Inleiding en context
Goede morgen beste mensen, het is vandaag maandag 8 april 2024. Ik begin met één van mijn favoriete nummers van The Doors: https://www.youtube.com/watch?v=yj5WvpkYHz0 Beter wordt het niet. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag en dat is er één van Nederlandse bodem. ´Avocado’s en houtkap: criminelen infiltreren vaker in legale markten´ kopte de NOS op 4 april jl.: https://nos.nl/artikel/2515419-avocado-s-en-houtkap-criminelen-infiltreren-vaker-in-legale-markten Criminelen gebruiken voor hun illegale praktijken steeds vaker de wereld van de legale handel. Dat meldt Politie & Wetenschap van de Politieacademie: https://www.politieenwetenschap.nl/
De onderzoekers keken met name naar de handel in bijvoorbeeld avocado’s en de houtindustrie. De producten komen vaak ook in Nederland terecht. Politie en justitie zien de laatste tijd veel aanwijzingen voor deze criminele verdringing, zoals de ontwikkeling ook wel wordt genoemd. Criminelen dringen langzaam de handelsgebieden binnen en verdienen geld met legale producten, maar op een illegale manier. Dat doen ze onder meer door de wet- en regelgeving te overtreden. De integriteit van de samenleving is dan in het geding, waarbij de directe leefomgeving van inwoners wordt bedreigd. Dat geldt vooral wanneer de legale en illegale markten sterk verweven met elkaar zijn. De grenzen tussen legaal gebruik en misbruik van diensten en voorzieningen kunnen hier flinterdun zijn. Uiteindelijk draait de maatschappij (inwoners, overheid en bedrijfsleven) op voor de directe en indirecte financiële en emotionele schade.
Bron
Bervoets, Eric, Mirjam Corsel, Tim Boekhout van Solinge & Sabine Hellemons (april 2024). Goed-fout: Criminele verdringing in legale ketens, een verkennend onderzoek met voorbeelden uit de hout- afval en fruitketen. Den Haag: SDU BV, 179 pp. Serie: Politiewetenschap, no. 131. https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiewetenschap/2024/goed-fout-398
Samenvatting
Het gaat in dit onderzoek om, al dan niet criminele, ondernemers die kansen zien om geld te verdienen zonder zich daarbij al te veel aan te trekken van wet- en regelgeving met grote gevolgen voor mens en milieu, waarbij zij veelal ook misbruik maken van kwetsbaarheden in verdienmodellen en productieketens (netwerken). Deze studie begeeft zich daarom op het grensvlak van (groene) criminologie en economie.
De vragen aan de basis van deze studie zijn:
- Wat is criminele verdringing en wat is het niet? Wie of wat wordt verdrongen? Hoe verhoudt het begrip ‘criminele verdringing’ zich tot georganiseerde misdaad en organisatiecriminaliteit?
- Hoe werken marktontwikkelingen en branchekenmerken de criminele verdringing in de hand?
- Hoe werken wettelijke normen en handhaving de criminele verdringing in de hand?
- Zijn er nog andere factoren waarmee criminele verdringing kan worden geduid of verklaard?
- Welke gevolgen heeft de criminele verdringing? Welke gevolgen zijn terug te brengen tot oneerlijke concurrentie, tot sociale problematiek (o.a. mensenrechten) en welke gevolgen zijn er voor het milieu?
- Wat voegt het begrip ‘criminele verdringing’ toe aan wetenschap en opsporingspraktijk?
- Welke inzichten en aanbevelingen alsmede welk handelingskader voor opsporing en vervolging (maar ook voor ‘awareness’ en preventie) levert deze studie op?
Politie en justitie zien in de economie aanwijzingen voor het overnemen van legale handel door criminelen en fraudeurs. Bij deze verdringing kan het zowel gaan om georganiseerde criminaliteit, witte boordencriminaliteit of het samensmelten van legale ondernemers en criminelen wegens een ‘lucratief verdienmodel’. Overnemen van legale handel gaat veel verder dan witwassen, want bij verdringing is het doel van criminelen om geld te verdienen met legale producten en diensten. Alleen door zich niks aan te trekken van wet- en regelgeving. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het programma Politie en Wetenschap dat vandaag wordt gepubliceerd. Het gaat in dit onderzoek om een eerste verkenning van het begrip verdringing, mede om te zien wat het toevoegt aan het wetenschappelijke en maatschappelijke debat over georganiseerde criminaliteit. Daarvoor is gekeken naar casuïstiek in de houtbranche (de branche met hout- en woudproducten), de wereld van de recycling en de import en het telen van fruit.
Net als legale ondernemers boren criminelen graag nieuwe markten aan. Waar een vraag is, is een weg. De crimineel overtreedt regels om op zich legale producten of diensten aan de man de brengen. Zij drukken daarmee legale partijen uit de markt. Ook leidt de verdringing tot ernstige ontwrichting van milieu en schending van mensenrechten. In het onderzoek komt betrokkenheid aan bod van criminelen bij avocadohandel, tropisch hardhout en bij afvaloverschotten (bijvoorbeeld plastic en overjarige windmolenwieken). Voor de voorbeelden uit de houtsector werd ook uitgebreid gesproken met bewoners van het Amazonegebied.
Criminele verdringing gedijt over het algemeen in een context waarin illegaal ofwel onverantwoord ondernemen oplossingen biedt voor marktproblemen. In een dergelijk geval hebben vaak meerdere actoren voordeel bij ‘creatief ondernemen’. Kritische vragen worden dan minder snel gesteld. Wanneer er veel geld omgaat in een markt met een goed imago, is deze markt er kwetsbaarder voor dat criminelen en fraudeurs een graantje mee willen pikken van de lucratieve handel. Dit kan op vele manieren, denk aan afpersing, investeringsfraude en witwassen.
Het fenomeen van de criminele verdringing vraagt van criminologen, beleidsmakers en politiemensen om op een andere manier te kijken naar georganiseerde misdaad. Bijvoorbeeld door met een brede blik naar dit fenomenen te kijken en niet alleen te kijken naar strafbaarheid. Want lang niet alle gedrag dat via criminele verdringing bijdraagt aan – vaak ernstige – ontwrichting van economie en leefmilieu is strikt genomen (al) strafbaar voor de wet.
Eén van de auteurs zegt hierover: ‘Wat helpt is de in deze studie waargenomen verschuiving van civielrechtelijke afspraken (soft law) naar strafrecht (hard law), vooral in de Europese Unie. Dit is mede onder invloed van de vandaag de dag andere kijk op ernstige milieucriminaliteit en ook de schending van mensenrechten. Bedrijven doen wat zij doen en dat is omzet maken. Hoewel zij steeds vaker bescherming van milieu en mensenrechten nastreven en nadruk leggen op ketenverantwoordelijkheid, is ook volgens hen overheidsoptreden gewenst: meer handhaving en hard law.’
Afsluitend
Een belangrijk inzicht bij de (preventieve) aanpak van de georganiseerde misdaad in Nederland is het gegeven dat het fenomeen deels bestaat niet ondanks maar dankzij de wet- en regelgeving van de overheid: https://www.researchgate.net/publication/370996344_Geen_kansen_bieden_aan_georganiseerde_criminaliteit_Onbedoelde_criminogene_effecten_van_overheidsbeleid De georganiseerde misdaad kan op een bedrijfsmatige manier benaderd worden. Om te kunnen opereren op de illegale markt is het vaak noodzakelijk om gebruik te maken van aanwezige diensten van de legale markt (distributie, financiële handelingen, huisvesting, vergunningstelsels).
Ook kunnen overheden onbewust illegale activiteiten faciliteren door regelgeving (accijnzen, subsidieregels, strikte regels voor productie). Uit het beschikbare empirische onderzoek blijkt dat criminele groeperingen daadwerkelijk gebruik maken van legale maatschappelijke structuren. Bijgesloten ´kennisparel´ bevestigt dit beeld. Ook kunnen illegale activiteiten vaak niet plaats vinden zonder hulp van personen of organisaties die bereid zijn diensten aan te bieden.
De ontstane criminele gelegenheidsstructuur wordt vooral veroorzaakt door de dynamiek tussen de vraag en het aanbod van (illegale) goederen en diensten. Vooral bij zeer gewilde producten en daarmee een omvangrijk volume zijn deze markten zeer winstgevend. Hierdoor ontstaat vooral een georganiseerde criminele gelegenheidsstructuur. Gezien het massale karakter dat kenmerkend is voor deze markten is het voor de criminele deelnemers binnen deze markten een noodzaak om te beschikken over een goede logistieke infrastructuur. Vooral in Nederland biedt de legale infrastructuur (wegen, water, havens, vliegvelden, open grenzen, treinverkeer, goederenvervoer) een prima gelegenheidsstructuur voor de criminele gelegenheidsstructuur.
Een kenmerk van dergelijke markten is de noodzaak om vooral het vervoer en transport van de illegale goederen goed te kunnen regelen. Mobiliteit en criminaliteit gaan vaak hand in hand. Ook een soepele verdeling en afzet van illegale goederen is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen functioneren. Criminele adaptieve netwerken en nodale punten zijn onmisbaar om de criminele bedrijfsvoering goed vorm te geven. Kortom, verboden markten zijn lucratieve criminele markten. Een actief optredende overheid om een verbod te bewerkstelligen zal regel overschrijdend gedrag van inwoners en organisaties in de hand werken. Ook hier geldt dat vroegtijdig preventief ingrijpen en het frustreren van de logistieke keten een juiste strategie is: https://www.researchgate.net/publication/338999955_Preventieve_en_bestuurlijke_aanpak_van_georganiseerde_criminaliteit_in_Nederland_Een_multidimensionale_aanpak
Ook binnen deze markten kan een groot scala aan preventieve maatregelen en interventies worden toegepast. Hier liggen dus preventieve mogelijkheden om de (gepercipieerde) pakkans, tijdinvestering en moeilijkheidsgraad die nodig is om vormen van georganiseerde misdaad uit te voeren te vergroten. Ten slotte verwijs ik de geïnteresseerde lezers naar dit overzicht van verschenen ´kennisparels´ over verschillende aspecten van georganiseerde misdaad: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2023_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad Een fijne werkweek allemaal.