Inleiding en context

Allemaal een hele fijne nieuwe werkweek toegewenst, het is vandaag maandag 14 juni 2021. Vandaag een ´kennisparel´ over de relatie tussen neurobiologische factoren en kindermishandeling. Het is alweer meer dan 40 jaar geleden dat eind jaren ´70 van de vorige eeuw een hevige discussie werd gevoerd over het zogenaamde biosociale onderzoek van de Leidse professor Wouter Buikhuisen. Aan het einde van de jaren zeventig kreeg hij landelijke bekendheid door zijn controversiële stellingen over de biologische achtergronden van criminaliteit. Als gevolg van negatieve publiciteit die hiermee gepaard ging, stapte hij op als wetenschapper. In feite werd hij afgebrand door collega-criminologen. Anders dan in die tijd gebruikelijk was, wilde Buikhuisen zich niet richten op omgevingsfactoren (nurture) maar op biologische factoren (nature) bij zijn onderzoek naar de oorzaken van criminaliteit. Pas in november 2009 verzoende de Universiteit Leiden zich met Buikhuisen en werd hij deels gerehabiliteerd.

Maar goed dat is allemaal geschiedenis Inmiddels is de onderzoeklijn van Buikhuisen een geaccepteerde stroming binnen criminologie. Bijgesloten systematische review laat zien dat latente additieve genetische invloeden, het functioneren van het biologische systeem vastgelegd door biomarkers, polygene risicoscores en neurobiologische factoren vaak worden geassocieerd met blootstelling aan en respons op kindermishandeling. De implicatie van deze bevindingen voor het bestaande onderzoek naar slachtofferschap op jonge leeftijd en aanbevelingen voor toekomstig onderzoek en beleid worden besproken.

Bron

Cooke, Eric M., Eric J. Connoly Danielle L. Boisvert & Brittany E. Hayes (June 2021). A Systematic Review of the Biological Correlates and Consequences of Childhood Maltreatment and Adverse Childhood Experiences. Trauma, Violence & Abuse, 9 June, pp. 1-18.

https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211021613

Samenvatting

Childhood maltreatment (CM) and adverse childhood experiences (ACEs) are two primary forms of interpersonal victimization that have been associated with a host of deleterious health outcomes. Studies over the past decade have begun to use a range of biologically informed methods to better understand the role biology plays in the relationship between CM, ACEs, and later life outcomes. This line of research has shown that both forms of victimization occur at sensitive periods of development, which can increase the likelihood of “getting under the skin” and influence health and behavior across the life course. This review examines the current state of knowledge on this hypothesis. One hundred and ninety-nine studies are included in this systematic review based on criteria that they be written in English, use a biologically informed method, and be conducted on samples of humans. Results reveal that latent additive genetic influences, biological system functioning captured by biomarkers, polygenic risk scores, and neurobiological factors are commonly associated with exposure and response to CM and ACEs. The implication of these findings for the existing body of research on early life victimization and recommendations for future research and policy are discussed.

Taken together, this study provides support for the continued need to explore changes in response to trauma associated with victimization and factors that influence risk of experiencing future victimization from a biologically informed perspective. In this way, biopsychosocial research can deepen our understanding of the etiology and deleterious outcomes of CM and ACEs in an effort to improve theory and intervention/prevention efforts.

Critical Findings

This is the first review to systematically evaluate the current state of evidence from research using biologically informed methods on CM and ACEs, with a specific focus on correlates and consequences of these two forms of interpersonal victimization.

Implications for Practice

Implications for Policy

Implications for Research

Afsluitend

Dat was het weer voor vandaag. Opnieuw inzichten om van te leren. Voor sommige wetenschappers nog steeds een wat omstreden onderwerp, maar het biedt wel inzicht in het identificeren welke neurobiologische factoren mede in samenhang met omgevingsfactoren van invloed zijn op kindermishandeling. En daarmee worden ook handvaten geboden om vanuit preventief oogpunt kindermishandeling in ernst en omvang te reduceren.