Inleiding en context
Hallo allemaal, een nieuwe maand is gestart op deze dinsdag 1 maart 2022. En die maand start ook met een prima ´kennisparel´ in jullie mailbox. Het betreft de vandaag verschenen Veiligheidsmonitor 2021, vers van de pers. Ter informatie heb ik drie persberichten bijgesloten naar aanleiding van het verschijnen van de Veiligheidsmonitor. Ik voeg het eigenlijke rapport niet bij vanwege de grootte van het bestand. Wie dat wil lezen kan het rapport downloaden via onderstaande link. De Veiligheidsmonitor is een grootschalig enquêteonderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder naar onder meer leefbaarheid, veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze rapportage bevat (trend)cijfers voor Nederland als geheel, en ook uitsplitsingen naar politieregio’s en de (middel)grote gemeenten en naar persoonskenmerken.
Hoe ervaren Nederlanders de leefbaarheid van hun woonomgeving? Voelen zij zich er veilig? Hoe vaak zijn ze slachtoffer van criminaliteit? Wat vinden ze van het functioneren van de politie? En welke maatregelen nemen ze om criminaliteit te voorkomen? De cijfers zijn gebaseerd op een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. In 2021 hebben 173 duizend personen de vragenlijst ingevuld. Dit grote aantal respondenten maakt het mogelijk om tot op een gedetailleerd niveau betrouwbare uitspraken te doen over de veiligheid in Nederland.
De Veiligheidsmonitor wordt sinds 2005 jaarlijks en vanaf 2017 tweejaarlijks gehouden. Nadat in 2012 voor de laatste keer een revisie van het onderzoek had plaatsgevonden achtten de opdrachtgevers van de Veiligheidsmonitor (het ministerie van Justitie en Veiligheid en
het CBS) en de partners (gemeenten, politie, WODC) het noodzakelijk om de opzet en inhoud van de Veiligheidsmonitor in 2021 opnieuw tegen het licht te houden. Het onderzoeksterrein is immers continu in beweging: nieuwe vormen van criminaliteit ontstaan en ontwikkelen zich steeds sneller (denk aan online criminaliteit) en in het verlengde daarvan verandert ook de behoefte aan informatie vanuit bestuur en beleid.
Concreet betekent dit dat de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor grondig is herzien. Nieuwe onderwerpen die breed in de maatschappelijke belangstelling staan zijn toegevoegd: zo is er aandacht voor discriminatie en online seksueel intimiderend gedrag. En onderwerpen die al eerder deel uit maakten van de Veiligheidsmonitor zijn verdiept: er wordt bijvoorbeeld niet alleen in kaart gebracht hoeveel Nederlanders slachtoffers zijn van criminaliteit, maar ook welke emotionele, lichamelijke en financiële gevolgen zij hiervan ondervinden. Het vragenblok over online criminaliteit is geactualiseerd en uitgebreid met nieuwe vormen van criminaliteit op dit gebied. De Veiligheidsmonitor bevat niet alleen cijfers over Nederland als geheel maar ook over de regio’s van ons land. Er worden uitkomsten gepresenteerd voor de 10 regionale eenheden, 43 districten en 167 basisteams van de politie en voor de 52 grootste gemeenten van ons land met meer dan 70 duizend inwoners.
Bron
Akkermans, Math, Rianne Kloosterman, Elke Moons, Carin Reep & Maartje Tummers-van der Aa (maart 2022). Veiligheidsmonitor 2021. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek / Ministerie van Justitie en Veiligheid. https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2022/09/veiligheidsmonitor-2021
Samenvatting
Steeds minder Nederlanders geven aan dat zij slachtoffer zijn geweest van traditionele vormen van criminaliteit zoals inbraak, diefstal, geweld en vernieling. De politie registreerde ook minder van deze misdrijven. Meer mensen daarentegen zijn slachtoffer geworden van online criminaliteit. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwe Veiligheidsmonitor 2021 en de geregistreerde criminaliteit. In 2021 zei 17 procent van de mensen van 15 jaar of ouder slachtoffer te zijn geweest van een of meer vormen van traditionele criminaliteit, twee jaar eerder was dat 21 procent. 15 procent had te maken gehad met online criminaliteit, in 2019 was dat 13 procent. Bij online criminaliteit gaat het in dit geval alleen om online aan- en verkoopfraude, online identiteitsfraude, hacken en online pesten. Tussen 2012 en 2021 is het aantal mensen van 15 jaar of ouder dat naar eigen zeggen slachtoffer werd van traditionele criminaliteit met 43 procent gedaald. Het totaal aantal door de politie geregistreerde misdrijven daalde met 52 procent. Het aantal slachtoffers van online criminaliteit daarentegen steeg de afgelopen tien jaar met 22 procent. Deze stijging zette in 2017 in.
Van de traditionele misdrijven is diefstal en inbraak de afgelopen tien jaar het meest gedaald. Sinds 2012 is zowel het aantal slachtoffers van diefstal en inbraak als het aantal door de politie geregistreerde diefstallen en inbraken met (ruim) de helft afgenomen. Specifieke vormen van diefstal en inbraak daalden nog sterker. Zo nam het aantal geregistreerde gevallen van straatroof/overvallen, woninginbraak en zakkenrollerij tussen 2012 en 2021 af met respectievelijk 71, 74 en 85 procent. Het minst daalde het aantal geweldsdelicten, zoals bedreiging, mishandeling en seksuele delicten. Zowel het aantal slachtoffers als het aantal registraties van geweldsdelicten nam met ruim een kwart af. Het aantal slachtoffers en het aantal meldingen van vernieling daalde met bijna de helft.
Sinds 2012 is het aantal slachtoffers van online criminaliteit met 22 procent toegenomen. Het beginjaar van de toename was 2017. Het sterkst is de stijging van het aantal slachtoffers van aankoopfraude (toename ruim 100 procent), dat is het niet leveren van bestelde goederen of diensten waarvoor betaald werd. Ook verkoopfraude, dat is het niet betaald krijgen voor geleverde producten of diensten, nam fors toe (met ruim 60 procent). Ook online pesten is met 25 procent toegenomen. Het aantal slachtoffers van identiteitsfraude – het zonder toestemming gebruikmaken van iemands persoonlijke gegevens voor financieel gewin – daarentegen was ruim de helft (58 procent) lager dan in 2012, maar de laatste jaren is wel sprake van een lichte toename.
In de afgelopen tien jaar daalde de aangiftebereidheid van burgers die slachtoffer werden van traditionele criminaliteit met bijna 20 procent. Deze afname van de aangiftebereidheid vond plaats tussen 2012 en 2019, sindsdien is ze gelijk gebleven. De daling van de aangiftebereidheid staat los van de in de enquête gerapporteerde daling van de criminaliteit. De afnemende aangiftebereidheid heeft wel een weerslag op de door de politie geregistreerde criminaliteit, die grotendeels is gebaseerd op aangiften. De door de politie geregistreerde criminaliteit daalt iets sterker dan de door de burger gerapporteerde criminaliteit in enquêtes.
In de Veiligheidsmonitor worden de meest voorkomende vormen van traditionele criminaliteit en cybercrime waar mensen slachtoffer van kunnen worden, gemeten. Buiten beschouwing blijven misdrijven die qua aantallen minder voorkomen en de gemiddelde burger doorgaans niet direct raken, zoals ondermijnende criminaliteit zoals drugscriminaliteit, mensenhandel, fraude, en witwassen. Deze vormen van criminaliteit hebben echter wel een grote maatschappelijk impact.
Afsluitend
We kennen in Nederland een lange traditie met zogenaamde slachtofferenquêtes, die werden al medio jaren ´70 van de vorige eeuw afgenomen en destijds gepubliceerd door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. De Veiligheidsmonitor die vandaag is gepubliceerd is daar een afgeleide van. Het is relatief één van de meest omvangrijke slachtofferenquêtes ter wereld. Een geweldige bron van kennis voor iedereen in Nederland die zich met criminaliteit en rechtshandhaving bezig houdt. Daar mag je best wel een beetje trots op zijn, op die traditie en de publicatie zelf.
‘De Veiligheidsmonitor is een alternatieve barometer voor de politieregistratie’ . Het levert een schat aan data op over veiligheid met achtergrondkenmerken van slachtoffers en hun omgeving, zoals leeftijd, geslacht, herkomst, opleidingsniveau, stedelijkheid van gemeenten, etc. Dat maakt achtergrond- en diepteanalyses mogelijk, bijvoorbeeld naar probleemwijken, welke mensen het meest met geweldsdelicten te maken krijgen, hoe het gaat met hangjongeren in buurten en of meer politie op straat effectief is. Een prachtige en meer dan nuttige bron van kennis. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk. Het is een onmisbare bron om gericht criminaliteitsbeleid te voeren.
Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die over een paar dagen in jullie mailbox valt.