Inleiding en context
Goede morgen beste ´kennisparelontvangers´, het is vandaag maandag 13 maart 2023. Ik begin de vroege ochtend met een wat wild liedje van een voormalige punkband uit Hazerswoude Dorp. Ik fietste daar gisteren doorheen en moest terugdenken aan de concerten van die band die ik eind jaren ´70 van de vorige eeuw bezocht: https://www.youtube.com/watch?v=6YNLYpjbemU Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag waarin een oordeel wordt gegeven over de implementatie en uitvoering van het in 2020 opgestelde Actieplan Wapens en Jongeren: https://open.overheid.nl/documenten/ronl-570b86ce-792b-46cf-9ec3-bac5850594fc/pdf
Dat plan werd toen opgesteld met het oog op de forse toename van het wapengebruik en steekincidenten onder jongeren en de steeds jonger wordende daders. Het actieplan is in opdracht van het WODC geëvalueerd door bureau Breuer & Intraval. Uit de evaluatie blijkt dat de urgentie van het probleem zorgde voor te veel focus op de korte termijn bij de ontwikkeling van maatregelen. Er was vooraf onvoldoende duidelijk wie de jongeren waren die wapens droegen, wat hun motieven waren en hoe een gedragsverandering tot stand gebracht zou kunnen worden. Om dit probleem op lange termijn aan te pakken concluderen de onderzoekers dan ook dat er méér nodig is dan dit actieplan.
Bron
Snippe, J., J.A. de Muijnck & L. Wouters (maart 2023). Plan- en procesevaluatie Actieplan Wapens en Jongeren. Groningen: Breuer & Intraval, Onderzoek en Advies, 122 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3251
Samenvatting
Aan het Actieplan Wapens en Jongeren werkten 20 gemeenten, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, bureau Halt, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Openbaar Ministerie, Politie, Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdreclassering en Jeugdbescherming en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mee, onder leiding van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Het doel van het actieplan was om in een periode van twee jaar (2021 en 2022) het wapenbezit en -gebruik onder jongeren terug te dringen. De 16 acties die staan beschreven in het plan dienen dit doel.
Door de urgentie vroegen politiek en samenleving om ‘daadkracht’ en snelheid van handelen. Het plan is daarom in korte tijd geschreven (drie á vier maanden). Er is onderzocht hoe het probleem eruitziet, maar er is geen nulmeting gedaan en bestaand beleid is niet op effectiviteit onderzocht. Ook is niet gekozen voor een nadere analyse van de doelgroep en de motieven van jongeren om een wapen te dragen. Hierdoor was onvoldoende duidelijk wie de doelgroep was van het actieplan en hoe deze groep het beste kon worden bereikt. Door dit gebrek aan focus was het voor deelnemende gemeenten bij sommige acties lastig om hieraan invulling te geven, en bij andere acties stelden zij vraagtekens bij het bereiken van de doelgroep en daarmee bij de effectiviteit van de betreffende actie. Bij enkele acties is zelfs opgemerkt dat deze mogelijk een averechts effect hebben en juist leiden tot meer wapenbezit onder jongeren.
Een positieve uitwerking van het actieplan en de wijze waarop het tot stand kwam, is dat het momentum creëerde voor de aanpak van wapenbezit en -gebruik onder jongeren. Deelnemende gemeenten onderschrijven dat hieraan een stevige impuls is gegeven. Een aantal gemeenten heeft lokaal onderzoek uitgevoerd en zo de kennis van de doelgroep vergroot. Wanneer uit deze onderzoeken bleek dat een actie niet effectief of zelfs een averechts effect zou hebben, zijn deze gemeenten gestopt met het uitvoeren van deze acties. De aanzet van het actieplan is goed, maar de scherpte in de uitvoering mist. Veel acties in het actieplan zijn gericht op een brede doelgroep, in een enkel geval op de gehele bevolking of op alle jongeren. Het kan worden gezien als een schot hagel waarmee (mogelijk) ook een jongere bereikt wordt die tot de risicovolle groep behoort, maar waarin de precisie ontbeert.
Om daadwerkelijk een gedragsverandering te bereiken bij de groep die al een wapen draagt, of waarbij het risico hierop groot is, zal langdurig preventief beleid nodig zijn. Dit zou moeten bestaan uit diepgaand en positief contact met de risicojongeren. Deze maatregel, die doorgaans wordt uitgezet bij jongerenwerk, is niet concreet in het actieplan genoemd, maar lijkt een veelbelovend middel om de risicojongeren te bereiken en ander perspectief te bieden, om zo wapenbezit en –gebruik onder jongeren tegen te gaan.
Afsluitend
Ik vind dit eigenlijk wel een prima ´kennisparel´. Ondanks de tegenvallende resultaten en zelfs negatieve averechtse effecten die zijn gemeten valt er veel van te leren. Het is prima dat dergelijke initiatieven van een grondige evaluatie worden voorzien, daar mag het ministerie van Justitie & Veiligheid ook wel eens een compliment voor krijgen. Het is namelijk heel simpel, zonder evaluatie geen (beleid)innovatie. In feite is dit een prima beschrijving van een deels mislukt actieplan. Daarmee kan het beleid, in dit geval wapenbezit onder jongeren, zijn voordeel doen door dat beleid aan te passen op basis van de uitkomsten van bijgesloten ´kennisparel´. Naar mijn mening zijn beschrijvingen van niet geslaagde interventies en maatregelen net zo veel waard als beschrijvingen van geslaagde projecten. Misschien zijn ze nog wel meer waardevol. Maar dat oordeel laat ik aan de ´kennisparellezer´ over.