Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze dinsdag 19 oktober 2021. Uit de afwezigheidsmeldingen op mijn mails maak ik op dat veel mensen een vrije week hebben genomen, geniet ervan. Desondanks vanochtend weer een nieuwe ‘’kennisparel’’ in de mailbox. Het betreft een verslag van de tweejaarlijkse recidivemetingen van het WODC. In de tweejaarlijkse recidivemetingen van het WODC worden een aantal vaste dadergroepen gevolgd, namelijk volwassen en jeugdige daders, ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen en ex-werkgestraften en ex-ondertoezichtgestelden. In het huidige rapport wordt gekeken naar daders waarvan de strafzaak is afgedaan door de rechter of het Openbaar Ministerie in de periode 2008-2017, personen die zijn uitgestroomd uit een Penitentiaire Inrichting (PI) of Justitiële Jeugdinrichting (JJI) in de periode 2008-2017 en personen waarvan de werkstraf of het toezicht is afgelopen in de periode 2012-2017. Tot juli 2020 is nagegaan in hoeverre deze onderzoeksgroepen opnieuw delicten hebben gepleegd die geleid hebben tot een strafzaak.

De strafrechtelijke reactie op criminaliteit moet in tot uitdrukking brengen dat de maatschappij bepaald gedrag niet accepteert en dat de belangen van slachtoffers worden gerespecteerd. Dit betekent dat aandacht voor vergelding niet kan worden gemist, maar dat de sanctietoepassing ook moet bijdragen aan gedragsverandering van daders gericht op het verminderen van recidiverisico’s. Hoe staat het momenteel met de mate van recidive in Nederland? Bijgesloten ‘’kennisparel’’ biedt de meest recente inzichten rond de ontwikkeling van recidive over de tijd onder verschillende dadergroepen. Op naar bijgesloten document.

Bron

Verweij, S.,N. Tollenaar,M. Teerlink & G. Weijters (oktober 2021). Recidive onder justitiabelen in Nederland: Verslag over de periode 2008-2020. Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum, 121 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3104

Samenvatting

Het WODC brengt periodiek de strafrechtelijke recidive, i.e. nieuwe delicten gepleegd in Nederland waar een veroordeling door de rechtbank of een afdoening van het OM op volgt, onder verschillende onderzoeksgroepen in kaart. In deze rapportage staat de ontwikkeling van de recidive van de volgende onderzoeksgroepen centraal. Het gaat allereerst om alle volwassen en jeugdige daders tegen wie in de periode 2008 tot en met 2017 een strafzaak is afgedaan met een geldige afdoening. Onder volwassen daders verstaan we alle daders die volgens het volwassenenstrafrecht zijn veroordeeld en onder jeugdige daders de daders die volgens het jeugdstrafrecht zijn veroordeeld. Daarnaast wordt de recidive beschreven van personen die van 2008 tot en met 2017 zijn vrijgekomen uit een PI of JJI. Voorts wordt de recidive beschreven van daders die in de periode 2012 tot en met 2017 met de reclassering in aanraking kwamen voor het uitvoeren van een werkstraf of die een periode onder toezicht van de reclassering stonden. Nieuw in deze rapportage is dat er ook specifiek gekeken wordt naar volwassen daders die onder meer een financiële sanctie opgelegd hebben gekregen van het OM of de rechter. De volgende onderzoeksvragen staan centraal in dit onderzoek:

De meest belangrijke uitkomsten van deze tweejaarlijkse recidivemetingen zijn de volgende:

1 Wat zijn de achtergrondkenmerken van personen die in de periode 2008 tot en met 2017 zijn veroordeeld, zijn vrijgekomen uit een PI of een JJI, een werkstraf bij de reclassering hebben uitgevoerd of onder toezicht van de reclassering hebben gestaan?

2 Wat is het recidivebeeld van de verschillende onderzoeksgroepen over de tijd:

3 Hoe ontwikkelt de recidive zich over de tijd onder de verschillende dadergroepen gecontroleerd voor verschillen in achtergrondkenmerken en kenmerken van de geschiedenis?

4 Welke financiële sancties werden in 2017 aan volwassen daders opgelegd:

5 Wat is het recidivebeeld na geldboetes (opgelegd door het OM of de rechter) of de transactie geldsom bij volwassen daders:

Recidive wordt gedefinieerd als het opnieuw plegen van een delict dat leidt tot een veroordeling door de rechter of een afdoening door het OM. Meer specifiek is gekeken naar de tweejarige recidiveprevalentie: het percentage personen van de onderzoeksgroep dat binnen twee jaar een nieuw delict heeft gepleegd dat leidde tot een nieuwe strafzaak. Voor ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen is ook specifiek gekeken naar de tweejarige vrijheidsstrafrecidiveprevalentie. Dit staat voor een nieuw gepleegd delict waarvoor een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt opgelegd. Naast de recidiveprevalentie hebben we ook gekeken naar de recidive-frequentie en recidiveomvang. Bij deze uitkomstmaten wordt naar alle strafzaken binnen een onderzoeksperiode van vier jaar gekeken. We berekenen vervolgens de frequentie als het gemiddelde aantal strafzaken per recidivist per jaar zonder detentie. De omvang is gedefinieerd als het totale aantal nieuwe strafzaken per 100 personen uit de onderzoeksgroep (dus niet per se recidivisten) per jaar zonder detentie. Aangezien de recidivefrequentie en recidiveomvang zijn berekend over een periode van vier jaar kunnen we de trend in deze uitkomstmaten bekijken tot en met cohort 2015. Voorts gaan we in de huidige studie uitgebreider in op het type recidivedelict van de strafzaken die de onderzoeksgroepen hebben gepleegd binnen twee jaar. Hoewel het mogelijk is dat één strafzaak uit meerdere delicten bestaat, beperken we de analyses tot de zwaarste delictscategorie van een strafzaak.

Kernuitkomsten

In het onderzoek is ook specifiek gekeken naar de recidive van volwassen daders die onder meer een financiële sanctie opgelegd hebben gekregen van het Openbaar Ministerie (OM) of de rechter. In 2017 kregen ruim 51.000 (48 procent) van de volwassen daders een sanctie opgelegd waarvan een financiële sanctie een onderdeel was. De vier financiële sancties die het meest voorkomen zijn: de onvoorwaardelijke of voorwaardelijke geldboete opgelegd door de rechter, een strafbeschikking boete of een transactie geldsom via het OM.

Het percentage volwassen daders dat recidiveert na één van de vier financiële hoofdsancties schommelt over de onderzochte periode. De recidive na een strafbeschikking geldboete neemt af van 17 tot 14 procent in de onderzochte periode en na de transactie geldsom neemt de recidive af tot 6 procent. De recidive na een voorwaardelijke geldboete van volwassen daders veroordeeld vanaf 2012 neemt licht toe van 23 procent tot 25 procent. Het percentage volwassen daders dat recidiveert na een onvoorwaardelijke geldboete daalt licht tot 26 procent. Meer specifieke achtergrondinformatie is te vinden in een aantal infographicsInfographic 1 volwassen en jeugdige dadersInfographic 2 ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen en Infographic 3 ex-werkgestraften en ex-ondertoezichtgestelden.

Afsluitend

Opnieuw mooi en gedegen onderzoek, dit keer naar de mate van recidive onder justitiabelen. Graag verwijs ik de lezers op de zogenaamde recidivemonitor. De Recidivemonitor is een langlopend onderzoeksproject van het WODC waarin metingen worden verricht onder verschillende groepen veroordeelden:  https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/statistiek-en-monitoring/recidivemonitor

Hiermee wordt inzicht gegeven in de criminele carrières en de effecten van strafrechtelijke interventies. Een groot deel van het cijfermateriaal is te doorzoeken via de website Repris: https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/statistiek-en-monitoring/recidivemonitor/repris De Recidivemonitor geeft een beeld van criminele carrières, zowel van jongeren als van volwassenen. De metingen die in het kader van de Recidivemonitor worden verricht, verlopen steeds via dezelfde onderzoeksmethode. Dat zorgt ervoor dat de uitkomsten van het onderzoek onderling vergelijkbaar zijn. De gegevens voor de onderzoeken zijn afkomstig uit de Onderzoek- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD), een database die speciaal voor de Recidivemonitor is ontwikkeld. De OBJD is een versleutelde, geanonimiseerde kopie van het officiële justitiële documentatiesysteem dat wordt beheerd door de Justitiële Informatiedienst. Werken met de OBJD betekent dat het onderzoek alleen de criminaliteit in kaart brengt die onder aandacht komt van het Openbaar Ministerie. Er wordt daarom ook gesproken van het meten van de ‘strafrechtelijke’ recidive.

Zes vaste recidivecriteria

strafrechtelijke recidive
Algemene recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van enig misdrijf, ongeacht de aard en ernst van het gepleegde delict
Ernstige recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf met een wettelijke strafdreiging van minstens 4 jaar, of waarvoor voorlopige hechtenis kan worden opgelegd
Zeer ernstige recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf met een wettelijke strafdreiging van minstens 8 jaar
Ovs-recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf waarvoor een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd is
Speciale recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van eenzelfde soort misdrijf als in de uitgangszaak
Specifieke recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van eenzelfde misdrijf als in de uitgangszaak

Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze dinsdag 19 oktober 2021. Uit de afwezigheidsmeldingen op mijn mails maak ik op dat veel mensen een vrije week hebben genomen, geniet ervan. Desondanks vanochtend weer een nieuwe ‘’kennisparel’’ in de mailbox. Het betreft een verslag van de tweejaarlijkse recidivemetingen van het WODC. In de tweejaarlijkse recidivemetingen van het WODC worden een aantal vaste dadergroepen gevolgd, namelijk volwassen en jeugdige daders, ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen en ex-werkgestraften en ex-ondertoezichtgestelden. In het huidige rapport wordt gekeken naar daders waarvan de strafzaak is afgedaan door de rechter of het Openbaar Ministerie in de periode 2008-2017, personen die zijn uitgestroomd uit een Penitentiaire Inrichting (PI) of Justitiële Jeugdinrichting (JJI) in de periode 2008-2017 en personen waarvan de werkstraf of het toezicht is afgelopen in de periode 2012-2017. Tot juli 2020 is nagegaan in hoeverre deze onderzoeksgroepen opnieuw delicten hebben gepleegd die geleid hebben tot een strafzaak.

De strafrechtelijke reactie op criminaliteit moet in tot uitdrukking brengen dat de maatschappij bepaald gedrag niet accepteert en dat de belangen van slachtoffers worden gerespecteerd. Dit betekent dat aandacht voor vergelding niet kan worden gemist, maar dat de sanctietoepassing ook moet bijdragen aan gedragsverandering van daders gericht op het verminderen van recidiverisico’s. Hoe staat het momenteel met de mate van recidive in Nederland? Bijgesloten ‘’kennisparel’’ biedt de meest recente inzichten rond de ontwikkeling van recidive over de tijd onder verschillende dadergroepen. Op naar bijgesloten document.

Bron

Verweij, S.,N. Tollenaar,M. Teerlink & G. Weijters (oktober 2021). Recidive onder justitiabelen in Nederland: Verslag over de periode 2008-2020. Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum, 121 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3104

Samenvatting

Het WODC brengt periodiek de strafrechtelijke recidive, i.e. nieuwe delicten gepleegd in Nederland waar een veroordeling door de rechtbank of een afdoening van het OM op volgt, onder verschillende onderzoeksgroepen in kaart. In deze rapportage staat de ontwikkeling van de recidive van de volgende onderzoeksgroepen centraal. Het gaat allereerst om alle volwassen en jeugdige daders tegen wie in de periode 2008 tot en met 2017 een strafzaak is afgedaan met een geldige afdoening. Onder volwassen daders verstaan we alle daders die volgens het volwassenenstrafrecht zijn veroordeeld en onder jeugdige daders de daders die volgens het jeugdstrafrecht zijn veroordeeld. Daarnaast wordt de recidive beschreven van personen die van 2008 tot en met 2017 zijn vrijgekomen uit een PI of JJI. Voorts wordt de recidive beschreven van daders die in de periode 2012 tot en met 2017 met de reclassering in aanraking kwamen voor het uitvoeren van een werkstraf of die een periode onder toezicht van de reclassering stonden. Nieuw in deze rapportage is dat er ook specifiek gekeken wordt naar volwassen daders die onder meer een financiële sanctie opgelegd hebben gekregen van het OM of de rechter. De volgende onderzoeksvragen staan centraal in dit onderzoek:

De meest belangrijke uitkomsten van deze tweejaarlijkse recidivemetingen zijn de volgende:

1 Wat zijn de achtergrondkenmerken van personen die in de periode 2008 tot en met 2017 zijn veroordeeld, zijn vrijgekomen uit een PI of een JJI, een werkstraf bij de reclassering hebben uitgevoerd of onder toezicht van de reclassering hebben gestaan?

2 Wat is het recidivebeeld van de verschillende onderzoeksgroepen over de tijd:

3 Hoe ontwikkelt de recidive zich over de tijd onder de verschillende dadergroepen gecontroleerd voor verschillen in achtergrondkenmerken en kenmerken van de geschiedenis?

4 Welke financiële sancties werden in 2017 aan volwassen daders opgelegd:

5 Wat is het recidivebeeld na geldboetes (opgelegd door het OM of de rechter) of de transactie geldsom bij volwassen daders:

Recidive wordt gedefinieerd als het opnieuw plegen van een delict dat leidt tot een veroordeling door de rechter of een afdoening door het OM. Meer specifiek is gekeken naar de tweejarige recidiveprevalentie: het percentage personen van de onderzoeksgroep dat binnen twee jaar een nieuw delict heeft gepleegd dat leidde tot een nieuwe strafzaak. Voor ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen is ook specifiek gekeken naar de tweejarige vrijheidsstrafrecidiveprevalentie. Dit staat voor een nieuw gepleegd delict waarvoor een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt opgelegd. Naast de recidiveprevalentie hebben we ook gekeken naar de recidive-frequentie en recidiveomvang. Bij deze uitkomstmaten wordt naar alle strafzaken binnen een onderzoeksperiode van vier jaar gekeken. We berekenen vervolgens de frequentie als het gemiddelde aantal strafzaken per recidivist per jaar zonder detentie. De omvang is gedefinieerd als het totale aantal nieuwe strafzaken per 100 personen uit de onderzoeksgroep (dus niet per se recidivisten) per jaar zonder detentie. Aangezien de recidivefrequentie en recidiveomvang zijn berekend over een periode van vier jaar kunnen we de trend in deze uitkomstmaten bekijken tot en met cohort 2015. Voorts gaan we in de huidige studie uitgebreider in op het type recidivedelict van de strafzaken die de onderzoeksgroepen hebben gepleegd binnen twee jaar. Hoewel het mogelijk is dat één strafzaak uit meerdere delicten bestaat, beperken we de analyses tot de zwaarste delictscategorie van een strafzaak.

Kernuitkomsten

In het onderzoek is ook specifiek gekeken naar de recidive van volwassen daders die onder meer een financiële sanctie opgelegd hebben gekregen van het Openbaar Ministerie (OM) of de rechter. In 2017 kregen ruim 51.000 (48 procent) van de volwassen daders een sanctie opgelegd waarvan een financiële sanctie een onderdeel was. De vier financiële sancties die het meest voorkomen zijn: de onvoorwaardelijke of voorwaardelijke geldboete opgelegd door de rechter, een strafbeschikking boete of een transactie geldsom via het OM.

Het percentage volwassen daders dat recidiveert na één van de vier financiële hoofdsancties schommelt over de onderzochte periode. De recidive na een strafbeschikking geldboete neemt af van 17 tot 14 procent in de onderzochte periode en na de transactie geldsom neemt de recidive af tot 6 procent. De recidive na een voorwaardelijke geldboete van volwassen daders veroordeeld vanaf 2012 neemt licht toe van 23 procent tot 25 procent. Het percentage volwassen daders dat recidiveert na een onvoorwaardelijke geldboete daalt licht tot 26 procent. Meer specifieke achtergrondinformatie is te vinden in een aantal infographicsInfographic 1 volwassen en jeugdige dadersInfographic 2 ex-gedetineerden en ex-JJI-pupillen en Infographic 3 ex-werkgestraften en ex-ondertoezichtgestelden.

Afsluitend

Opnieuw mooi en gedegen onderzoek, dit keer naar de mate van recidive onder justitiabelen. Graag verwijs ik de lezers op de zogenaamde recidivemonitor. De Recidivemonitor is een langlopend onderzoeksproject van het WODC waarin metingen worden verricht onder verschillende groepen veroordeelden:  https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/statistiek-en-monitoring/recidivemonitor

Hiermee wordt inzicht gegeven in de criminele carrières en de effecten van strafrechtelijke interventies. Een groot deel van het cijfermateriaal is te doorzoeken via de website Repris: https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/statistiek-en-monitoring/recidivemonitor/repris De Recidivemonitor geeft een beeld van criminele carrières, zowel van jongeren als van volwassenen. De metingen die in het kader van de Recidivemonitor worden verricht, verlopen steeds via dezelfde onderzoeksmethode. Dat zorgt ervoor dat de uitkomsten van het onderzoek onderling vergelijkbaar zijn. De gegevens voor de onderzoeken zijn afkomstig uit de Onderzoek- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD), een database die speciaal voor de Recidivemonitor is ontwikkeld. De OBJD is een versleutelde, geanonimiseerde kopie van het officiële justitiële documentatiesysteem dat wordt beheerd door de Justitiële Informatiedienst. Werken met de OBJD betekent dat het onderzoek alleen de criminaliteit in kaart brengt die onder aandacht komt van het Openbaar Ministerie. Er wordt daarom ook gesproken van het meten van de ‘strafrechtelijke’ recidive.

Zes vaste recidivecriteria

strafrechtelijke recidive
Algemene recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van enig misdrijf, ongeacht de aard en ernst van het gepleegde delict
Ernstige recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf met een wettelijke strafdreiging van minstens 4 jaar, of waarvoor voorlopige hechtenis kan worden opgelegd
Zeer ernstige recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf met een wettelijke strafdreiging van minstens 8 jaar
Ovs-recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van een misdrijf waarvoor een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd is
Speciale recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van eenzelfde soort misdrijf als in de uitgangszaak
Specifieke recidiveNieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van eenzelfde misdrijf als in de uitgangszaak