Inleiding en context
Woensdag 4 november 2020, ´the morning after the night before´, de verkiezingen in de Verenigde Staten zijn voorbij en nu is het afwachten wat de uitkomst zal zijn. Voorlopig is het nog ´too close to call´ Spannend en van groot belang ook voor ons kleine landje Nederland. Maar goed nu naar de nieuwe ´kennisparel´. Ergens in april van dit jaar verstuurde ik ´kennisparel´ 16 over wat niet werkt om recidive en criminaliteit te voorkomen. Misschien nog wel meer belangrijk dan om aan de weet te komen wat wel werkt. Zeker met het oog op de schade die persoonlijk en maatschappelijk aangericht kan worden wanneer er interventies worden toegepast die averechts uitwerken. Daarom opnieuw een zeer recente bijdrage over wat niet werkt.
In de medische wereld wordt de term Primum non nocere, gebruikt, richt geen schade aan met medische interventies. Oftewel, de medicijn / kuur richt meer schade aan dan de ziekte zelf (cure is worse than the disease). De kans dat de interventie schade aanricht is dus groter dan dat deze genezing met zich meebrengt. Ook bij het toepassen van strafrechtelijke interventies zou dit een fundamenteel principe moeten zijn: richt geen schade aan. Bijgesloten overzichtsartikel geeft een aantal voorbeelden van niet werkzame interventies. Ook voor de Nederlandse strafrechtelijke praktijk valt hier lering uit te trekken. Het blijkt dat er strafrechtelijke interventies bestaan die niet zijn en soms zelfs recidive bevorderen. In de conclusie wordt door de auteurs een aantal belangwekkende beleidsaanbevelingen gegeven om het volgende te bereiken: ¨Do No Harm¨.
Bron
Welsh, Brandon C., Alexis Yohros & Steven N. Zane (November/December 2020). Understanding Iatrogenic Effects for Evidence-Based Policy: A Review of Crime and Violence Prevention Programs. Aggression and Violent Behavior, a Review Journal, vol. 45, November/December, pp. 1-7. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1359178920302159
Samenvatting
This paper has two main objectives. The first is to advance primary research on intervention studies that report iatrogenic effects. In short, we need to know a great deal more about why interventions cause harm. The second objective is to make the case that a body of knowledge on iatrogenic effects can play an important role in informing evidence-based policy. We view this knowledge as another key input in the policymaking process. Some primary research has been conducted on interventions with iatrogenic effects, and several studies with crime and violence outcomes are reviewed. Building on a number of important advances from this work, as well as from prior reviews on the subject, a research agenda is proposed to help enrich our understanding of interventions that cause harm and contribute to evidence-based policy in the area of crime and violence prevention. Directions for future research include carrying out longer follow-up assessments of interventions with iatrogenic effects and investigating the role of theory failure and implementation failure as potential explanations. In the same way that immediate action is needed to end interventions that cause harm, using the knowledge base on iatrogenic effects has the potential to provide policymakers with an important tool to help avoid causing harm in the first instance.
Interventions with iatrogenic effects present an uncomfortable reality in the context of evidence-based policy; namely, it is possible for interventions to do more harm than good. Given this possibility, and evidence that it is not nearly as remote as we might wish, greater attention to interventions with iatrogenic effects seems deserving. Two main objectives guided this article. The first has to do with advancing primary research on intervention studies that report iatrogenic effects. In short, we need to know a great deal more about why
interventions cause harm. The second aim is about making the case that a body of knowledge on iatrogenic effects can play an important role in informing evidence-based policy. We view this knowledge as another key input in the policymaking process. A number of important advances have been made from continued research on interventions with iatrogenic effects. Most notably, this research has improved our understanding of deviancy training and peer contagion in the context of unstructured, group-based preventive interventions with high-risk adolescents
Afsluitend
Het veelal met de mond beleden beleid van evidence based policy , de toepassing in de (beleid)praktijk blijkt vaak weerbarstig te zijn, moet dus rekening houden met interventies en programma´s die meer kwaad aanrichten dan dat ze goed doen. Investeringen in dergelijke programma´s zijn misinvesteringen en zijn veelal ingegeven door onderbuikgevoelens, ze moeten toch werken. Het is zaak om dergelijke interventies te defunden, geen geld en subsidies meer aan besteden dus. Misschien ook eens goed om in Nederland te inventariseren of dergelijke niet werkzame interventies en programma´s in de praktijk worden toegepast. Al is het alleen al om zowel financiële schade als persoonlijke schade te voorkomen.