Inleiding en context
Goede morgen allemaal op deze mooie dinsdag 13 februari 2024. Let een beetje op vanwege de 13e dag deze maand. Ik begin vandaag met een mooi vrolijk liedje: https://www.youtube.com/watch?v=yp_QkUVZGPc Prachtig. Maar nu weer naar de realiteit van vandaag, dus een nieuwe verse ´kennisparel´ in jullie mailbox. Dit keer een prima systematisch overzicht naar de beschikbare kennis over aard en omvang van identiteitsfraude in de VS. Uiteraard bestaat er ook de nodige kennis over het fenomeen van identiteitsfraude in Nederland, zie bijvoorbeeld deze eerder verzonden ´kennisparel´: https://prohic.nl/2022/04/06/376-6-april-2022-fraudevictimisatie-in-nederland-onderzoeksrapport/ en dit WODC-onderzoek: https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/253
Maar ook het Centraal Bureau voor de Statistiek meet o.a. de omvang en trends van slachtofferschap van identiteitsfraude via de twee jaarlijks uitgevoerde Veiligheidsmonitor: https://prohic.nl/2022/03/01/353-1-maart-2022-veiligheidsmonitor-2021/ Opvallend is dat het percentage van slachtofferschap van identiteitsfraude in 2021 ten opzichte van 2012 met meer dan vijftig procent is gedaald. Trouwens, op 1 maart a.s. verschijnt de nieuwe editie van die Veiligheidsmonitor met data over 2023, ik ben benieuwd naar de uitkomsten daarvan. Ik zal daar uiteraard een ´kennisparel´ aan besteden.
Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Het blijkt dat er een dringende behoefte is aan meer onderzoek naar de prevalentie van slachtoffers van identiteitsfraude onder minderjarigen, geïnstitutionaliseerde individuen en individuen uit minderheidsgroepen, de zogenaamde ´hard to reach groups´. Studies die in dit overzicht zijn opgenomen suggereren verder dat de risicofactoren voor identiteitsfraude variëren op basis van het beschouwde type fraude. Slachtoffers van identiteitsfraude kunnen verschillende soorten van financiële en psychologische schade ondervinden. Longitudinale onderzoeken (zoals de hierboven beschreven Veiligheidsmonitor) naar slachtoffers van identiteitsfraude zijn essentieel voor het betrouwbaar inschatten van de risicofactoren voor slachtofferschap van identiteitsfraude en de impact hiervan.
Er is een gebrek aan inzicht via onderzoek naar de impact van programma’s en dienstverlening aan slachtoffers van identiteitsfraude. Die vorm van slachtofferhulp vereist meer aandacht van wetenschappers om de impact van programma’s, interventies en diensten voor slachtoffers van identiteitsfraude te beschrijven en te beoordelen op de effecten. Hierbij is vooral aandacht nodig voor het aangiftegedrag van slachtoffers, het voorkomen van slachtofferschap, de ervaringen van slachtoffers met politie en de kosten-batenanalyse van dergelijke slachtofferhulp. De beleids- en praktijkimplicaties van deze bevindingen uit bijgesloten ´kennisparel´ worden besproken.
Bron
Irvin‑Erickson, Yasemin (February 2024). Identity fraud victimization: A critical review of the literature of the past two decades. Crime Science, 10 February, pp. 1-26. https://crimesciencejournal.biomedcentral.com/articles/10.1186/s40163-024-00202-0
Summary
This study aims to provide an understanding of the nature, extent, and quality of the research evidence on identity fraud victimization in the US. Specifically, this article reviews, summarizes, and comments on the state of empirical research of identity fraud victimization in the US based on a narrative review of 52 published empirical studies. Studies included in this review suggest that the prevalence of identity fraud in the US has increased over the years and existing account frauds is the most prevalent type of identity fraud. There is a pressing need for more research on the prevalence of identity fraud victimization among minors, institutionalized individuals, and individuals from minority groups; long-term prevalence of identity fraud victimization; and emerging forms of identity fraud such as synthetic identity fraud victimization.
Studies included in this review further suggest that identity fraud risk factors vary based on the fraud type considered. Identity fraud victims can experience a variety of harms. Longitudinal studies following identity fraud victims are essential for reliably estimating the risk factors for identity fraud victimization and the impact of identity fraud victimization on individual victims. The research on services for identity fraud victims is limited and suggests the positive impact of trauma-informed services for serious identity fraud victims. The overwhelming lack of research on the impact of programs and services for identity fraud victims necessitates more attention from scholars to study the impact of programs, interventions, and services for identity fraud victims on reporting of victimization, prevention of victimization, experiences of victims, and victim-centered cost benefit analysis of services. Policy and practice implications of these findings are discussed.
Afsluitend
De Nederlandse samenleving is in hoog tempo gedigitaliseerd. Bijna iedereen maakt dagelijks gebruikt van computer, smartphone of andere vormen van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Naast de voordelen die deze digitalisering oplevert is er ook een schaduwzijde—cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit. Cybercriminaliteit betreft delicten waarbij ICT het middel en doel is. Het gaat dan bijvoorbeeld om delicten als hacken en ransomware. Gedigitaliseerde criminaliteit betreft traditionele delicten waarbij ICT als middel wordt ingezet, maar niet het doel is. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over (doods)bedreigingen via WhatsApp, identiteitsfraude, of aan- en verkoopfraude via Marktplaats.nl.
Veel vormen van oplichting en fraude hebben zich bijvoorbeeld verplaatst naar het internet, waarbij daders hun methoden moesten aanpassen aan het digitale domein. De voortschrijdende digitalisering biedt identiteitsdieven nieuwe kansen om computergebruikers vertrouwelijke gegevens te ontfutselen, zoals rekeningnummers en paswoorden. Welke methoden hanteren daders, en hoe kunnen zij succesvol zijn via nieuwe kanalen? Welke schade wordt aangericht en hoe gaan slachtoffers met die schade om? Hoe kunnen burgers weerbaarder worden gemaakt tegen deze nieuwe criminaliteitsvormen? Dat zijn allemaal relevante vragen die deels van antwoorden zijn voorzien vanuit de wetenschap. Maar er blijft hierover nog een groot aantal witte vlekken over in het bestaand kennisniveau. Kortom: werk aan de winkel voor onderzoekers en beleidsmedewerkers om hieromtrent de slimme vragen te stellen en ze te beantwoorden.