Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime
[534] 23 maart 2023: Mismatch: Een verkennend fenomeenonderzoek naar het plegen van zedendelicten na contact via een datingsite of datingapp

Inleiding en context

Goede morgen beste ´kennisparelontvangers´, het is vandaag donderdag 23 maart 2023. Eerst een droevig liedje om mee te beginnen: https://www.youtube.com/watch?v=8AHCfZTRGiI Ik stap zo meteen op de trein richting Utrecht om deel te nemen aan de kennisconferentie van de Taskforce Onze hulpverleners veilig. Ook een ´heet onderwerp´. De ´kennisparel´ van vandaag gaat ook over zo´n ´hot topic´, het gebruik van datingsites en –apps en de samenhang daartussen met seksueel geweld. Dat is een betrekkelijk nieuw fenomeen vandaar dat in opdracht van Politie & Wetenschap: https://www.politieenwetenschap.nl/ een verkennend onderzoek naar het fenomeen is uitgevoerd.

Datingsites en datingapps bieden de mogelijkheid tot online interactie tussen mensen om te voorzien in sociale, psychosociale en fysieke behoeften. In de afgelopen jaren is het stigma over online daten afgenomen en is het gebruik van datingsites en -apps min of meer gemeengoed geworden. Het overgrote deel van dit soort contacten wordt gezien als positief, maar soms pakt een opgedaan contact heel anders uit dan verwacht. Het contact via datingsites en -apps kan namelijk leiden tot online en fysieke zedendelicten zoals ongewenste sexting, sextortion, uitbuiting en verkrachtingen. 

In de afgelopen twee decennia is door digitalisering het sociale netwerk van mensen snel groter geworden. Ook de komst van datingsites en datingapps hebben hieraan een bijdrage geleverd. Hierdoor is het eenvoudiger geworden om online met een vreemde te praten of elkaar fysiek te ontmoeten. De keerzijde is dat dit ook gepaard gaat met technology-facilitated sexual violence: vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag die worden gepleegd met behulp van communicatietechnologieën zoals datingsites of datingapps.

Tot dusverre is er in Nederland nog niet eerder onderzoek verricht naar gepleegde zedendelicten nadat de dader en het slachtoffer met elkaar in contact zijn gekomen via een datingsite of datingapp. Ook op internationaal niveau is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Dit is de reden dat dit onderzoek een verkennend karakter heeft en het fenomeen open is benaderd. Op zoek gaan naar causale relaties en zwaarwegende conclusies is dan ook niet het doel geweest

Bron

Wolsink, Joey, Jos Kuppens, Nicole Brouwer & Henk Ferwerda (maart 2023). Mismatch: Een verkennend fenomeenonderzoek naar het plegen van zedendelicten na contact via een datingsite of datingapp. Arnhem: Bureau Beke, 138 pp. https://bureaubeke.nl/publicaties/mismatch/

Samenvatting

In de afgelopen jaren is de populariteit van het gebruik van datingsites en -apps toegenomen. Voor het overgrote deel van de contacten die voortkomen uit het gebruik van datingsites en -apps, geldt dat ze voorzien in sociale, psychosociale en fysieke behoeften. Het mondt echter ook uit in online en fysieke zedendelicten. Zowel in Nederland als internationaal is nog weinig onderzoek verricht naar de relatie tussen het gebruik van datingsites en -apps en seksueel geweld.

Daarom heeft Bureau Beke verkennend onderzoek gedaan naar de wijze waarop zich in Nederland zedendelicten voordoen na het gebruik van datingsites en datingapps. Tevens is geprobeerd dader- en slachtofferprofielen in kaart te brengen en vast te stellen welke maatregelen reeds worden genomen en nog worden gemist om deze zedenmisdrijven tegen te gaan. Hiervoor is een (inter)nationale literatuurstudie uitgevoerd, zijn mediaberichten, strafrechtzaken en politieregistraties geanalyseerd en zijn interviews met experts gehouden. 

Doel is om het probleem inzichtelijk te maken om op die manier de politie alerter te maken op dit fenomeen. Er is ook onderzocht hoe de kans om slachtoffer te worden van een ‘mismatch’ in de toekomst kan worden verminderd. De huidige aanpak schiet namelijk nog tekort om zedendelicten tegen te gaan. Verschillende partijen – zoals burgers, de politie, scholen, professionals, datingplatforms en de overheid – kunnen bijdragen aan het verbeteren van de aanpak. De volgende vraagstelling staat centraal:

‘Op welke wijze worden datingsites en datingapps gebruikt voor het plegen van zedendelicten?’

Met betrekking tot deze vraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd:

• Wat zijn de achtergrondkenmerken van de daders?

• Wat zijn de achtergrondkenmerken van de slachtoffers?

• Wat is de modus operandi van de daders?

• Welke preventie-, hulpverlenings- en repressieve maatregelen zijn reeds genomen?

• Welke (nieuwe) vormen van aanpak en partijen kunnen mogelijk bijdragen aan de

preventieve, curatieve en repressieve aanpak van zedendelicten via datingsites en

datingapps?

De omvang van het fenomeen blijkt lastig vast te stellen. De politie maakt in haar registratie bijvoorbeeld geen onderscheid tussen zedendelicten waarin het contact tussen de dader en het slachtoffer tot stand is gekomen via een datingsite of -app en overige zedendelicten. In ‘Mismatch’ werden negen online en fysieke soorten zedendelicten gevonden: ongewenste sexting, wraakporno, financiële sextortion, seksuele sextortion, grooming, seksueel misbruik, seksuele uitbuiting, aanranding en verkrachting. Waar vrouwen vaker het slachtoffer zijn, zijn mannen vaker de dader. Niet alle daders maken bewust een datingprofiel aan om een zedendelict te plegen. Voor de ‘’bewuste dadergroep’’ geldt dat daders de mogelijkheid benutten om online anoniem te zijn. Dit doen ze door op het datingprofiel minder persoonlijke informatie te vermelden of zich als iemand anders voor te doen. De ‘’bewuste dadergroep’’ maakt zich vooral schuldig aan de online zedendelicten ongewenste sexting, wraakporno, financiële en seksuele sextortion. 

Eén van de belangrijkste conclusies van dit onderzoek is dat er sprake is van een ‘’bewuste dadergroep’’ die zich met name schuldig maakt aan online zedendelicten zoals ongewenste sexting, wraakporno, financiële en seksuele sextortion. Zij maken gebruik van de mogelijkheid om online in meer of mindere mate anoniem te zijn. Namelijk door minder persoonlijke informatie te vermelden of zich als iemand anders voor te doen.

Afsluitend

Gebruikers van datingapps worden dus nog onvoldoende beschermd tegen gedragingen die leiden tot online en fysieke zedendelicten. Er zijn preventie- en lesprogramma’s ontwikkeld, maar deze richten deze zich met name op het weerbaar maken tegen slachtofferschap. Dit kan victim blaming versterken. De focus zou meer moeten liggen op het voorkomen van daderschap door normen en waarden over hoe je je online gedraagt bij te brengen, bijvoorbeeld als verplicht onderdeel van het onderwijscurriculum op basis- en middelbare scholen.

Dit zal dan met name effect hebben op de ‘’onbewuste dadergroep’’; voor de ‘’bewuste dadergroep’’ is het inzetten op signalering, opsporing en behandelingen meer van belang. Daarnaast kunnen professionals zoals jongerenwerkers voorlichting krijgen over dit fenomeen en instructies krijgen hoe zij kunnen bijdragen aan het voorkomen hiervan. Tot slot kunnen datingplatforms meer doen om slachtofferschap te voorkomen door gebruikers meer uit de anonimiteit te halen. 

Ten slotte, ook interessant is dit recent verschenen rapport Reporting of dating app facilitated sexual violence to the police: Victim-survivor experiences and outcomes: https://www.aic.gov.au/publications/tandi/tandi662

prohic_linksonder