Inleiding en context
Het is dinsdagochtend 23 maart 2021. Vandaag als ´kennisparel´ een overzicht van de huidige stand van zaken in de wetenschap rond zogenaamde risico-, versterkend en beschermende factoren voor crimineel gedrag. De auteurs hebben in opdracht van de gemeente Rotterdam dit overzicht gemaakt. Dat is natuurlijk een hele klus omdat de accumulatie van kennis op deze onderscheiden terreinen de laatste jaren bijzonder is toegenomen. Het is een bijna onmogelijke taak om door al deze ´kennisbomen´ het bos nog te zien. Toch hebben de auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ een goede poging ondernomen en zijn ze in staat geweest om ondanks deze bijna onoverzichtelijke hoeveelheid kennis orde te scheppen in deze materie. Voor iedereen die zich bezig houdt met (potentiële) daders en daderschap in alle soorten en maten is bijgesloten rapport een mooi overzicht om kennis van te nemen.
Bron
Servaas, Lotte M., Frank M. Weerman & Tamar F.C. Fischer (maart 2021). Risico-, versterkende en beschermende factoren voor crimineel gedrag: Een literatuuronderzoek naar de wetenschappelijke stand van zaken. Rotterdam: Erasmus Universiteit, Sectie Criminologie, 99 pp. https://repub.eur.nl/pub/135248
Samenvatting
Crimineel gedrag is een complex fenomeen, met verschillende verschijningsvormen (zoals overlast, jeugdcriminaliteit, cyberdelicten, georganiseerde misdaad), en invloeden vanuit verschillende domeinen (zoals het individu, diens directe omgeving en de maatschappij). De vraag welke factoren van belang zijn voor welke vorm van daderschap is dan ook een heel ingewikkelde, en antwoorden zijn zelden eenvoudig of eenduidig. In dit rapport doen we verslag van een globaal onderzoek naar de wetenschappelijke stand van zaken over de belangrijkste factoren die het risico op verschillende vormen van crimineel gedrag verhogen of juist verminderen. Hiervoor hebben wij een systematische literatuurstudie uitgevoerd naar bestaande overzichtsstudies op dit terrein en de resultaten samengevat in overzichtelijke tabellen. In dit eerste hoofdstuk gaan we in op de aanleiding voor dit onderzoek, presenteren we de onderzoeksvragen en reflecteren we op de betekenis van de door ons onderzochte factoren.
Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een verzoek van de gemeente Rotterdam om een overzicht te geven van de bestaande kennis over de meest relevante factoren op het gebied van crimineel gedrag, voor verschillende leeftijdscategorieën en verschillende vormen van criminaliteit. De achtergrond daarvan is het streven van de gemeente Rotterdam om bij het maken van beleid zoveel mogelijk kennis te gebruiken uit wetenschap en praktijk. Voor het jeugdbeleid was dit een aantal jaren terug expliciet uitgewerkt in de vorm van een factorenmodel dat is verwerkt in het zogeheten Beleidskader jeugd, “Rotterdam Groeit”. Dit betrof een plan dat was gericht op het “kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van kinderen en jongeren in de stad.” Hiermee probeerde de gemeente onder meer antwoorden te bieden op de decentralisatie en transformatie van de jeugdhulp, wat rond 2015 was ingezet. Door het betrekken van wetenschap bij het jeugdbeleid wilde de gemeente een beter en rationeler fundament leggen voor het maken van keuzes met betrekking tot preventie en interventie van bijvoorbeeld schooluitval, criminaliteit en psychische aandoeningen bij kinderen en jongeren. Daarnaast hoopte de gemeente nieuwe aandachtspunten voor beleid te signaleren.
Voor het factorenmodel was samengewerkt met wetenschappers, onder meer van het Nederlands Jeugd Instituut. In het model werden vijf domeinen, in het model aangeduid als ‘settings’, onderscheiden: (1) de ouders, (2) het kind zelf, (3) de peuterspeelzaal, kinderopvang en school, (4) de bredere omgeving van straat, wijk, stad en (5) de digitale wereld. Binnen deze domeinen werden verschillende factoren benoemd die risico’s kunnen opleveren of juist positief of beschermend kunnen uitwerken voor de drie centrale doelen van het beleidsplan: het ontwikkelen van talent, het veilig laten opgroeien en het bevorderen van de gezondheid van kinderen en jongeren. Bij het indelen van de verschillende factoren werd voor zover mogelijk ook onderscheid gemaakt naar de leeftijdsperioden waarin die factoren van belang zijn, zoals in de zwangerschap, kindertijd, adolescentie en jongvolwassenheid.
De gemeente Rotterdam wil het factorenmodel voor de jeugd nu uitbreiden naar een factorenmodel voor alle leeftijden. Het doel daarvan is om inzichtelijk te maken welke factoren niet alleen voor kinderen en jongeren, maar ook voor volwassenen en ouderen bijdragen aan kansrijk, veilig en gezond leven. Daarmee kan de gemeente verder onderbouwde keuzes maken over nieuw beleid en de inzet van middelen. Daarnaast hoopt de gemeente dat het verder uitgebreide factorenmodel kan helpen bij het integreren van verschillende beleidsterreinen en bij het nemen van maatregelen die afzonderlijke thema’s overstijgen. Voor de input voor dit nieuwe en uitgebreidere factorenmodel zijn wetenschappers van verschillende disciplines gevraagd een bijdrage te leveren.
Om een overzicht te krijgen van het vele onderzoek naar factoren die samenhangen met verschillende vormen van crimineel gedrag hebben wij een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd naar bestaande studies waarin meerdere onderzoeken worden samengevat en
gesynthetiseerd (systematische overzichtsstudies en meta-analyses). Waar mogelijk hebben wij daarbij onderscheid gemaakt tussen risicofactoren en versterkende of beschermende factoren, om aan te sluiten bij het bestaande factorenmodel voor de jeugd en de beoogde uitbreiding tot oudere leeftijdsgroepen. In navolging van het onderscheid tussen verschillende ‘settings’ en leeftijdsgroepen in de eerdere beleidsnotities van de gemeente Rotterdam, hebben we de gevonden factoren uit onze literatuurstudie zoveel mogelijk ingedeeld in verschillende hoofddomeinen en levensfasen.
De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:
- Wat is op basis van overzichtsstudies en meta-analyses bekend over de belangrijkste risicofactoren, versterkende factoren en beschermende factoren met betrekking tot individueel daderschap van crimineel gedrag?
- Hoe zijn deze factoren in te delen in verschillende domeinen (categorieën zoals individu en gezin) en leeftijdsfasen (zoals kinderen, jongeren en jongvolwassenen)?
- Zijn er op basis van de onderzoeksliteratuur specifieke factoren te onderscheiden wat betreft daderschap van de volgende specifieke typen van crimineel gedrag: jeugdcriminaliteit, cybercriminaliteit, en betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit?
- Op welke manier kunnen we de gevonden factoren duiden in het licht van criminologische inzichten en perspectieven?
Afsluitend
Opnieuw een overzicht waarin gesystematiseerde kennis voor beleid en praktijk wordt gepresenteerd. Bij het vormgeven van een effectief criminaliteit(preventief) beleid moet gebruik gemaakt worden van ’lessen uit de wetenschap’. De basis voor een dergelijk beleid wordt gevormd door betrouwbare en gevalideerde kennis, afkomstig uit bewezen kwalitatief en geredigeerd onderzoek. De 34 synthesestudies die de auteurs hebben gebruikt bij het vervaardigen van bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag biedt aanknopingspunten om dergelijk effectief beleid te formuleren en te implementeren. Maak er vooral gebruik van.