Inleiding en context
Een goede vrijdagmorgen allemaal, het is vandaag 9 april 2021. Ik kijk al uit naar mijn ´Nederlandse stedentrip´ van morgen richting de mooie stad Deventer. Maar eerst nog een dag werken in mijn eigen thuiskantoortuin. En dan beginnen we maar weer met het versturen van een ´kennisparel´. Vandaag een zogenaamde systematic review over de effectiviteit van de justitiële reactie op het verspreiden (via Internet) van kinderpornografie. Wat zijn de effecten van de aanpak hiervan door organisaties die binnen de strafrechtketen werken? Welke typen van interventies worden toegepast? Waarin zijn verschillen te duiden bij de aanpak van die verschillende justitiële diensten en organisaties (politie, OM, rechtspraak, gevangeniswezen en reklassering)? Allemaal relevante vragen ook binnen de context van de Nederlandse aanpak van kinderporno. In het verlengde van deze bijgesloten ´kennisparel´ zijn deze vorig verzonden pareltjes ook relevant, ze zijn allemaal te downloaden vanaf:
https://prohic.nl/2020/11/20/19-november-2020-assessing-the-challenges-affecting-the-investigative-methods-to-combat-online-child-exploitation-material-offenses/ of https://prohic.nl/2021/02/12/165-12-februari-2021-crime-commission-processes-in-child-sexual-abuse-material-production-and-distribution-a-systematic-review/ of https://prohic.nl/2021/02/23/172-23-februari-2021-tackling-child-sexual-abuse-strategy-2021/ Een enorme ´kennisschat´ aan beschikbare inzichten over seksueel kindermisbruik / kinderpornografie. In feite brandstof voor het te voeren beleid rond dit (akelige) onderwerp.
Bron
Eggins, Elisabeth, Lorraine Mazerolle, Angela Higginson, Lorelei Hine, Kerryann Walsh, Michelle Sydes, James McEwan, Georgia Hassall, Scott Roetman, Rebecca Wallis & John Williams (April 2021).Criminal justice responses to child sexual abuse material offending: A systematic review and evidence and gap map.Canberra: Australian Institute of Criminology, 18 pp. https://www.aic.gov.au/sites/default/files/2021-03/ti623_criminal_justice_responses_to_csam_offending.pdf
Samenvatting
This report provides the world’s first systematic review of criminal justice responses to child sexual abuse material (CSAM) offending. The systematic search identified 20,820 records, yielding eight eligible impact evaluations. Six studies focused on policing and two on the judicial arm of the criminal justice system. No correctional impact evaluations met our inclusion criteria. We qualitatively synthesise the evidence and use an evidence and gap map to visualise the current state of the evaluation evidence. Future research needs to prospectively design and rigorously evaluate evidence-informed interventions that are specifically tailored to CSAM offending.
Reducing child sexual abuse material (CSAM) offending is a pervasive concern for the criminal justice system, with global offending increasing in reach, magnitude and severity. Although difficult to estimate prevalence on a global scale, a point of consensus in the literature is that as young people’s access to the internet has grown, there has been a concomitant rise in CSAM offending, defined as the production, dissemination, access and possession of material depicting abuse and/or sexual exploitation of children. Prevalence estimates range from 1.7 percent to 4.2 percent, with the number of available materials in the millions and rising each year along with reported incidents.
While in many ways the impacts of CSAM offending are similar to those of contact child sexual abuse, CSAM victimisation is considered a unique form of trauma with chronic impacts due to the continued availability of materials. To address this crime and its far-reaching impacts, it is vital to identify and synthesise the evidence base of robust evaluations of criminal justice approaches to CSAM offending to determine which policies and practices are effective and which are not. Empirical research in the area of CSAM largely focuses on offender and offending typologies and risk factors. There is also an emerging body of intervention research on practices to counter CSAM offending, yet there is a clear gap in the CSAM literature. To date, there has been no comprehensive and robust synthesis of the types and effectiveness of criminal justice responses to CSAM offending.
Collectively, these issues have implications for locating evidence on criminal justice responses to CSAM offending. One major issue is that evaluations of these interventions extend beyond traditional criminal justice literature repositories to span multiple disciplines (eg information technology, education, psychology), which makes this research significantly less accessible to practitioners and policymakers. To provide a comprehensive evidence base to inform best practice, a thorough and meticulous approach is needed to locate and assess the available evidence. Therefore, we conducted a rigorous systematic review of the effectiveness of criminal justice responses to CSAM offending, and generated an evidence and gap map of the evaluation evidence across the policing, courts and corrections arms of the criminal justice system. Our review aimed to examine the following research questions:
- How effective are criminal justice responses to CSAM offending when implemented by: – policing agencies and practitioners; – judicial agencies and practitioners; – correctional agencies and practitioners; or – multiple criminal justice agencies?
- Does the effectiveness of criminal justice responses to CSAM vary according to the type of intervention, geographical location, research design or outcome measures used in evaluation studies?
- Which interventions, outcomes, geographical locations and criminal justice sectors have been rigorously evaluated, and where are the evidence gaps?
Afsluitend
Over het algemeen is de bestaande interventieliteratuur op het gebied van CSAM grotendeels beschrijvend, met potentieel veelbelovende interventies, veelal geëvalueerd met onderzoeksmethoden van lage kwaliteit die weinig of niet betrouwbaar zijn om uitspraken te doen over de effectiviteit daarvan. Dit ondanks de voortdurende en bekende oproepen voor robuuste evaluaties om beleid en praktijk te informeren over die effectiviteit van de aanpak. Zonder een rigoureuze wetenschappelijke basis en evidentie zijn beleidsmakers en praktijkmensen niet in staat om betrouwbare beslissingen te nemen over welke strafrechtelijke reacties effectief zijn bij het aanpakken van CSAM-misdrijven en die zelfs eventueel mogelijk schadelijk kunnen zijn. Uiteindelijk blijkt uit de bijgesloten review dat er slechts schaars evaluatieonderzoek onderzoek beschikbaar is. Dat beperkt de mogelijkheid om CSAM-misdrijven holistisch aan te pakken en te operationaliseren tot de vier pijlers van ‘voorkomen, opsporen, vervolgen en beschermen’ tegen seksuele kinderuitbuiting. Ook hier valt nog veel wetenschappelijke ´winst´ te behalen. Ook in Nederland.