Inleiding en context
Goede morgen beste mensen, het is vandaag dinsdag 23 januari 2024. Volgens goede gewoonte begin ik met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=wG0fS4DoGUc Vandaag een prima systematisch overzicht waarin een oordeel wordt gegeven over de effectiviteit van werkgelegenheidsprojecten voor mensen die hun gevangenisstraf hebben uitgezeten (ex-gedetineerden). Werkgelegenheid wordt in verband gebracht met een verminderd risico op recidive. Er bestaan hieromtrent meerdere (beleid)theorieën. Werkgelegenheid kan de banden met de ‘conventionele samenleving’ vergroten, waardoor een pro sociaal netwerk en informele sociale controle ontstaat die het plegen van delicten kan reduceren. Werkgelegenheid kan ook een mogelijkheid bieden voor het ontwikkelen van een identiteit die onverenigbaar is met criminele activiteiten. De verworven waardevolle status gaat verloren bij het opnieuw plegen van delicten.
Er zijn ook rationele keuzeargumenten, namelijk dat werk voldoende financiële zekerheid biedt om de noodzaak om illegaal geld te verdienen teniet te doen. Wanneer het beleid is om recidive van ex-gedetineerden te voorkomen is het dus belangrijk om hen te ondersteunen om aan werk te komen en rekening te houden met de kwaliteit van het werk en de bredere context van hun leven. Voordelen van het reduceren van recidive zijn het vermijden van verdere (financieel kostbare) vrijheidsbenemende sancties. Maar er zijn ook voordelen voor slachtoffers en overheden die de nadelige materiële en immateriële gevolgen ondervinden van criminaliteit / slachtofferschap. Wat zijn de effecten van het verbeteren van werkgelegenheidsaspecten bij ex-gedetineerden? Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daar deels een antwoord op.
Trouwens, in Nederland is recent ook onderzoek verricht naar de effectiviteit van het vinden van banen voor ex-gedetineerden: https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3166 Hierbij wordt op verschillende manieren geprobeerd ex-gedetineerden te ondersteunen bij het vinden van een duurzame baan (voor minstens 24 uur per week) en het wegnemen van de hindernissen daartoe. De belangrijkste doelstelling van het programma Werk na detentie was om de kansen van ex-gedetineerden op het vinden en behouden van werk te vergroten. In zekere zin is deze doelstelling gehaald, want de geholpen deelnemers hebben meer arbeidsmaanden gewerkt dan de mensen uit de controlegroep. Dit verschil is statistisch significant.
De verwachtingen waren aan het begin van het traject echter hoger: het streven was dat minstens 60% van de deelnemers aan het programma minstens de helft van de onderzochte periode betaald werk zou vinden (voor 24 uur / week of meer). Dit streven is niet gehaald: slechts 19% van de gekoppelde deelnemers heeft voor minstens de helft van de onderzochte periode werk gehad (voor 24 uur / week of meer). Het is echter mogelijk dat vooraf de kansen van ex-gedetineerden op de arbeidsmarkt te optimistisch zijn ingeschat. Het resultaat dat de arbeidsdeelname van de controlegroep veel lager was dan vooraf was ingeschat, lijkt hierop te wijzen. De tweede doelstelling van het programma Werk na detentie was om de recidive onder ex-gedetineerden te verlagen. De resultaten van het huidige onderzoek tonen niet aan dat deze doelstelling behaald is. De recidive (na 1, 2 en 3 jaar) onder de gekoppelde deelnemers is weliswaar iets lager dan onder de mensen uit de controlegroep, maar deze verschillen zijn statistisch gezien niet significant.
Bron
Connell, Catriona, Mary Birken, Hannah Carver, Tamara Brown & Jessica Greenhalgh (2023). Effectiveness of interventions to improve employment for people released from prison: Systematic review and meta-analysis. Health & Justice, vol. 11, pp. 1-18. https://healthandjusticejournal.biomedcentral.com/articles/10.1186/s40352-023-00217-w
Samenvatting
People released from prison experience complex health challenges in addition to challenges resettling into the community. Consequently, employment rates are low. Participating in good quality employment can support good health and is protective against future reoffending. Multiple interventions are provided to support people into employment on release. The effectiveness of interventions for improving employment outcomes has not previously been evaluated in a meta-analysis.
Our objective was to examine the effectiveness of interventions to improve employment following release from prison. We searched seven databases and three trial registries for peer reviewed randomised controlled trials (RCTs), published since 2010, that included adults and measured an employment outcome(s). We conducted meta-analysis using random effects models with sub-group and sensitivity analyses. We appraised bias risk per outcome, and incorporated this into an assessment of the certainty estimates for each outcome. A group of people with experience of imprisonment met with us throughout the project to inform our search strategy and interpretation of results.
We included 12 RCTs (2,875 participants) which were all conducted in the USA. Few outcomes were of low risk of bias. Intervention participants were 2.5 times more likely to work at least one day (95% CI:1.82–3.43) and worked more days over 12 months (MD = 59.07, 95% CI:15.83–102.32) compared to controls. There was no effect on average employment status or employment at study end. There is moderate certainty in these estimates. Interventions can improve some employment outcomes for people released from prison. More evidence is required to establish effective interventions for sustaining quality employment, particularly outside the USA, and which consider outcomes for different groups of people released, such as women or those with health or substance use needs.
Interventions are effective for increasing the number of people who start employment and the amount of time worked following release from prison, and therefore should be made available given the benefits of employment to health and protection against reoffending. No evidence of effectiveness was found on indicators of sustained employment. Interventions provided must focus on securing stable, good quality work that a person has the skills to sustain, however evidence of what such interventions should consist of to be effective is limited at present. Confidence in making recommendations about interventions to improve employment could be increased with high quality RCTs conducted outside the USA that measure employment rates over time- and clearly describe the components.
Afsluitend
De resultaten van de bijgesloten ´kennisparel´ zijn dus enigszins hoopgevend. Maar het blijft uiteraard lastig om deze specifieke groep aan het werk te houden. Daarom zijn alternatieven voor de vrijheidsbenemende straf vaak meer effectief. Nederland kent een lange traditie van alternatieven of vrijheid beperkende maatregelen voor de gevangenisstraf. Dat is hier de sleutel geweest tot het verminderen van een te grote afhankelijkheid van gevangenissen. Op basis van ons huidige kennisniveau blijkt dat begin jaren ´80 van de vorige eeuw belangrijke keuzen te zijn gemaakt. Er is namelijk aangetoond dat alternatieven voor gevangenisstraf meer effectief zijn, uitgedrukt in het reduceren van recidive, dan gevangenisstraffen: https://prohic.nl/2022/11/10/491-10-november-2022-een-oude-vraag-opnieuw-onderzocht-effecten-van-korte-gevangenisstraffen-ten-opzichte-van-niet-vrijheidsbenemende-straffen-op-recidive-op-basis-van-een-instrumentele-variabele/
Op basis van zowel nationale als internationale inzichten rond de bestaande kennis blijkt dat gevangenisstraffen meer kwaad dan goed doen: https://prohic.nl/2022/10/20/477-20-oktober-2022-the-effectiveness-of-sentencing-options-on-reoffending/ Het is het eindstation van de strafrechtketen waar weinig van mag worden verwacht. Een dergelijk op evidentie gebaseerde conclusie vraagt in feite om meer toepassing van alternatieven voor de vrijheidsstraf. Een prima vergelijkend overzicht rond die alternatieven binnen de lidstaten van Europa is onlangs gemaakt: https://www.penalreform.org/resource/non-custodial-sanctions-and-measures-eu-comparative-study/
Ten slotte, Nederland zit met 63 gedetineerden per 100.000 van de bevolking beduidend onder het Europese gemiddelde van 104 per 100.000. Onderstaande grafiek toont dat mooi aan. Naar mijn mening is dat een prima gevolg van de gehanteerde strafrechtelijk justitiële politiek in Nederland over de afgelopen decennia. En voor de justitiële politiek rond het gevangeniswezen geldt een gouden regel: ´if you built them you fill them´.