Inleiding en context
Goede morgen op deze mooie zomerse woensdag 22 juni 2022. De wereld ziet er prachtig uit ondanks de vreselijke oorlog die drie uur vliegen bij ons vandaan (nog steeds) aan de gang is. Ik begin de dag met een met een vrolijke song: https://www.youtube.com/watch?v=Ti38LFY7x1Y Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Met het toenemende aantal personen dat toegang heeft tot online materiaal voor seksuele uitbuiting van kinderen (CSEM) is er een dringende behoefte aan primaire preventiestrategieën als aanvulling op de traditionele focus op opsporing en vervolging. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft een overzicht van de effectiviteit van online waarschuwingsberichten die individuen zouden weerhouden van het bezoeken van een zogenaamde honeypot-website die nauwelijks legale pornografie zou bevatten.
De omvang van de markt voor materiaal voor seksuele uitbuiting van kinderen overweldigt op dit moment de beschikbare politiecapaciteit. De politie moet steeds vaker gevallen van CSEM-delicten beoordelen en zich concentreren op de meest actieve daders die worden verdacht van betrokkenheid bij contactdelicten. Er is dringend behoefte aan het ontwikkelen van preventiestrategieën die kunnen worden uitgerold met een minimale inzet van middelen om te voorkomen dat individuen CSEM consumeren. Online waarschuwingsberichten zijn aanbevolen als de preventiestrategie om het kijken naar CSEM te verminderen. Deze strategie is vooral gericht op degenen die zich in een vroeg stadium van een gewraakte carrière bevinden. Hoewel het een veelbelovende strategie is, is er momenteel geen bewijs voor de werkzaamheid van waarschuwingsberichten in deze context. Bovendien bestaat er onenigheid over de vraag of dergelijke waarschuwingen gericht moeten zijn op afschrikking of op de schade die gepaard gaat met de productie van CSEM. De huidige studie speelt in op deze kennislacunes door te onderzoeken of verschillende soorten waarschuwingsberichten het gedrag van internetgebruikers beïnvloeden op het moment dat ze proberen illegale pornografie te bekijken, bijvoorbeeld pornografie die volwassen deelnemers daaraan als minderjarigen probeert af te schilderen.
Wat zijn de effecten van die waarschuwingsberichten op het gedrag van de consument? Lees bijgesloten ´kennisparel´ voor het antwoord daarop. Ik kan alvast vaststellen dat waarschuwingsberichten een waardevolle en kosteneffectieve strategie bieden die kan worden opgeschaald om de toegang tot CSEM online te verminderen.
Bron
Prichard, Jeremy, Joel Scanlan, Tony Krone, Caroline Spiranovic, Paul Watters & Richard Wortley (June 2022). Warning messages to prevent illegal sharing of sexual images: Results of a randomised controlled experiment. Canberra: Australian Institute of Criminology, 15 pp.
Samenvatting
Illegal distribution of sexual images by adults and minors is an expanding problem. We examined whether messages would dissuade men (18–32 years) from visiting a fake website offering access to free pornography to users who uploaded a sexual image of a woman. Participants seeking to enter the site (n=528) were randomly assigned to one of three conditions. Group 1 went straight to the landing page. Group 2 encountered a text warning that sharing sexual images of people who appear under 18 years old is illegal; Group 3 received the same message with an accompanying animation. Sixty percent of Group 1 participants attempted to access the site, compared with 43 percent in Group 2 and 38 percent in Group 3. We argue that online messages offer a valuable strategy that can help reduce image-based abuse and the distribution of child sexual abuse material, including by minors. Our study has demonstrated that individuals can be dissuaded from sharing sexual images if they receive an online warning message concerning a potential breach of CSAM laws. We believe that our findings are robust because the participants did not know they were being observed, and by randomly assigning the participants to control or experimental conditions we controlled for selection bias and other factors.
Afsluitend
De bredere implicaties van het onderzoek laten zich als volgt omschrijven. Interdisciplinair onderzoek, zoals bijgesloten, is als essentieel te beschouwen om veel van ’s werelds meest complexe problemen op te lossen. Het huidige onderzoek naar één complexe vorm van cybercriminaliteit, CSEM, had niet kunnen slagen zonder een langdurige samenwerking tussen criminologen, IT-experts, psychologen, strafrechtadvocaten en niet-academische commerciële partners. Wat cybercriminaliteit betreft, mag van criminologen misschien niet worden verwacht dat ze “vuurtorens zijn die licht en richting geven in onzekere, donkere en stormachtige tijden waarin weinig bekend is over een fenomeen en hoe het moet worden aangepakt” maar simpelweg experts zijn die waardevolle bijdragen kunnen leveren binnen interdisciplinaire teams. Ook in Nederland om over na te denken bij de aanpak van kinderpornografie.