Inleiding en context
Het is vandaag vrijdag 14 januari 2022. De laatste werkdag van de week, het weekeinde staat weer voor de deur. Geniet er allemaal van, met misschien wel een bezoek aan de horeca. Vandaag een ´extreme kennisparel´, het is er één over liquidaties in Nederland. Liquidaties, veelal gepleegd in de onderwereld van georganiseerde misdaad, zijn vaak een laatste middel om conflicten te beslechten. Hoewel, uit bijgesloten ´kennisparel´ blijkt dat het naast een ´uiterste middel´, liquidaties ook regelmatig worden uitgevoerd als element van wraak of intimidatie. Eén element komt wel sterk naar voren, de drugsindustrie in Nederland is de belangrijkste katalysator voor het plegen van liquidaties.
Het classificeren van een moord als een liquidatie is lastig. Sommige moorden worden vaak (te) snel een liquidatie genoemd. Daarnaast wordt een deel van de liquidaties niet opgelost en wordt dan ook niet als zodanig herkend. Een exact cijfer van het aantal liquidaties is dan ook moeilijk te geven. In bijgesloten ´kennisparel´, die trouwens internationaal uniek is voor wat betreft het beschreven fenomeen, wordt de best beschikbare schatter gegeven.
Hoewel dit verkennende onderzoek is gericht op kwalitatieve uitspraken over de aard van het fenomeen liquidaties, bevat het rapport ook een overzicht van het aantal liquidaties sinds 2000. Het aantal ‘geslaagde’ liquidaties in Nederland schommelt sinds het jaar 2000 gemiddeld tussen de twintig en dertig per jaar, maar is in de afgelopen jaren gedaald: naar achttien liquidaties in 2019 en verder dalend naar tien liquidaties in 2020. Vooral de daling in 2020 is opmerkelijk en laat een laagterecord zien. Sleutel-informanten wijzen voor mogelijke verklaringen naar het grote aantal aanhoudingen en de lopende strafzaken. De nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van excessief geweld die door sleutelinformanten worden gesignaleerd en in dit rapport centraal staan, komen niet tot uiting in de dalende cijfers van de laatste jaren. Het gaat dan ook om veranderingen in de aard van het verschijnsel, die zich niet goed laten uitdrukken in aantallen. Daar komt bij dat de gesignaleerde ontwikkelingen in dit rapport niet alleen betrekking op de afgelopen jaren (waarin het aantal liquidaties daalde), maar op de periode vanaf 2014.
Vermeldingswaardig is verder dat het aantal vergismoorden de afgelopen jaren niet is afgenomen. Zulke ‘vergissingen’ wijzen op fouten bij de uitvoering en op dodelijke slachtoffers die zelf geen onderdeel uitmaken van het criminele milieu. Van de tien liquidaties in 2020 is bij twee moorden geschoten op de verkeerde persoon. In 2018 waren er ook twee vergismoorden en in 2017 was sprake van één vergismoord. Tussen 2013 en 2016 waren er minimaal negen vergismoorden.
Bron
Gestel, Barbra & Ruud F. Kouwenberg (januari 2022). Tweede verkennende studie Liquidaties. Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, 54 pp.
Samenvatting
Afgelopen decennium heeft in Nederland een reeks gewelddadige liquidaties vanuit de criminele wereld plaatsgevonden. Het WODC heeft een tweede verkennende studie verricht naar recente ontwikkelingen rondom dit fenomeen. Voor die verkenning zijn gesprekken gevoerd met 21 politie- en justitiefunctionarissen uit het opsporingsveld en zijn aanvullende documenten geraadpleegd. In het verschenen rapport worden de bevindingen beschreven en wordt het beeld uit de verkennende studie uit 2017 geactualiseerd.
Hoewel liquidaties geen nieuw fenomeen zijn in Nederland, bleek uit een verkennende studie van het WODC uit 2017 dat de werkwijze bij deze moordaanslagen aan verandering onderhevig is. Uit de studie kwam onder andere naar voren dat de beschikbaarheid van nieuwe groepen schutters en nieuwe middelen leidt tot een aantal stijlaanpassingen. Enerzijds werd een proces van professionalisering gesignaleerd bij de voorbereiding van liquidaties, waarbij gebruik werd gemaakt van nieuwe technologische middelen. Anderzijds werd een ruwere werkwijze gesignaleerd bij de uitvoering van liquidaties, die werd toegeschreven aan een ruime beschikbaarheid van zware vuurwapens in Nederland en aan een ruime beschikbaarheid van een nieuwe onervaren schutters. De centrale probleemstelling luidt: Welke recente ontwikkelingen doen zich voor ten aanzien van het fenomeen liquidaties, volgens sleutelinformanten van politie en justitie? Bij recente ontwikkelingen is gekeken naar achtergrond, motieven, betrokken actoren en de uitvoering (modus operandi) van liquidaties. 1. Inleiding 2. Definities 3. Achtergrond en criminele context 4. Aantal liquidaties 5. Verbreding van excessief geweld 6. Taakverdeling, aansturing en gevolgen van nieuwe technologie 7. Slotbeschouwing
Conflicten die spelen binnen de georganiseerde drugshandel vormen in algemene zin nog steeds de achtergrond van liquidaties. Wel kan dit beeld worden aangevuld en genuanceerd, onder andere op basis van nieuwe inzichten uit gekraakte versleutelde tekstberichten die worden verstuurd binnen criminele netwerken. Als gekeken wordt naar een deel van de liquidaties die in het afgelopen decennium zijn uitgevoerd, dan gaat niet langer de veronderstelling op dat een liquidatie een ‘uiterste’ middel is om conflicten tussen personen of criminele groepen te beslechten. Opsporingsfunctionarissen wijzen nu nadrukkelijker op het element van wraak en intimidatie als primaire grond voor liquidaties. Dit gewelddadige optreden speelt zich af tegen de achtergrond van ontwikkelingen op de drugsmarkt, waarbij de groei van de internationale cocaïnehandel zich heeft doorgezet in de afgelopen jaren.
De centrale probleemstelling van het onderzoek luidt: Welke recente ontwikkelingen doen zich voor ten aanzien van het fenomeen liquidaties, volgens sleutelinformanten van politie en justitie? Bij recente ontwikkelingen is gekeken naar achtergrond, motieven, betrokken actoren en de uitvoering (modus operandi) van liquidaties.
Het onderzoek laat een glijdende schaal zien in de verbreding van de doelgroep waar excessief geweld op is gericht. Zo doen liquidaties dienst als interne straf binnen de eigen criminele groep en bestaat er volgens sleutelinformanten, sterker dan voorheen, een ‘afrekencultuur’ binnen de eigen organisatie. Daarnaast blijken liquidaties soms opzettelijk in het bijzijn van familie en kinderen te worden uitgevoerd. In de eerdere studie werd het risico voor omstanders vooral toegeschreven aan de onervarenheid en slordigheid van schutters. Uit de onderschepte communicatie blijkt dat de opdrachtgever hier soms juist op aanstuurt vanwege het intimiderende effect. Als derde heeft het dodelijke geweld zich uitgebreid naar de kring buiten het criminele milieu. Van de moord op de vriendin van een crimineel kopstuk in 2014 en de online crime-journalist Martin Kok in 2016 tot de moord op de broer van kroongetuige Nabil B. in 2018 en zijn advocaat in 2019. Het inboezemen van angst bij mensen die mogelijk met de politie gaan praten of ‘in de weg staan’, lijkt hierbij het voornaamste motief.
Verder komt in deze verkennende studie naar voren dat de ruwe en slordige werkwijze van schutters mede kan worden toegeschreven aan de werkwijze en sturing van opdrachtgevers van liquidaties. De sterk gehanteerde taakverdeling bij de voorbereiding en uitvoering van liquidaties leidt tot specialisering van deeltaken. Dat lijkt efficiënt en professioneel, maar kan tegelijkertijd leiden tot risico’s en fouten bij de feitelijke uitvoering van de moord. Zeker als de aansturing van schutters gebeurt via geschreven korte cryptoberichten. Slordigheid bij de uitvoering van liquidaties lijkt daardoor ook te maken te hebben met verkeerde informatieoverdracht.
Afsluitend
Liquidaties worden in vergelijking met andere type moorden relatief vaak uitgevoerd op de openbare weg of in horecagelegenheden. De impact op toevallige omstanders en de samenleving is daardoor groter dan bij andere moorden. De moord op de broer van kroongetuige Nabil B. in 2018 en zijn advocaat in 2019 en de moord op Peter R de Vries afgelopen jaar zijn hier dramatische voorbeelden van. Ik gaf het al eerder aan, bijgesloten onderzoek is uniek in zijn soort wanneer we naar andere landen om ons heen kijken. Ook in dit geval blijkt dat Nederland rijk is aan wetenschappelijk onderzoek en statistische informatie op het brede terrein van criminaliteit en rechtshandhaving. En dat is allemaal kennis om van te leren en vooral om het beleid en de praktijk te ondersteunen bij hun dagelijkse werkzaamheden.