Inleiding en context
Beste ´kennisparelontvangers´, het is vandaag maandag 6 februari 2023. Vandaag een bijzondere ´kennisparel´ in jullie mailbox. Het betreft de inhoudsopgave van de door Cyrille Fijnaut geschreven memoires onder de titel ´Over grenzen: Een leven tussen wetenschap, beleid en actie´. Voor de lezer even als achtergrond. Ik ken Cyrille al vanaf begin jaren ´80 van de vorige eeuw. Ik werkte toen als jonge medewerker op het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Cyrille werkte daar toen als raadsadviseur politie, hoofdstuk vijf uit zijn memoires gaat over die periode. Een kleine anekdote over die tijd. Cyrille kwam dan op maandagochtend binnen op dat WODC. Uit zijn altijd gevulde tas haalde hij een flinke stapel kopieën van wetenschappelijke artikelen en gaf die aan zijn secretaresse mevrouw Reckers. Of zij het zeven keer wilde kopiëren voor alle onderzoekers uit het ´politieteam´ van Cyrille. Die moesten het dan lezen en het zou ook zo maar kunnen dat hij ze nog overhoorde. Ik ken Cyrille sinds die periode niet anders dan een veelvraat van kennis op het brede terrein van criminaliteit en rechtshandhaving.
Maar niet alleen lezen doet hij veel. Ook kan Cyrille sneller schrijven dan God kan lezen (naar Simon Vestdijk). Getuige daarvan zijn de ontelbare publicaties van zijn hand. Zo schreef hij in 1985 op het WODC een systematisch overzicht over Politiële misdaadbestrijding: De ontwikkeling van het Amerikaanse, Engelse en Nederlandse onderzoek aangaande politiële misdaadbestrijding sedert de jaren `60. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/1001 Het rapport bevat maar liefst 388 vermelde noten en een bijbehorende bibliografie van 35 bladzijden. Als beginnend documentalist had ik daar grote bewondering voor. Maar goed dat is allemaal geschiedenis, nu naar de memoires van Cyrille Fijnaut zelf.
In het Nederlandse taalgebied schrijven hoogleraren praktisch nooit hun memoires. Maar na een buitengewoon veelzijdige loopbaan en als man van de (academische) theorie en de (politionele en criminologische) praktijk vormt Cyrille Fijnaut een zeer welkome en leerrijke uitzondering op de regel. In Over grenzen biedt hij een indringend en onthullend inzicht in zijn lange en unieke loopbaan op het kruispunt van wetenschap, beleid en actie in België en Nederland. Onder heel veel meer komen geruchtmakende en nog steeds actuele kwesties langs, zoals de georganiseerde misdaad, de veiligheid en beveiliging van Pim Fortuyn en het onderzoek naar de ‘bende van Nijvel’, die nog altijd de gemoederen bezighouden. Daarnaast laat hij duidelijk zien welke strijd moet worden geleverd om in de Lage Landen een academische loopbaan te ontplooien. Openhartig deelt hij de zeer uiteenlopende ervaringen die hij heeft opgedaan tijdens zijn lange carrière met het geven van colleges, het besturen van universiteiten, het verrichten van velerlei onderzoeken en het verlenen van diensten aan talrijke instellingen en verenigingen. Een boek ter lering en vermaak, dus.
Cyrille Fijnaut is een nationaal en internationaal vermaard wetenschapper op het vlak van criminologie en strafrecht. Hij heeft regelmatig zijn stem doen horen in het publieke debat in binnen- en buitenland en heeft zitting gehad in diverse parlementaire en statelijke onderzoek- en adviescommissies. Hij is onder meer benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Belgische Kroonorde.
Cyrille Fijnaut deed tal van onderzoeken naar vraagstukken die rechtstreeks te maken hebben met de organisatie en werking van het politiewezen. Hij werkte als deskundige bij een aantal onderzoekscommissies, onder meer bij de commissie-Van Traa, die onderzoek deed naar de toepassing van bijzondere opsporingsmethoden. Fijnaut doceerde daarnaast strafrecht en criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Katholieke Universiteit Leuven, Tilburg University en New York University.
Cyrille Fijnaut was in de periode 1989-2000 voltijds en in de periode 2000-2004 deeltijds gewoon hoogleraar criminologie en strafrecht aan de KU Leuven. Met dezelfde leeropdracht was hij in de jaren 1986-1997 voltijds en deeltijds verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en in de jaren 2000-2011 voltijds en deeltijds aan de Universiteit van Tilburg. Van 2004 tot 2011 bekleedde hij aan de Universiteit van Tilburg tevens een bijzondere leerstoel met betrekking tot de regulering van kansspelen in de Europese Unie. In de periode 1997-2002 was hij bovendien drie keer een (half) semester gasthoogleraar aan de New York University School of Law. Van 1982 tot 1986 was hij werkzaam als raadadviseur op het terrein van politie- en vreemdelingenzaken bij het ministerie van Justitie in Den Haag. Hij schreef in de jaren 1974-1978 met een beurs van het Fonds voor Kollektief Fundamenteel Onderzoek aan de KU Leuven een proefschrift over de politieke geschiedenis van het politiewezen in Europa. Nadien was hij enkele jaren – 1979-1982 – als lector verbonden aan haar Faculteit Rechtsgeleerdheid.
In de loop der jaren was hij volop of zijdelings betrokken bij ongeveer dertig omvangrijke onderzoeksprojecten. Verweven met deze onderzoeken zijn de opdrachten die hij als deskundige heeft uitgevoerd in het kader van een aantal onderzoekscommissies. Zo was hij in de jaren 1992-1993 lid van twee werkgroepen van de commissie-Goldstone in Zuid-Afrika, in de jaren 1994-1996 hoofd van de onderzoeksgroep “georganiseerde misdaad” bij de commissie-Van Traa van de Nederlandse Tweede Kamer, in de jaren 1996-1998 deskundige bij de commissie-Van Parys die een onderzoek instelde naar het strafrechtelijk onderzoek naar de “bende van Nijvel”, en in het jaar 2002 rapporteur van de commissie-Van den Haak die in Nederland de veiligheid en beveiliging van wijlen Pim Fortuyn onderzocht.
Op verzoek van minister van Justitie schreef hij in 2004 een rapport over de herinrichting van het stelsel van speciale eenheden bij de Nederlandse politie en in 2011-2012 op verzoek van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten een rapport over de organisatie en werking van het toezicht op deze diensten in Nederland. In de jaren 2007-2011 was hij als adviseur werkzaam bij het project Emergo, bedoeld om de zware (georganiseerde) misdaad in het hart van Amsterdam verder onder controle te brengen. Van 2012 tot 2014 was hij voorzitter van de commissie die de procureur-generaal bij de Hoge Raad adviseert over de wenselijkheid van onderzoek naar de heropening van het strafrechtelijk onderzoek in afgesloten strafzaken.
Verder was Cyrille Fijnaut nauw betrokken bij de oprichting en/of de leiding van diverse wetenschappelijke tijdschriften (onder meer Panopticon, de European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice en Delikt en Delinkwent) en boekenreeksen (Politiestudies en Samenleving, Criminaliteit en Strafrechtspleging). Lange jaren was hij lid van de wetenschappelijke adviesraad bij het Max-Planck-Institut für ausländisches und internationales Strafrecht in Freiburg i. B.
In 1993 kreeg Cyrille Fijnaut de Nederlandse Politieprijs. Hij werd in 2002 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 2008 tot Commandeur in de Belgische Kroonorde. De Universiteit Gent verleende hem in 2009 het eredoctoraat. In 2011 kreeg hij de Grote Zilveren Legpenning van de Gemeente Tilburg en de Frans Banninck Cocq Penning van de Gemeente Amsterdam.
Voor de lezer van de ´kennisparels´ heb ik de inhoudsopgave van zijn memoires toegevoegd. Het boek zelf is te bestellen bij Prometheus in Amsterdam, zie onderstaande bronverwijzing.
Bron
Fijnaut, Cyrille (februari 2023). Over grenzen: Een leven tussen wetenschap, beleid en actie. Amsterdam: Prometheus Uitgeverij, 656 p. ISBN: 9789044652680
https://uitgeverijprometheus.nl/boeken/over-grenzen-gebonden/
Samenvatting
Standaard voeg ik hier altijd een informatieve samenvatting toe maar in dit geval gaat dat niet. Ik zou zeggen, lees het boek van het boegbeeld Cyrille Fijnaut zelf. De hele ´onderzoekbeleidspraktijklevenslooplijn´ van hem komt dan voorbij.
Afsluitend
Tja, ik meen dat ik inleidend al genoeg heb opgeschreven. Afsluitend nog één ding. Cyrille, ik wil je bedanken voor al de jaren dat wij elkaar kennen. Soms zien we elkaar lange tijd niet, maar wanneer we elkaar tegen komen ben ik altijd trots om je te kennen. Eigenlijk ben jij één van de twee leermeesters waar ik echt respect voor heb, de andere is Jan van Dijk. Bedankt voor al je wijze lessen en ook omdat je gewoon een aardige man bent.