Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime

Inleiding en context

´Als we iets leren van de beleidsgeschiedenis is dat we niets leren van de beleidsgeschiedenis´. Beste mensen het is vandaag maandag 2 januari 2023. Een maagdelijk nieuw jaar ligt voor ons. Hopelijk een jaar waarin de vreselijke oorlog in de Oekraïne tot een eind komt. Natuurlijk ook alle goede wensen voor iedereen die vanochtend weer een verse ´kennisparel´ ontvangt. Om het jaar 2023 op te starten begin ik met een toepasselijk liedje: https://www.youtube.com/watch?v=jeYCyCaK_5k Mooi allemaal, maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. O ja, ik zal de frequentie van het verspreiden van de ´kennisparels´ in 2023 terugbrengen naar drie keer per week. Dat zal dan in de regel op maandag, dinsdag en donderdag zijn.

Bijgesloten een exemplaar van het rapport ´Koers bepalen: Over de lessen van de versterking aanpak georganiseerde drugscriminaliteit´. De afgelopen jaren zijn met extra financiële middelen van het kabinet verschillende lokale, regionale en landelijke projecten gestart om ondermijnende criminaliteit aan te pakken en in de kiem te smoren. Daardoor is in Nederland meer bewustwording ontstaan over de ernst van die problematiek en de noodzaak om deze gezamenlijk het hoofd te bieden. Of die aanpak op de juiste fundamenten en veronderstellingen is gebaseerd, staat nauwelijks ter discussie. Het is daarom hoog tijd voor een nadere koersbepaling, stelt een samenwerkingsverband van de Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) volgden de onderzoekers van mei 2019 tot en met november 2022 de ontwikkelingen van de versterkingsbeweging op de voet. Het rapport laat zien dat er in relatief korte tijd veel in gang is gezet om barrières op te werpen tegen ondermijnende criminaliteit en om slimmere interventies te ontwikkelen en uit te voeren. Tegelijkertijd constateren de onderzoekers dat er grote uitdagingen zijn om duurzame vormen van samenwerking op te zetten. De eerste bevindingen daarover verschenen in 2021 in een tussenrapportage, zie deze verschenen ´kennisparel´:  https://prohic.nl/2021/07/06/236-6-juli-2021-procesevaluatie-en-actieonderzoek-versterking-aanpak-ondermijnende-criminaliteit-tussenrapportage/ Bovendien blijkt uit het literatuuronderzoek dat ook andere evaluatiestudies die de afgelopen decennia rond dit thema zijn verschenen op dezelfde uitdagingen wijzen. De onderzoekers bevelen dan ook aan om de vaste uitgangspunten en werkwijzen waarlangs de aanpak van georganiseerde criminaliteit al decennia wordt vormgegeven te herijken. Ter informatie sluit ik de brief aan de Tweede Kamer van 20 december 2022 bij waarin de beleidsreactie op het onderzoek wordt gegeven.

Bron

Nelen, Hans, Karin van Wingerde, Lieselot Bisschop & Roland Moerland (december 2022). Koers bepalen: Over de lessen van de versterking aanpak georganiseerde drugscriminaliteit. Den Haag: Boomcriminologie, 208 pp. https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2022/12/20/nadere-koersbepaling-gewenst-voor-aanpak-georganiseerde-criminaliteit

Samenvatting

Als eerste pleiten de onderzoekers voor een bredere kijk op het probleem van ondermijnende criminaliteit. Het zou niet alleen moeten gaan om drugscriminaliteit, maar ook om andere relevante criminaliteitsvormen en maatschappelijke problemen die raken aan drugscriminaliteit. Denk aan mensenhandel, arbeidsuitbuiting, milieucriminaliteit of cybercrime, maar ook witteboordencriminaliteit. Daarnaast zou er meer aandacht mogen zijn voor de grensoverschrijdende aspecten van georganiseerde criminaliteit en voor het intensiveren van de samenwerking met de buurlanden. Ook zou de (mode)term ondermijning vervangen moeten worden door de term georganiseerde criminaliteit. Deze geeft, volgens de onderzoekers, meer houvast; zeker in het internationale debat.

Ten tweede bevelen de onderzoekers aan om de uitgangspunten van de aanpak te herijken. Zo dienen de doelstellingen van een project te bepalen welke partijen met elkaar om de tafel gaan zitten. Niet alles en iedereen hoeft, zoals nu vaak gebeurt, met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd te worden. Verder pleiten de onderzoekers voor een reflectie op de structuur van de opsporingswereld en hoe de politie, KMar en vier bijzondere opsporingsdiensten daarbinnen zich tot elkaar verhouden. Zij werken steeds meer op elkaars terreinen, terwijl het model uitgaat van naast elkaar opererende diensten. Ook zou het Openbaar Ministerie een meer zichtbare rol in de aanpak moeten claimen. Naast de aansturing van het opsporingsproces, kan het OM ook het maatschappelijk debat aanzwengelen over een balans tussen veiligheid en het beschermen van rechten van individuele burgers. Tot slot pleiten de onderzoekers ervoor om het werken bij de overheid aantrekkelijker te maken. Zo kunnen expertises die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, zoals  data-analyse, intelligence, financiën en leiderschap, duurzaam aan de projecten worden verbonden.

Afsluitend

Het bijgesloten eindrapport van de evaluatie geeft een omvattend beeld van ervaringen met en de ervaren impact van de versterking van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit die in 2019 is ingezet. En dat beeld ziet er nogal wispelturig uit. Het is niet echt een evaluatie waar je enthousiast van wordt en waarbij je het gevoel krijgt dat er meters worden gemaakt bij de aanpak van de georganiseerde misdaad in Nederland.

De aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit wordt volgens de onderzoekers al decennia volgens vaste uitgangspunten en strategieën vormgegeven, die zelf nauwelijks ter discussie staan. Dit hoeft geen drastische breuk met het verleden te betekenen, maar het verdient aanbeveling om een aantal uitgangspunten over zowel het onderliggende probleem als de aanpak ervan te herijken. Met betrekking tot het herijken van de uitgangspunten ten aanzien van het probleem, wordt allereerst gesteld dat de kijk verder kan worden verbreed ten aanzien van de huidige focus op druggerelateerde criminaliteit. Verder wordt gesteld dat het fundament van de aanpak te sterk op Nederland is gericht en grensoverschrijdende samenwerking en analyse weliswaar in ontwikkeling is, maar nog onderbenut blijft. Aansluitend hierop adviseren de onderzoekers de term ondermijning los te laten.

Met betrekking tot het herijken van de uitgangspunten ten aanzien van de aanpak, wordt allereerst gesteld dat de mantra van integraliteit moet worden losgelaten. De discussie zou zich volgens de onderzoekers moeten richten op de inhoud en de doelstellingen die met specifieke interventies worden beoogd, eerder dan het streven om alles met elkaar te verbinden. De doelstellingen dienen te bepalen welke partijen met elkaar om tafel gaan, en niet andersom. Verder is het de onderzoekers opgevallen dat de rol van het OM in de versterkingsbeweging minder zichtbaar is geweest dan op voorhand was verwacht. Afsluitend wordt opgeroepen om, in het licht van de conclusie over het gebrek aan deskundigheid, te reflecteren op de meest geëigende wijzen om het werken bij de overheid aantrekkelijker te maken.

Volgens minister van Justitie & Veiligheid, Yeşilgöz-Zegerius zal op basis van de uitkomsten van het rapport aanvullend verder worden ingezet op een verstevigde monitoring om de resultaten en effecten zowel kwantitatief als kwalitatief in beeld te brengen. Daar ontbreekt het nog wel eens aan: https://ccv-secondant.nl/platform/article/de-georganiseerde-misdaad-is-in-nevelen-gehuld

Ten slotte voor de liefhebber, het Centre for Information & Research on Organised Crime (CIROC) organiseert op 19 januari a.s. een seminar over de uitkomsten van bijgesloten ´kennisparel´. Meer informatie daarover is te vinden op: https://www.ciroc.nl/seminars-nl/49/62/Koers-bepalen-Over-de-lessen-van-de-versterking-van-de-aanpak-ondermijnende-criminaliteit.html