Inleiding en context
Goede morgen allemaal, het is vandaag donderdag 14 juli 2022, een nationale feestdag in Frankrijk. Daarom een mooie Franse chanson: https://www.youtube.com/watch?v=o_HMXbk3g08 Prachtig allemaal, Franse punk uit een ver verleden. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Die ´kennisparel´ betreft een verkenningsstudie naar (beschikbare) indicatoren om tot een monitor drugscriminaliteit te komen. Dat onderzoek hebben collega´s en ondergetekende uitgezet in het kader van de Kennisagenda Ondermijning: https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/kennisagenda-ondermijning Met die Kennisagenda Ondermijning wil het ministerie van Justitie en Veiligheid meer kennis krijgen over de aard, omvang en ernst van ondermijnende criminaliteit en inzicht in de uitwerking van de aanpak daarvan. De kennisagenda is een samenwerking tussen het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en het Directoraat-Generaal Ondermijning (DGO) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Bijgesloten ´kennisparel´ is daar een uitvloeisel van.
Twintig indicatoren op het terrein van drugscriminaliteit en daarop gerichte overheidsinterventies in Nederland komen in aanmerking voor een eventuele monitor, zo blijkt uit bijgesloten ´kennisparel´ daarvan is de eerste auteur Manja Abraham een hele goede onderzoekster kan ik wel zeggen: https://www.dsp-groep.nl/team/manja-abraham/ En dat mag ook wel eens gezegd worden. Het ministerie van Justitie en Veiligheid overweegt een dergelijke periodieke monitor te realiseren. Deze moet inzicht bieden in enerzijds ontwikkelingen op het gebied van drugsmarkten en drugs gerelateerd geweld in Nederland, en anderzijds de gerealiseerde resultaten en – voor zover mogelijk – de effectiviteit van overheidsinterventies gericht op de preventie en repressie van drugscriminaliteit.
Bron
Abraham, Manja, Oberon Nauta, Daniel Hofstra & Maud Pluijm (juli 2022). Indicatoren drugscriminaliteit: Verkenningsstudie naar een monitor drugscriminaliteit en daarop gerichte overheidsinterventies. Amsterdam: DSP Groep, 76 pp. https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/3190/3276-indicatoren-drugscriminaliteit-volledige-tekst.pdf?sequence=1&isAllowed=y
Samenvatting
In het verkennende onderzoek is een longlist van indicatoren beoordeeld op wenselijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit. De daaruit resulterende shortlist bestaat uit indicatoren afkomstig uit verschillende brondata van de politie, het Openbaar Ministerie, de Koninklijke Marechaussee, de Douane en andere ketenpartners. Geïnterviewden en deelnemers aan een expertsessie benadrukken dat het niet wenselijk en vermoedelijk niet opportuun is om nieuwe databronnen te ontsluiten voor een eventuele monitor. Wel dient te worden geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van bestaande data.
Het onderzoek wijst verder uit dat er geen geschikte indicatoren zijn die een relatie laat zien tussen beleidsinspanningen en de resultaten en effectiviteit daarvan. Dit komt doordat het gevoerde (maatwerk)beleid zelf nauwelijks te kwantificeren valt en het geïsoleerde effect van het beleid evenmin te meten is. De ontwikkelingen op het terrein van drugscriminaliteit en drugsmarkten worden immers door veel meer factoren beïnvloed dan alleen de beleidsinspanningen. Ook is het complexe stelsel van drugscriminaliteit en drugsmarkten moeilijk te meten door het verborgen karakter ervan.
Het onderzoek geeft ook een aantal handvatten voor een eventuele monitor drugscriminaliteit en daarop gerichte overheidsinterventies. Het ministerie kan overwegen om aansluiting te zoeken bij bestaande monitoren zoals de Nationale Drug Monitor (NDM). In deze monitor – die zich vooral richt op drugsgebruik – wordt jaarlijks systematisch gerapporteerd over verschillende aspecten van drugscriminaliteit. Ook zou de monitormethodiek periodiek geëvalueerd moeten worden, om te bezien of de methodiek nog volstaat en of daarmee de gewenste beleidsrelevante vragen kunnen worden beantwoord. Tot slot zal een eventuele monitor meer zeggingskracht krijgen door de kwantitatieve gegevens te combineren met kwalitatief, verdiepend onderzoek en duidingssessies met materiedeskundigen. Alleen dan kan mogelijk iets worden gezegd over de relatie tussen verschillende indicatoren en – alleen tot op zekere hoogte – over de relatie tussen beleid/aanpak en geconstateerde ontwikkelingen.
Afsluitend
Op basis van dit verkennende onderzoek constateren de auteurs dat op het moment van onderzoek er al veel wordt gemeten. Echter de gevraagde coherente monitor gericht op drugscriminaliteit en daarop gerichte overheidsinterventies bestaat (nog) niet. Niet alles wat wordt gemeten is van voldoende kwaliteit of relevant, ook worden zaken gemist. Met name op de bestuursrechtelijke en financiële aanpakken van drugscriminaliteit is nog maar beperkt zicht. Samenhang van de aangemerkte indicatoren in één coherente monitor ontbreekt. De meerwaarde van een monitor gericht op drugscriminaliteit en daarop gerichte overheidsinterventies kan zitten in de periodieke en systematische duiding van gegevens.
Dit onderzoek laat zien dat in potentie een relevante basisset aan drugscriminaliteit-indicatoren beschikbaar is. Een deel van de indicatoren wordt bovendien al verzameld ten behoeve de NDM. Winst zit – naast allereerst het systematisch bijeen brengen van de aangemerkte indicatoren – vooral in het verbeteren van de kwaliteit van brondata van de indicatoren in deze basisset, voor verschillende drugsmarkten. Wat dat betreft is het Fenomeenbeeld drugs van de politie naar verwachting een interessante bron om in de gaten te houden: https://prohic.nl/2022/04/28/390-28-april-2022-de-narcostand-van-nederland-fenomeenbeeld-drugs-2021/ Hierin zijn – volgens de politie – namelijk verschillende indicatoren uit de NDM doorontwikkeld en verbijzonderd zodat nauwkeuriger de ontwikkelingen in de tijd gemonitord kunnen worden voor meerdere aspecten van drugscriminaliteit en voor de verschillende drugsmarkten.
Wel zal een mogelijke toekomstige monitor altijd gepaard dienen te gaan met flankerend kwalitatief onderzoek. Niet alles is immers meetbaar. Drugscriminaliteit is een complex fenomeen dat zich niet eenvoudig in cijfers laat vatten, en zich bovendien sneller ontwikkelt dan de data die daarover rapporteren. Daarbij typeert drugscriminaliteit zich als een mondiaal fenomeen waarvan Nederland slechts een onderdeel is. Afijn, een mooie aanzet om op het terrein van georganiseerde drugscriminaliteit verder te komen zowel beleidsmatig als in de operationele praktijk. Dan moet een aantal partijen wel aan de bak om betreffende indicatoren op een methodisch gezonde en vooral via langjarige reeksen te verzamelen. Wil je de aanpak van georganiseerde misdaad serieus nemen dan is dat een fundamentele zaak om verder mee te komen: ´kennis voor beleid´.