Inleiding en context
Iedereen die deze verse ´kennisparel´ ontvangt wil ik een fijne donderdag 19 augustus 2021 toewensen. Van bijgesloten ´kennisparel´ werd ik gisteren enthousiast toe ik hem spotte en natuurlijk las. Een nieuw bewijs dat de politiestrategie van het zogenaamde ´hot spots policing´ effectief blijkt te zijn. Gerichte surveillance door de politie op ´criminele brandhaarden´ kan wel degelijk een significante daling van de criminaliteit en incidenten opleveren. Bijgesloten zeer recente ´kennisparel´ toont dat aan. Eerdere ´kennisparels´ die ik over deze politiestrategie verstuurde wijzen ook in dezelfde richting, een succesvolle aanpak: https://prohic.nl/2020/04/03/3-april-2020-hot-spots-policing-een-onderzoeksynthese/ en https://prohic.nl/2020/12/22/141-22-december-2020-does-hot-spots-policing-have-meaningful-impacts-on-crime-findings-from-an-alternative-approach-to-estimating-effect-sizes-from-place-based-program-evaluations/
Het betreft een strategie waarbij financiële middelen en politieactiviteiten zeer gericht worden ingezet op die plaatsen waar criminaliteit zich in bijzondere mate concentreert. Dit zijn zogenaamde ¨hot spots´. De gerichte aanpak van criminaliteit in die gebieden die gekenmerkt worden door een zeer hoog criminaliteitsniveau blijkt succesvol te zijn. Deze ´hot spots´ worden ook wel criminele brandhaarden genoemd. Het is duidelijk, de bijgesloten ´kennisparel´ laat zien dat de door de politie gehanteerde strategie van ¨Hot Spots Policing´ effectief blijkt te zijn. Om van te leren voor de Nederlandse politiepraktijk. Hierbij kan onder meer verwezen worden naar een lopend langjarig onderzoekprogramma uitgevoerd door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Het onderzoeksprogramma What works in policing: towards evidence-based policing in the Netherlands is er op gericht wetenschappelijke invulling en onderbouwing te leveren voor een evidence based politiepraktijk en (nieuwe) vraagstukken voor de politie(functie) te analyseren. Het onderzoek wordt ontwikkeld en uitgevoerd door het NSCR, met medewerking van de Nationale Politie, de Politieacademie, universiteiten uit binnen- en buitenland, hogescholen en andere kennisinstellingen. Voor een beschrijving zie: https://nscr.nl/thema/evidence-based-policing/ Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag.
Bron
Bland, Mathew, Michelle Leggetter, David Cestaro & Jacqueline Sebire (August 2021). Fifteen Minutes per Day Keeps the Violence Away: a Crossover Randomised Controlled Trial on the Impact of Foot Patrols on Serious Violence in Large Hot Spot Areas. Cambridge Journal of Evidence-Based Policing, 17 August, pp. 1-26. https://link.springer.com/article/10.1007/s41887-021-00066-3
Samenvatting
Hot spot policing, among all crime prevention strategies, has what may be the largest body of research evidence supporting its cost-effectiveness. Yet it can also claim the largest gap between research and practice. In the UK, for example, despite repeated demonstrations of the effectiveness of small doses of foot patrol in crime hot spots, we know of no police agency that has implemented a comprehensive, force-wide patrol strategy to target hot spots of violence, with precision and close tracking, on a daily basis. Such a strategy has been especially viable after repeated investments of extra funding for policing against serious violence, as of 2021 worth over £100 million in total. Increasingly, the UK Home Office has encouraged high visibility policing in ‘hot spots’. This study is a direct result of that funding strategy. In this paper, we present the results of ‘Operation Rowan’, a crossover randomised controlled trial run by Bedfordshire Police.
The main question is: did a 15-min patrol delivery over 1 day reduce serious violent crime in large hot spots (mean size = 2 km × 2 km), without displacing such crimes to nearby areas? We tracked daily official crime reports in a sample of 21 high-crime Bedfordshire (UK) Lower-layer Super Output areas (LSOAs). We measured time spent by two-person police foot patrols in those areas with daily GPS data from handheld devices given to officers working on overtime. We also counted proactively initiated arrests. We used a crossover randomised controlled trial on the 21 “hot spot” LSOAs, each of which was randomly assigned daily to be either in a treatment condition of 15-min of patrol (as one of seven each day) or a control condition of no patrol (as one of 14 each day) for each of 90 days. We used an intention-to-treat framework to analyse the impact of patrols on the outcome measures overall, on consecutive days of assignment to the same condition, and in 100-m ‘buffer’ zones around each hot spot.
We found that on treatment days the hot spots had 44% lower Cambridge crime harm index scores from serious violence than on control days, as well as 40% fewer incidents across all public crimes against personal victims. Statistically significant differences in lower prevalence, counts and harm of both non-domestic violent crime and robbery and other non-domestic crimes against personal victims were also found. We found no evidence of either displacement of serious crime into a 100-m buffer zone, nor any evidence of residual deterrence on no-patrol days following patrol days. We did find evidence of a cumulative effect: the largest differences in crime harm on control days were found in treatment days that came after 3 days of consecutive patrol in the same LSOA. Even minimal amounts of foot patrol can prevent serious violent crime across a large area, and repeated patrols over several days help even more. Our findings suggest that, to reduce both violent and other forms of crime, uniformed officers need to patrol hot spots for short amounts of times on consecutive days.
Afsluitend
´We did not try it, and it did not work. That is an ‘implementation failure’
Ondanks het sterke bewijs dat hot spot policing persoonlijke slachtofferschap en incidenten kan verminderen, blijven politiediensten terughoudend met het uitvoeren van routinematige hot spot patrouilles. Nu herhaaldelijk de voordelen zijn vastgesteld van systematisch patrouilleren op hotspots waar criminaliteit en slachtofferschap zich bovengemiddeld voordoet, is de volgende uitdaging voor de politie om daadwerkelijk op deze manier te surveilleren op een ‘business as usual’-manier. Dit zal om verschillende redenen geen sinecure zijn. Ten eerste, zoals talloze eerdere politiesurveillance experimenten hebben aangetoond is het implementeren van het gewenste patrouilleniveau in de regel een lastige taak zoals ook blijkt uit beschreven experiment. Politiemensen hebben routinematig niet de capaciteit om surveillancetaken op hotspots uit te voeren vanwege andere operationele eisen of gebrek aan beschikbaar personeel.
Of deze kwestie nu systemisch of cultureel is of iets anders viel buiten het bestek van bijgesloten onderzoek, maar dit is een belangrijke lacune die dringend moet worden aangepakt als studies zoals deze niet het criminologische equivalent van een ongebruikte vaccinatie zijn. De evaluatie staat mooi in de boekenkast maar wordt helaas niet verder uitgevoerd. De strategie van hot spots policing werkt, het is nu om uit te uitzoeken hoe er ook in de Nederlandse politiepraktijk een consistente strategie van gemaakt kan worden. Het kan hierbij helpen om meer inzicht te krijgen in de kosten-batenverhouding van een dergelijk programma. Beslissers binnen de politieorganisatie kunnen dan in de verleiding komen om dit onderzoek te herhalen om de effecten in hun eigen politie eenheden te onderzoeken. Ik zou zeggen, ga voor een replicatie van bijgesloten politie experiment.