Inleiding en context
Vandaag is het donderdag 9 december 2021. Dit keer een wat ´verlate kennisparel´ in jullie mailbox, ik kwam er gisteren niet meer aan toe dus zit ik nu achter mijn thuiswerk Chromebook deze ´kennisparel´ klaar te maken voor verzending. Vandaag een prima artikel over ervaringen van slachtofferschap en ongunstige ervaringen in de vroege jeugd onder een groep van veelplegers die straatroven en berovingen pleegt. Hoe vaak komen verschillende soorten ongunstige ervaringen uit de kindertijd voor bij deze groep van jonge overvallers in Londen? Van de 1249 verdachten onder de 26 jaar die in 2019 in Londen werden gearresteerd voor overvallen, waren 81 (6,5%) van hen gearresteerd voor vier of meer overvallen en in totaal verantwoordelijk voor 24% van alle overvallen van die leeftijdsgroep (465 van de 1936). Ook hier zien we een scheve verdeling van het daderschap, zie ook ´kennisparel´ https://prohic.nl/2020/03/22/4-22-maart-2020-de-wet-van-criminaliteitsconcentratie/
De bijgesloten studie verzamelde uitgebreide levensgeschiedenisgegevens van deze 81 veel plegende overvallers, met speciale nadruk op negatieve ervaringen uit de kindertijd (ACE), waaronder crimineel slachtofferschap door ouders of andere volwassenen.
De 81 veelplegers hadden een extreem hoge prevalentie van ACE’s: 80% was eerder zelf slachtoffer van criminaliteit. De prevalentie van 4 of meer ACE’s onder de 81 veel plegers is twee tot vijf keer hoger dan in andere schattingen voor Londen (willekeurige steekproef) of Engeland (kinderen in nood). Een aanzienlijk deel van alle arrestaties in Londen voor overvallen identificeert jonge mensen met onevenredig hoge niveaus van negatieve jeugdervaringen. De meeste ACE’s zijn tot op zekere hoogte te behandelen met cognitieve gedragstherapieën en aanverwante behandelingen gericht op posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een mogelijke manier om het stoppen van zware criminaliteit bij deze populatie te bevorderen is om ervoor te zorgen dat deze kleine groep meest chronische en qua ernst zware arrestanten een effectieve behandeling krijgen voor de gevolgen van ACE’s.
Bron
Hilder Lorraine, Heather Strang & Sumit Kumar (November 2021). Adverse Childhood Experiences (ACE) Among Prolific Young Robbery Offenders in London: Targeting Treatment for Desistance? Cambridge Journal of Evidence Based Policing, 29 November , pp.
https://link.springer.com/article/10.1007/s41887-021-00070-7
Samenvatting
How prevalent are various types of adverse childhood experiences among prolific young robbery offenders in London, with what implications for treatment and desistance of these people from serious offending? Of the 1249 suspects under 26 years of age who were arrested for robberies in London in 2019, 81 (6.5%) of them had been arrested for four or more robberies, totalling 24% of all robbery arrests of that age group (465 out of 1936). Of those 81 arrestees, 65 of them (80%) percent had used a knife or threatened with a knife to commit their crime. In total, the 81 had criminal histories as suspects in 939 offences covering 34 offence types, most commonly theft from person (201), possession of drugs (164) and violence with injury (89).
This study gathered extensive life history data for the 81, with a special emphasis on adverse childhood experiences (ACE) including criminal victimisation by parents or other adults. The analysis compares the prevalence of ACE in the most prolific young robbery suspects to prevalence in general population samples. The 81 prolific robbery offenders had extremely high prevalence of ACEs: 80% had previously been victims of crime themselves (highest offence categories assault with bodily harm, robbery and domestic violence). Reported to police as missing is 63%, school exclusions 49%, incarceration of a family member 35% and known to social services 91%. The prevalence of 4 or more ACEs among the 81 prolific robbery offenders is two to five times higher than it is in other estimates for London (random sample) or England (children in need).
A substantial proportion of all London arrests for robbery identify young people with disproportionately high levels of adverse childhood experiences. Most of the ACEs are to some extent treatable by cognitive behavioural therapies and related treatments aimed at post-traumatic stress disorder (PTSD). One possible pathway to promote desistance from high-harm crime in this population may be the development and testing of a police role in helping to ensure that these few most chronic, high-harm arrestees received effective treatment for the consequences of ACEs.
Afsluitend
De reacties van de politie zijn over het algemeen uitsluitend gericht op het omgaan met het (criminele) gedrag van daders, in dit geval jonge veel plegende overvallers. Diezelfde politie is vaak niet ingesteld op het begrijpen van de kwetsbaarheid van daders of de onderliggende factoren die verband houden met het delict. Een gevolg daarvan is dat de politie sommige oorzaken van criminaliteit die mogelijk behandelbaar zijn niet kan ‘diagnosticeren’. De reactie van de politie is vaak uitsluitend gericht op het omgaan met het delinquent gedrag van kinderen en jong volwassenen in plaats van het aanpakken van hun kwetsbaarheid of het analyseren van historische factoren en informatie van meerdere instanties om hen te helpen de situatie van een kind te begrijpen en te verbeteren.
Een praktisch strategische benadering zou kunnen zijn dat de politie samenwerkt met hulpverleningsinstanties om één of andere vorm van cognitieve gedragstherapie te ontwikkelen en te testen om te zien of het verdere delicten kan verminderen. In de mate dat een veelpleger van overvallen verstrikt raakt in een sociaal en familiaal netwerk van geweld en bedreiging kan zo´n therapie een ommekeer betekenen in de criminele carrière. Een dergelijke aanpak zou deel kunnen uitmaken van een bredere benadering om hoogfrequente misdrijven, in dit geval overvallen, met veel materiële en immateriële schade te verminderen. Met een dergelijke strategie gericht op de 81 overvallers zou de financiële investering aanzienlijk zijn om 465 overvallen te voorkomen, maar uiteindelijk (zeer) kosteneffectief kunnen uitpakken. Ook om van te leren binnen de Nederlandse aanpak van zogenaamde Top-X-Projecten gericht op veelplegers die in een groot aantal gemeenten wordt toegepast.
Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die over een paar dagen in jullie mailbox valt.