik deze ´kennisparel´ met data over 2021: https://prohic.nl/2022/09/22/459-22-september-2022-financiele-schade-van-criminaliteit-tegen-burgers/ Vandaag dus de meest recente data over het jaar 2023. In 2023 waren Nederlanders naar eigen zeggen slachtoffer van in totaal 3,6 miljoen vermogensdelicten, zoals diefstal of aankoopfraude, en 1,0 miljoen vernielingen. De hierbij gerapporteerde schade bedroeg 3,2 miljard euro, 13 procent meer dan in 2021.

Dit meldt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2023: https://prohic.nl/2024/03/01/674-1-maart-2024-veiligheidsmonitor-2023/ De Veiligheidsmonitor van het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid komt elke twee jaar uit en is een enquête over veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit. In 2023 beantwoordden 182 duizend inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder vragen over onder andere financiële schade die ze hebben geleden door criminaliteit. Ik heb het bijbehorende persbericht ook ter informatie bijgesloten.

Bron

CBS (december 2024). Schade van criminaliteit tegen burgers: 2021 versus 2023. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, 13 pp. https://www.cbs.nl/item?sc_itemid=89ba4957-c9cb-4ccb-beec-bca8f4d2ea4c&sc_lang=nl-nl

Samenvatting

In 2023 zijn in totaal 4,7 miljoen delicten tegen burgers gepleegd die voor financiële schade zorgden. Dat is een half miljoen meer dan in 2021. Bij 77 procent van de delicten ging het om diefstal van geld of spullen, bij 23 procent ging het om vernieling. Fraude bij online aankopen kwam met 1,3 miljoen delicten het vaakst voor, maar niet vaker dan in 2021. De schade van deze delicten was in de helft van de gevallen minder dan 60 euro. In 2023 werden 928 duizend fietsen gestolen, 30 procent meer dan in 2021. De helft van de gestolen fietsen was minder waard dan 350 euro. Zakkenrollerij, diefstal uit auto’s en vernieling van fietsen kwamen in 2023 ook vaker voor dan in 2021.

Nederlanders waren naar eigen zeggen 110 duizend keer slachtoffer van bancaire fraude in het betalingsverkeer. Dat betekent dat de crimineel toegang kreeg tot de bankrekening van het slachtoffer, bijvoorbeeld door een bankpas te stelen en de pincode af te kijken. Bij de helft van deze delicten was de schade lager dan 300 euro. Bancaire fraude kwam in 2023 vaker voor dan in 2021, maar de schade per delict was lager.

 Bij niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer maakt het slachtoffer zelf geld over naar een crimineel, die zich bijvoorbeeld voordoet als iemand anders. Hier werden 74 duizend mensen slachtoffer van, evenveel als in 2021. In 2023 was bij de helft van de delicten de schade lager dan 400 euro.

Gestolen fietsen en vernielde auto’s zorgden in 2023 voor de meeste schade onder burgers. Fietsdiefstal leidde tot 698 miljoen euro schade, de schade aan vernielde auto’s bedroeg 483 miljoen euro.

In 2023 kwam 22 procent van de totale financiële schade door online gepleegde delicten. In 2021 was dit 28 procent. Aankoopfraude zorgde hierbij voor de meeste schade onder burgers: 247 miljoen euro. Ook fraude in het betalingsverkeer gaf in verhouding veel schade. De totale schade nam het sterkst toe bij fietsdiefstal en zakkenrollerij. Bij beide was de schade in 2023 ongeveer anderhalf keer zo hoog als in 2021.

Het aantal bancaire fraudedelicten nam in 2023 toe vergeleken met 2021, maar de bedragen waren meestal kleiner. Daardoor bleef de totale schade ongeveer gelijk.

Financiële dienstverleners, zoals banken, verzekeraars en creditcardmaatschappijen, vergoedden volgens de slachtoffers in totaal 1,2 miljard euro van hun schade, 38 procent van de totale schade. Naar verhouding werd de meeste schade vergoed bij bancaire fraude in het betalingsverkeer; financiële dienstverleners betaalden 80 procent van de totale schade aan de slachtoffers. Ook van de schade bij gestolen auto’s werd in verhouding een groot deel vergoed.

Vermogens- of vernielingsdelicten hebben naast financiële ook vaak emotionele gevolgen. Bij 16 procent van de slachtoffers leidde het delict tot emotionele of psychische problemen. Met name slachtoffers van (poging tot) inbraak en niet-bancaire fraude in het betalingsverkeer als gevolg van spoofing kregen, met 48 respectievelijk 35 procent, in 2023 relatief vaak emotionele problemen. In absolute aantallen vergden fietsdiefstallen de meeste emotionele problemen, maar ook wegens aankoopfraude en vernieling van auto’s waren er veel emotionele slachtoffers. Zo kregen 109 duizend slachtoffers van fietsdiefstal emotionele problemen, bij aankoopfraude waren dat er 89 duizend en 77 duizend personen kregen emotionele problemen omdat hun auto vernield was.

Vergeleken met 2021 is het aantal slachtoffers met emotionele problemen door fietsdiefstal het sterkst gestegen. In 2021 waren dat er 79 duizend, in 2023 109 duizend. Ook het aantal slachtoffers met emotionele problemen door zakkenrollerij is gestegen, van 22 naar 35 duizend. De andere delicten zorgden niet noemenswaardig voor meer of minder slachtoffers met emotionele problemen.

Afsluitend

Ik vind dit een ‘kennisparel’ met veel glans, La Peregrina zou ik hem willen noemen. Dit onderzoek beoogt een best mogelijke schatting te geven van de financiële schade van de criminaliteit tegen burgers in de privésetting en de verschillen tussen 2021 en 2023. Onderzoek naar schade kent een aantal uitdagingen. Deze, en hoe hiermee is omgegaan, zijn uitvoerig beschreven in voorgaand onderzoek: https://prohic.nl/2022/09/22/459-22-september-2022-financiele-schade-van-criminaliteit-tegen-burgers/ In 2023 is de vragenlijst verbeterd door de vragen naar schadebedragen verplicht te stellen. De hoogte van de schade voor de slachtoffers werd hierdoor in 2023 nauwkeuriger gemeten. Alhoewel in 2021 zo goed mogelijk gecorrigeerd is voor de onbekende bedragen kan dit enige invloed hebben op de vergelijkbaarheid tussen de jaren.

We kennen in Nederland een lange traditie met zogenaamde slachtofferenquêtes, die werden al medio jaren ´70 van de vorige eeuw afgenomen en destijds gepubliceerd door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. De Veiligheidsmonitor is daar een afgeleide van. Het is relatief één van de meest omvangrijke slachtofferenquêtes ter wereld. Een geweldige bron van kennis voor iedereen in Nederland die zich met criminaliteit en rechtshandhaving bezig houdt. Daar mag je best wel een beetje trots op zijn, op die traditie en de publicatie zelf.

De Veiligheidsmonitor is een alternatieve barometer voor de politieregistratie. Het levert een schat aan data op over veiligheid met achtergrondkenmerken van slachtoffers en hun omgeving, zoals leeftijd, geslacht, herkomst, opleidingsniveau, stedelijkheid van gemeenten, etc. Dat maakt achtergrond- en diepteanalyses mogelijk, bijvoorbeeld naar probleemwijken, welke mensen het meest met geweldsdelicten te maken krijgen, hoe het gaat met hangjongeren in buurten en of meer politie op straat effectief is. Een prachtige en meer dan nuttige bron van kennis. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk. Het is een onmisbare bron om gericht criminaliteitsbeleid te voeren. Bijgesloten ‘’kennisparel’’ van vandaag is naar mijn mening uniek in zijn soort. In slechts weinig landen is men in staat om een goede schatting van de financiële schade van criminaliteit tegen burgers in kaart te brengen. Ook hier staat Nederland aan de top waar het beschikbare data betreft op het brede terrein van criminaliteit en rechtshandhaving. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk.

prohic_linksonder