Inleiding en context
Ik wens jullie allemaal een mooie donderdag 23 mei 2024 toe. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=bsrQa_bagZs ´Meeste verdiensten cocaïnehandel stromen naar het buitenland´ kopt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanochtend in dit nieuwsbericht: https://www.cbs.nl/item?sc_itemid=5684df6b-c06f-4b90-bb1a-68ebe07302ed&sc_lang=nl-nl In 2021 werd binnen de Nederlandse grenzen 17 miljard euro verdiend met illegale activiteiten. De meeste verdiensten stroomden naar het buitenland. Illegale activiteiten droegen in 2021 4,5 miljard euro bij aan de Nederlandse economie. Het grootste deel van de illegale activiteiten binnen de landsgrenzen was de handel in cocaïne, waarmee 10,7 miljard euro werd verdiend. Bijna 90 procent van de opbrengst van de cocaïnehandel stroomde naar buitenlandse opdrachtgevers van de drugshandel.
Dit blijkt uit een schatting van het CBS in bijgesloten ´kennisparel´. Veel activiteiten rondom de internationale drugshandel in Nederland staan onder leiding van opdrachtgevers die geen Nederlands ingezetenen zijn. De handel in en productie van drugs kan hierdoor deels buiten de Nederlandse economie vallen, waarbij Nederlands ingezetenen enkel diensten verlenen aan het buitenland. Alleen de opbrengsten van die verleende diensten vallen binnen de Nederlandse economie, oftewel het bruto binnenlands product (bbp).
Naast de cocaïnehandel doet het CBS ook een schatting voor productie en handel in synthetische drugs, productie en handel in cannabis, prostitutie en illegale productie en handel in tabak. In het geval van cannabis en prostitutie meet het CBS niet alleen het deel dat tot de illegale economie behoort, maar ook het legale en gedoogde gedeelte. De totale toegevoegde waarde van illegale activiteiten was 4,5 miljard euro in 2021. Dit komt neer op 0,5 procent van het bruto binnenlands product.
Binnen de Nederlandse grenzen werd in 2021 ruim 3 miljard euro verdiend met de handel en productie van synthetische drugs. Net als bij de cocaïnehandel stroomt een groot deel weg naar het buitenland. Bijna een derde van deze verdiensten draagt bij aan het bruto binnenlands product. Van de verdiensten van cannabis blijft het grootste deel van de in Nederland gegenereerde inkomsten ook in de Nederlandse economie. De verdiensten van prostitutie en illegale handel in tabak blijven volledig onderdeel van de Nederlandse economie. In 2021 droegen de cannabis, prostitutie en illegale tabakshandel activiteiten 2,4 miljard euro bij aan de Nederlandse economie.
Bron
Hooijmaaijers, Sjoerd & Sander IJmker (mei 2024). De raming van illegale activiteiten in de nationale rekeningen. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek,23 mei, pp. 1-8. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/de-nederlandse-economie/2024/de-raming-van-illegale-activiteiten-in-de-nationale-rekeningen
Samenvatting
De Europese richtlijnen voor het samenstellen van macro-economische indicatoren schrijven voor dat alle economische activiteiten moeten worden beschreven. Sinds 2014 neemt het CBS daarom ook informele activiteiten zoals zwart werk en illegale activiteiten mee in de ramingen van de nationale rekeningen voor Nederland. Deze ramingen zijn echter omgeven door meer onzekerheden en wijken qua methodes en bronnen af van ramingen van legale activiteiten. In dit artikel wordt de nieuwste raming voor verslagjaar 2021 nader toegelicht. Extra aandacht wordt besteed aan het verschil tussen wat er aan illegale activiteiten binnen de landsgrenzen plaatsvindt en wat er uiteindelijk tot de Nederlandse economie hoort. Vooral bij de handel in cocaïne is dit verschil groot: er wordt binnen de landsgrenzen voor 10,7 miljard euro aan cocaïne verdiend, maar hiervan maakt slechts 1,2 miljard euro deel uit van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp). De rest wordt conform de Europese richtlijnen toegerekend aan opdrachtgevers in het buitenland.
Voor illegale activiteiten is het veel moeilijker om betrouwbare schattingen te maken dan voor legale activiteiten. Door de aard van de activiteiten is informatie hierover net zo ‘verborgen’ als de activiteit zelf. Normaliter kan het CBS voor ramingen beschikken over diverse directe bronnen als registers en enquêtes. Die directe bronnen zijn voor illegale activiteiten niet beschikbaar en dus moet er met indirecte informatie worden gewerkt. Bronnen die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden, zijn rapporten van instanties als de politie, informatie over inbeslagnames van de douane of rapporten van onderzoeksbureaus. Ook is er tijdens het onderzoek contact geweest met verschillende instanties voor aanvullende achtergrondinformatie.
Omdat de schattingen zijn omgeven door grote onzekerheidsmarges, publiceert het CBS enkel bij de vijfjaarlijkse revisie cijfers over de omvang van de illegale economie in Nederland. In dit artikel wordt de aanpak van de schatting van de illegale economie toegelicht.
Het artikel begint met de definitie van illegale activiteiten binnen de nationale rekeningen en de omvang van deze activiteiten. Daarna wordt de aanpak van de raming over cocaïne uitgebreid toegelicht. Ten slotte wordt kort beschreven hoe andere illegale activiteiten worden geraamd. Extra aandacht wordt geschonken aan het verschil tussen inkomen dat binnen de Nederlandse landsgrenzen wordt gegenereerd en inkomen dat uiteindelijk aan Nederlandse ingezetenen kan worden toegerekend. Vooral voor de handel in cocaïne is dit verschil erg groot.
Wat illegaal is, verschilt uiteraard van land tot land. In Nederland wordt de verkoop van cannabis in coffeeshops gedoogd en zijn delen van de prostitutiesector gelegaliseerd. Dat is in andere landen anders geregeld. In de praktijk van de nationale rekeningen zijn deze internationale verschillen in de wet van ondergeschikt belang, omdat álle transacties binnen de productiegrens moeten worden meegenomen. Het legale deel van de prostitutie in Nederland wordt in deze publicatie gezien als onderdeel van de illegale economie, ondanks dat dit onderdeel wettelijk gezien geen deel uitmaakt van de illegaliteit.
Binnen de nationale rekeningen wordt voor het beschrijven van de informele economie een onderscheid gemaakt tussen illegale en zwarte activiteiten. Illegale activiteiten, zoals het verhandelen van drugs, zijn strijdig met de wet. Zwarte activiteiten zijn volgens de wet toegestaan, maar de producent geeft dit ten onrechte niet aan bij de belastingdienst. Zowel illegale als zwarte activiteiten worden in de nationale rekeningen opgenomen, maar dit artikel gaat alleen over de illegale activiteiten.
De ramingen van de illegale economie zijn met veel meer onzekerheid omgeven dan andere delen van de economie waar veelal wel directe informatie beschikbaar is uit registers en enquêtes. Voor de raming van de illegale economie geldt bovendien dat de gedane aannames veel invloed kunnen hebben op de uitkomsten. Doordat dit deel van de economie niet in het openbaar plaatsvindt, zijn er geen waterdichte bronnen beschikbaar. Bij de handel in cocaïne hebben de aannames, vooral het inbeslagnamepercentage en de prijzen, veel invloed op de uitkomst. Voor de overige illegale activiteiten gelden vergelijkbare kanttekeningen.
Daarnaast maakt de locatie van de uiteindelijke eigenaar van het illegale proces veel verschil voor de omvang van de raming van de illegale activiteiten binnen de Nederlandse economie. Als de eigenaar niet-ingezetene is, wordt een groot deel van de waarde aan het buitenland toegerekend. Zo wordt er binnen de Nederlandse landsgrenzen 10,7 miljard euro aan de handel in cocaïne verdiend, maar vloeit het grootste deel hiervan naar het buitenland. Slechts 1,2 miljard euro aan toegevoegde waarde slaat neer binnen de Nederlandse economie. Voor andere illegale activiteiten (voornamelijk die op het gebied van synthetische drugs) geldt dit ook, maar in mindere mate.
Afsluitend
Er zijn diverse illegale markten in goederen en diensten, zoals die in drugs, mensenhandel in de prostitutie en arbeidsuitbuiting, gokken, intellectueel eigendom en tabakssmokkel. De drugsindustrie spring hier vooral in het oog vanwege de verdiensten op de daar aanwezige cocaïnemarkt. Vanuit wetenschappelijke optiek is het niet eenvoudig om omvangschattingen binnen de drugsindustrie te maken. Die schimmige wereld bestaat namelijk dankzij geheimhouding en het mistige karakter daarvan. De beschikbaarheid van ‘harde’ bronnen is beperkt tot afwezig. Daarom moet vrijwel altijd gebruik worden gemaakt van vertrouwelijke bronnen bij verschillende opsporingsinstanties. Die omvangschattingen zijn door derden slechts tot op zekere hoogte te verifiëren. Op onderdelen moet doorgaans worden gewerkt met beredeneerde aannames die weliswaar transparant kunnen (en moeten) zijn maar altijd vatbaar zullen zijn voor kritiek.
Het is daarom mooi dat deze omvangschatting van illegale activiteiten door het CBS is gemaakt. Dat brengt in ieder geval de discussie op gang over mogelijkheden en onmogelijkheden om omvangschattingen van illegale markten, waar doorgaans de georganiseerde misdaad actief is, te maken. Zelf ben ik in het bezit van dit rapport uit 2020: Valkenhoef, Judith van, Pieter Tops & Nikita Rombouts (2020). Omvangschattingen van synthetische- drugsproductie in Nederland: Commentaren, problemen en perspectieven. Apeldoorn: Politieacademie. https://mediatheek.politieacademie.nl/pdf/99581.PDF Ook zeer de moeite waard om kennis van te nemen. Misschien wordt het tijd om vanuit het ministerie van Justitie & Veiligheid een systematisch overzicht te maken van zin en onzin van de beschikbare omvangschattingen in Nederland naar aspecten van het fenomeen van georganiseerde misdaad. Een goed voorbereide bijeenkomst van experts op verschillende deelaspecten van georganiseerde misdaad lijkt hiervoor een goede start te zijn. Mijn goede collega Edwin Kruisbergen maakte al een dergelijke analyse naar zin en onzin van omvangschattingen betreffende witwassen: https://www.researchgate.net/publication/358379079_Het_witwassen_van_criminele_winsten_Over_feiten_fabels_en_vragen_die_je_eigenlijk_nog_niet_zou_moeten_stellen