Inleiding en context
Goede morgen allemaal op deze vrijdag 23 februari 2024. Ik begin met een passend liedje in het weekeinde in te luiden: https://www.youtube.com/watch?v=ZJgSDjNJCk0 Vandaag kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek met een persbericht naar buiten over steekincidenten waarbij het slachtoffer wordt opgenomen in het ziekenhuis. Het betreft een analyse over het jaar 2021 inclusief trendgegevens over de jaren 2016 – 2021. Ik heb er maar een ‘’klein kennispareltje’’ van gemaakt vanwege het feit dat het onderwerp ‘’messencriminaliteit’’ momenteel nogal in de belangstelling staat. Bij dit onderwerp is er sprake van een zogenaamde ´varkenscyclus´ in het beleid. Ruim twaalf jaar geleden was er ook een ware golf van aandacht voor het fenomeen, zowel in het VK als in Nederland.
Vaak blijkt dan dat het collectieve geheugen binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid en daarbuiten bijna geheel is verdwenen. We gaan weer opnieuw fris en ´nieuw´ beleid maken. En dat is momenteel dan ook het geval. Soms is dat noodzakelijk wanneer de context waarbinnen dat messengeweld plaats vindt beduidend is veranderd. Maar meestal kan er geleerd worden van eerdere ervaringen met de aanpak van het fenomeen. Vanwege de aandacht voor het onderwerp van messencriminaliteit heb ik de afgelopen jaren deze ‘’kennisparels’’ over onderwerp verstuurd: 6;108;299;435;518;529; en 530. Deze zijn allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Bron
Centraal Bureau voor de Statistiek (februari 2024). Steekincidenten 2021. Den Haag: CBS, 23 februari, 3 pp. https://www.cbs.nl/item?sc_itemid=ac449a5e-6d9d-4b6b-b377-03c5e07980cb&sc_lang=nl-nl
Samenvatting
In 2021 werden 275 slachtoffers in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van een steekincident. Ongeveer een vijfde van hen was jonger dan 20 jaar. Meer dan de helft van deze jongeren was bekend bij de politie als verdachte van een misdrijf. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
Het aantal ziekenhuisopnamen door steekincidenten is tussen 2016 en 2021 nauwelijks veranderd, met uitzondering van een daling in 2017. Bij jongeren onder de 20 jaar steeg het aantal slachtoffers van steekincidenten wel, van 30 in 2016 naar 60 in 2021. De meeste van deze slachtoffers waren jongeren tussen de 17 en 20 jaar oud (71 procent). In de oudere leeftijdsgroepen bleef het aantal slachtoffers stabiel of daalde zelfs. In alle leeftijdsgroepen waren mannen in de meerderheid (86 procent).
Bij jongeren onder de 20 jaar die in het ziekenhuis belandden, was in ongeveer 60 procent van de gevallen de locatie van het steekincident geregistreerd. Meer dan de helft (58 procent) vond plaats op straat. In mindere mate gebeurden deze steekincidenten in en om het huis of op locaties voor handel en dienstverlening, zoals cafés, stations en winkelcentra (beide 11 procent). Tussen 2016 en 2021 was gemiddeld 62 procent van de slachtoffers onder de 20 jaar die in het ziekenhuis belandden door een steekincident bij de politie bekend als verdachte van een misdrijf. In 2019 was het aantal slachtoffers dat eerder bekend was als verdachte het hoogst (45 personen). Het grootste deel van de verdachten was betrokken bij diefstal (44 procent), het meest voorkomende misdrijf in deze leeftijdsgroep. Hierna volgden vernielingen en mishandeling (beide 12 procent).
Afsluitend
Wanneer we de berichten in de media bekijken dan lijkt het alsof het gebruik van messen de laatste jaren een enorme stijging laat zien. Uit bijgesloten ‘’kennisparel’’ blijkt dat het aantal ziekhuisopnamen vanwege steekincidenten over de jaren 2016 en 2021 een stabiel beeld vertoont, er is nauwelijks sprake van een verandering in de waargenomen trend. Opvallend is dat van slachtoffers onder de 20 jaar meer dan de helft bekend is bij de politie als verdachte. In criminologische terminologie is hier sprake van de zogenaamde ‘’offender/victm overlap’’: https://www.annualreviews.org/doi/full/10.1146/annurev-criminol-030920-120724 Omdat het bijna weekeinde is voeg ik dit systematisch overzicht naar het fenomeen toe bij deze mail.
Uit de beschikbare kennis hierover blijkt dat de overlap tussen slachtoffer en dader consequent wordt aangetroffen. Dat impliceert dat daderschap en slachtofferschap deels om vergelijkbare inhoudelijke redenen ontstaan en dat daders voornamelijk handelen als reactie op gedrag van (potentiële) slachtoffers. Deze conclusie heeft belangrijke implicaties voor criminaliteitspreventie. Prettig weekeinde alvast.