Inleiding en context
Vrijdagochtend 21 augustus 2020, en zoals ik gisteren al beloofde vandaag een ´kennisparel´ over fietsdiefstal. De media hebben daar gisteren de nodige aandacht aan geschonken. Voor sommigen misschien een wat vreemde eend in de bijt, zeker vergeleken met onderwerpen die al eerder aan de orde kwamen zoals, georganiseerde criminaliteit, maatregelen gericht op seksuele delinquenten, afpakken van crimineel geld of ontwikkeling van criminele carrières. Volgens sommige is fietsdiefstal een bagateldelict, niet ernstig en het hoort er nu eenmaal bij. Die mening werd trouwens ook begin jaren ´80 van de vorige eeuw gehoord. Het was toen een junkendelict, een onderdeel van de alledaagse toenmalige permissive maatschappij.
Maar toch is er een aantal tegenargumenten te geven waarom dit niet zo is. In het kort: fietsdiefstal is de meest voorkomende vorm van vermogenscriminaliteit in Nederland; fietsdiefstal kost de Nederlandse maatschappij 600 miljoen Euro op jaarbasis; Oost-Europese bendes grote aantallen dure fietsen stelen om deze in busjes vol de grens over te brengen; een stijgende tendens in het op straat inladen van fietsen in busjes én in inbraken in rijwielzaken en opslagruimtes; nu fietsen gemiddeld steeds duurder worden, zou dit volgens de onderzoekers een eerste indicatie kunnen zijn voor bike jacking; naast de schade voor de samenleving als geheel, is het gevolg van diefstal dat slachtoffers emotionele en financiële impact kunnen ondervinden; en ten slotte een lauwe reactie op fietsdiefstal kan normloosheid tot gevolg hebben waarbij het stelen van fietsen als normaal wordt gezien. Kortom, alle zeilen bij om ook de preventieve en repressieve aanpak van fietsdiefstal (opnieuw) de nodige prioriteit te geven bij private en publieke partijen. Maar nu naar het bijgesloten rapport, wat staat daar in? Lezers die geïnteresseerd zijn kunnen trouwens via deze link ook de presentaties van het Webinar fietsdiefstal van gisteren bekijken: https://channel.royalcast.com/webcast/kpnwebcast/20200820_1/
Bron
Kuppens, Jos, Joey Wolsink, Juno van Esseveldt & Henk Ferwerda (Augustus 2020). Fietsdiefstal in Nederland: Van fenomeen naar aanpak. Arnhem: Bureau Beke. https://bureaubeke.nl/publicaties/fietsdiefstal-in-nederland/
Samenvatting
Een falende preventieve en repressieve aanpak van fietsdiefstal leidt tot een neergang in de handhaving en een inmiddels torenhoge financiële schade voor de samenleving. De Jaarlijkse financiële schade van fietsdiefstal in Nederland is opgelopen tot 600 miljoen euro. De oorzaak hiervoor ligt enerzijds in een toenemende populariteit van dure modellen als e-bikes, sport- en bakfietsen. Anderzijds groeit met de stijgende waarde van verkochte tweewielers ook de aantrekkingskracht voor een georganiseerd dievengilde dat ‘bedrijfsmatige’ en ‘gewelddadige’ methodes niet schuwt. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Bureau Beke, dat is uitgevoerd in opdracht van de Stichting Aanpak Fiets- en E-bikediefstal (S.A.F.E.). Bureau Beke onderzocht de omvang, kenmerken, ontwikkelingen en verschijningsvormen van fietsdiefstal, en de kansen voor de aanpak.
Overheidsinstanties, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten, waarvan het merendeel al samenwerkt binnen S.A.F.E., stimuleren het fietsgebruik vanwege de positieve bijdrage aan het klimaat en milieu, de filebestrijding, bereikbaarheid en gezondheid van mensen. Maar tegelijkertijd is fietsdiefstal de meest voorkomende vorm van vermogenscriminaliteit in Nederland en ontbreek het in de bestrijding aan een centrale regie vanuit de politiek. Uit het onderzoek komen relatief nieuwe diefstalfenomenen naar voren. Zo geven geraadpleegde experts aan dat georganiseerde groepen steeds actiever worden. Zij gaan professioneel te werk en stelen meerdere dure fietsen – waaronder veel e-bikes – tegelijk om deze naar het buitenland te transporteren.
Fietseigenaren geven aan vaker hun dure fiets te laten staan omdat ze bang zijn dat deze gestolen wordt. De financiële impact gaat vooral op voor slachtoffers die hun fiets niet verzekerd hebben. Zij moeten een nieuwe fiets met eigen middelen betalen en een groot deel ziet in de toekomst af van het kopen van een dure fiets vanwege het diefstalrisico. Fietshandelaren ervaren zowel emotionele als financiële schade van diefstal en er wordt verwacht dat verzekeraars en verhuurorganisaties hun verzekeringspremies zullen verhogen als de fietsdiefstal niet wordt ingeperkt.
Volgens de auteurs is de tijd nu rijp voor nieuwe stappen. Technische hulpmiddelen en ontwikkelingen, zoals track and trace en gesloten registratiesystemen, kunnen daarbij een versnelling geven aan de aanpak. Ook kunnen andere markt- en overheidspartijen dan de politie een nog grotere rol spelen bij diefstalpreventie en het traceren en terugbrengen van gestolen fietsen. Om de aanpak van fietsdiefstal verder te brengen zijn de volgende ingrediënten van belang: technische hulpmiddelen, publiek-private samenwerking én het integraal nastreven van dezelfde doelen door alle ketenpartners.
Afsluitend
Fietsdiefstal is het meest voorkomende vermogensmisdrijf in ons land en een vervelend bijverschijnsel van het grote aantal – steeds duurdere – fietsen dat in ons land in omloop is. Fietsdiefstal is een dagelijks voorkomende ergernis die voor veel burgers een emotionele en/of financiële impact heeft. Daarnaast is er een aanzienlijke maatschappelijke schade. Wanneer er geen adequate reactie volgt op dit fenomeen dan bestaat de kans dat de bereidheid van burgers om zich aan door de overheid of andere autoriteiten vastgestelde regels te conformeren zal afnemen. Iedereen steelt toch een fiets?, dus waarom zou ik mij daar druk over maken? Het stelen van fietsen wordt dan de norm, en dat is precies waar het volgens de toenmalige Commissie Roethof uit 1986 mis ging in Nederland. Een stijging van criminaliteit was daar in de jaren ´80 en ´90 van de vorige eeuw een gevolg van. Zo´n situatie moet vermeden worden, dus ook voor fietsdiefstal geldt dat een adequate aanpak door zowel private partijen maar ook door de overheid gewenst is. Al is het alleen al om een normvervaging in de Nederlandse maatschappij tegen te gaan.